Ze wonen op een steenworp afstand van FC Vlotbrug en daar zijn ze ook begonnen als voetballertjes. Na diverse omzwervingen in de jeugd zijn de 23-jarige Merijn Wolters en zijn twee jaar jonger broertje Danique een paar seizoenen geleden aanbeland bij Nieuwenhoorn, waar ze beiden basisspelers zijn. Afgezien van een enkele wedstrijd bij de F-pupillen, toen hun vader leider was, hebben ze nooit eerder samen gevoetbald.
Hoe het is om samen met je broer in hetzelfde elftal te voetballen, hoe het hen vergaat bij Nieuwenhoorn en of ze nog plannen hebben om hogerop te komen, dat is wat we graag van hen willen weten. En daar geven ze goedgemutst antwoord op.
Vanwege corona wordt er al een tijdje niet meer gevoetbald. Even jullie geheugen opfrissen. Weten jullie nog wat jullie laatste wedstrijd was?
Danique: ‘Uit bij Neptunus-Schiebroek op 13 oktober Dat was op de dinsdagavond waarop premier Rutte afkondigde dat er vanaf de volgende dag niet meer gevoetbald mocht worden. Die wedstrijd tegen Neptunus-Schiebroek was eerder afgelast en werd die avond ingehaald. We verloren met 4-3 en dat had niet gehoeven. Vooral achterin waren we niet altijd bij de les. Misschien toch wel een gebrek aan concentratie, want met die corona was toen alles al anders dan normaal. Omkleden in twee kleedkamers, niet meer lang bij elkaar zitten om je op te peppen voor de wedstrijd, beseffen dat je weer een tijd niet mag voetballen, want dat had de regering op de persconferentie zojuist bekend gemaakt en niet weten hoe de competitie afgemaakt gaat worden; het zijn allemaal dingen die je in je hoofd hebt zitten en waardoor je dus niet de volledige focus op de wedstrijd hebt. En dan verlies je een wedstrijd die je niet hoeft te verkiezen.’
Merijn: ‘Ik speelde die avond niet. Mijn laatste wedstrijd was thuis tegen Brielle, de eerste competitiewedstrijd, die we met 2-1 wonnen. Op de training de week daarna brak ik mijn pols, dezelfde pols die ik anderhalf jaar geleden op vakantie ook al eens gebroken had. Een mooie breuk zei de arts en ik heb nu niet zo lang in het gips gezeten, maar trainen en wedstrijden spelen kon ik voorlopig dus op mijn buik schrijven. Door de corona kost me dat niet al te veel wedstrijden, maar ik had liever dat er helemaal geen corona was.’
Hoe houden jullie je fit?
Merijn: ‘Bij Nieuwenhoorn werd er doorgetraind, ook met viertallen. Maar toen bepaald werd dat je dat alleen nog maar in tweetallen mocht doen, zijn de trainingen stilgelegd.’
Danique: ‘We lopen hard, zitten veel in de sportschool en trappen samen een paar keer per week een balletje. We willen er alles aan doen om fit te blijven en zijn daar dus druk mee bezig.’
Waarom? Als je straks weer mag voetballen, kan je ook weer trainen en dan kun je alles toch ook opstarten?
Merijn: ’Omdat we hogerop willen. Dit seizoen hadden we ons voorgenomen om alles uit de kast te halen om ons te tonen aan de buitenwacht. Mensen denken misschien wel dat we bij Nieuwenhoorn goed zitten en daar niet meer weg te krijgen zijn, maar ik zou heel graag nog eens een keer bij een hoger spelende club voetballen.‘
Danique: ‘Dat geldt voor mij hetzelfde. Begrijp ons niet verkeerd: Nieuwenhoorn is een prima club, met een puike organisatie,. Mooi ook dat we een paar centjes krijgen om hier te voetballen, maar eigenlijk vind ik het maar raar dat je bij een eersteklasser betaald wordt. Of zeg ik nu iets doms? In ieder geval: we hebben het bij Nieuwenhoorn heel goed naar onze zin, we hebben een leuke, veelbelovende ploeg, maar ook ik wil hogerop.’
Merijn: ‘We willen de lat hoger leggen voor onszelf. Trainen en spelen met nog betere ploeggenoten, zodat je altijd alles moet geven en nooit gas terug kunt nemen. Nu doe je dat onbewust nog wel eens, maar bij een hoger spelende ploeg kan dat geen moment. Dan moet je er altijd staan voor de volle honderd procent. Daarom trainen wij hard door nu het op de club stil ligt. We staan te popelen om weer te mogen trainen en te voetballen.’
Jullie hebben alle twee toch een verleden bij hoger spelende clubs?
