In mijn vijfde seizoen als voetbalscheidsrechter floot ik een wedstrijd tussen de standaardelftallen van VVW en Hardinxveld, voor de KNVB beker. Ik was nét 21 jaar jong, maar kon al buigen op enige ervaring met seniorenwedstrijden met spelers die al enkele jaren ouder waren dan ik. Floot toen al mijn tweede seizoen in de interregionale competities van A-junioren. Had flink de pas erin ‘naar boven’, zoals dat netjes heet.
Maar soms heb je er dan zo’n wedstrijd tussen zitten, waarin je alle zeilen moet bijzetten, zich misdragende matrozen moet kielhalen en soms zelf ook wel eens bakzeil moet halen.
Ik woonde destijds in Leerdam en reisde met de fiets in de trein over het toenmalige NS traject naar Dordrecht. Stations Baanhoek en Stadspolders bestonden nog niet. Net als de gelijknamige woonwijken toen nog slechts boerenakkerlanden waren. Dus de reis verliep via station Dordrecht, waar ik op de fiets stapte en langs het voetbalstadion van DS’79 reed in de richting van Sterrenburg. Wieldrecht was een gehucht ten zuidwesten van de destijds al enigszins beruchte Dordtse wijk. Nu zijn de grenzen vervaagd.
De Smitsweg was in mijn beleving een ‘groene weg’. Langs een park, waarna je vanzelf bij de club accommodatie belandde. Het complex was vernieuwd in de begin jaren tachtig, maar voor zover ik me kan herinneren kon de vereniging toen nog niet alle plannen verwezenlijken die men wilde waarmaken. Iets met een geschil met de gemeente Dordrecht, dat indertijd niet echt duidelijk was of men daar waar de velden lagen in de toekomst woningen wilde laten bouwen.
Het bestuur toonde zich een prima gastheer. Ook de gasten werden netjes ontvangen. Zowel de thuisploeg als de roodwitten maakten zich bijtijds op voor een sportief onderonsje. De wedstrijd ving aan zonder enig vooruitzicht op ‘trubbels’. De eerste 45 minuten verliepen zo ook zonder wanklanken; de ruststand 1-1 hield nog open waar het allemaal na de thee naar toe zou kunnen gaan.
Vooropgesteld, de rechtsbuiten van de gastheren had een pechdag. ’s Morgens had hij met zijn plezierboot gevaren maar was hij vanwege pech van het water gehaald door andere vaargasten. Zijn vaartuig op sleeptouw. Buitenboordmotorproblemen. Kan natuurlijk gebeuren. Maar tijdens de tweede helft knapte er iets in de bovenkamer van deze speler. Toen een van de gasten, net voordat hij wilde uithalen op doel, met een gedurfde verdedigingsactie de bal voor zijn voeten wegmaaide zwaaide de voet van de aanvaller door op zijn tegenstander. En raakte deze ‘net aan’ tegen de kuit
Volledig zonder opzet, wellicht, maar de rapen waren gaar. De vlam sloeg in de pan. En moest ik in één keer vier spelers voorzien van een officiële waarschuwing. Duwen en getrek, en scheldpartijen. Ik gaf ferm aan dit niet te tolereren. Van niemand. En stuurde de betrokkenen uit elkaars buurt vandaan.
De geraakte speler moest worden gewisseld. En de onfortuinlijke Wieldrechter wilde zich laten wisselen. Tijdens het verlaten van het speelveld werd hem vanaf de zijlijn van alles naar het hoofd geslingerd. Woorden, maar ook de waterzak en de koffer van de fysiotherapeut van de roodwitten gingen in zijn richting. En dat laatste was een actie teveel. Hij pakte de ‘doctorscase’ op en wierp deze richting dug-out van de gasten. Olie op het vuur dus. En een mannetje of twaalf, veertien vloog elkaar in de haren.
Ik besloot tot een rustpauze. De allereerste in mijn loopbaan als scheidsrechter. Tien minuten. Daarna sprak ik de beide aanvoerders toe en wees hen op hun én mijn rechten. ‘Nog één keer zo’n akkefietje, en dan…’ Maar gelukkig viel er in het resterende half uur niets meer voor. Met wat geluk rommelde de spits van Wieldrecht er nog een goaltje in bij Hardinxveld waardoor de thuisploeg uiteindelijk met 2-1 winnaar was.
Na afloop kwam de rechtsbuiten zijn verontschuldigingen aanbieden. Hij vertelde over het voorval eerder die ochtend, en gaf aan te balen dat dit hem minstens 450 guldens zou gaan kosten. ‘Voor een amateur als ik geen kattenpis, dat verzeker ik u’. Maar omdat ik hem na de spelhervatting geen officiële waarschuwing had gegeven had ik hem nog eens 12 gulden en 50 cent boete bespaard. ,,Plus 3 gulden 50 administratiekosten.” Hij moest toen wel lachen. ,,Ja, dat was lastig thuiskomen geweest dan. Dan had ik vannacht ook in het logeerkamertje kunnen slapen.”
De terugreis verliep goed. De dieselmotor van de trein, Mat64, snorde als een naaimachientje.
Egbert Egberts fluit ruim 41 jaar wekelijks wedstrijden in het amateurvoetbal. Schrijft over wat hem boeit, wat hem raakt, wat hem verwondert, wat hem ergens toe beweegt. Of over iets wat hij heeft meegemaakt. Omdat het mag. Reacties? Mail naar info@voetbalrotterdam.nl.