Merijn: ‘Ik ben een jaartje bij Barendrecht geweest. Die hebben mij gevraagd daar te komen voetballen en vooral Adrie Poldervaart was erg gecharmeerd van me. Ze hadden me al anderhalf jaar gevolgd, Nieuwenhoorn had naar buiten gebracht dat ik al getekend had, maar dat was niet zo. Delano à Cohen heeft dat toen doorgegeven bij Barendrecht en toen volgde een gesprek met Adrie Poldervaart. Dat was een heel fijn gesprek en omdat hij wist dat ik later aan zou sluiten omdat er een geplande vakantie in Thailand voor de deur stond, hadden we toen ook al besproken dat ik als ik weer terug thuis was aan kon sluiten bij de selectie en hij mij met individuele trainingen helemaal zou klaar stomen. Alleen, toen ik terug kwam van vakantie was Adrie Poldervaart geen trainer meer van Barendrecht. Hij was naar Excelsior vetrokken. Albert van der Dussen. de nieuwe trainer, wist kennelijk niet dat ik later aan zou sluiten, maar liet me wel meetrainen. Op donderdagavond trainde toen bij Barendrecht de groep die op zaterdag zou gaan voetballen op de linkerkant van het veld, de rest op de rechterkant. Drie keer mocht ik op de linkerkant meedoen en zou dus gaan spelen, maar drie keer hoorde ik op zaterdagochtend dat ik toch op de bank zou moeten gaan zitten. Toch speelde ik vier wedstrijden mee. Mijn debuut maakte ik op Het Kasteel, uit bij Jong Sparta. Het ging niet zo best met Barendrecht toen, de resultaten waren niet goed en de trainer werd weggestuurd. Toen kwam Jack van de Berg en die zette alle op oudere, ervaren spelers en wilde met mij de gok niet aan. Begrijpelijk misschien wel vanuit zijn standpunt bezien, maar ik zat meteen op een dood spoor. In februari 2019 heb ik mijn spullen ingeleverd en ben bij Nieuwenhoorn gaan meetrainen, de club waar ik daarvoor al had gevoetbald.’
Danique: ‘In de jeugd heb ik jarenlang bij SC Feyenoord gevoetbald. Peter de Graaf was een hele fijne trainer, maar met de andere trainers had ik niet zo’n goede band. Van hen kreeg ik weinig aandacht. Ik vond het toen best wel eng en spannend om iedere keer weer in een nieuwe groep met nieuwe trainers te komen. Ik speelde wel alles en was op een gegeven moment zelfs aanvoerder, maar toch wrong het wel. In die tijd had ik best wel last van groeipijnen, klaagde daar wel eens over, maar ze vonden dat ik niet moest zeuren en moest voetballen. Tijden speelde ik met pijn en als ik er iets van zei, vonden ze me een watje. Je wordt ouder en dan zie je dat je vrienden uitgaan. Jij niet, want jij moet voetballen. Ik begon minder en minder plezier in het voetballen te hebben en wilde ik eigenlijk wel weg bij Feyenoord. Ik ben gaan praten bij Brabant United, de gecombineerde jeugdopleiding van RKC Waalwijk en FC Den Bosch. Dat is niets geworden, omdat de jongen die op mijn positie speelde uiteindelijk toch niet wegging, terwijl daar eerst wel sprake van was. ‘Als hij toch blijft, speelt hij en jij niet’, zeiden ze daar. Toen ben ik naar Spijkenisse gegaan, waar ik twee jaar in de B heb gevoetbald. Daarna naar Nieuwenhoorn en daar zit ik nu al een tijdje.’
Wanneer maakten jullie je debuut?
Danique: ‘Dat was in de nacompetitie onder Steef Buijs. Ik was toen 17 jaar. Toen ik met een 3-0 tussenstand in ons voordeel mocht invallen, was ik heel gretig. Ik pakte op het middenveld meteen een bal af, gaf hem aan Tom Sleeuwenhoek er die stoof er vandoor. Spitsen schieten graag zelf op doel, maar toch legde hij de bal terug op mij, want ik was mee opgestoomd. Ik scoorde. Stond toen dus nog maar een paar minuten op het veld. Dat was wel een mooie start. De volgende wedstrijd viel ik weer in en de wedstrijd daarna stond ik in de basis. En basisspeler ben ik nu nog altijd.’
Merijn: ‘Ook ik speelde een tijdje bij SC Feyenoord en bij Spijkenisse in de jeugd. Voordat ik naar Barendrecht ging had ik al een tijdje in het eerste gevoetbald bij Nieuwenhoorn. Ik maakte ook mijn debuut toen Steef Buijs trainer was, 18 jaar was ik toen.’
Na al die omzwervingen in de jeugd, spelen jullie nu samen bij Nieuwenhoorn in hetzelfde elftal. Hoe is dat om dat met je broer te doen?
Merijn: ‘Heel gaaf. We kunnen met iedereen in het elftal goed opschieten, maar je broer is toch net iets meer dan een gewone ploegmaat. Met hem heb je een nog hechtere band. Ik weet nog goed dat Danique eens met een ogenschijnlijk zware blessure afgevoerd werd naar de gereedstaande ziekenauto. Dat was tijdens een competitiewedstrijd met Nieuwenhoorn. Ik ben met hem het veld afgegaan en meegelopen tot aan de ziekenauto. Terwijl de wedstrijd toen gewoon doorging. Ron van de Berg, onze trainer, was daar niet zo blij mee. Maar het typeert wel de band die ik met mijn broer heb.’
Danique: ‘Voor mij is dat precies hetzelfde. Als ploegmaten van me een schop krijgen, kan ik daar wel eens op reageren, maar als Merijn een schop krijgt, ga ik uit mijn plaat. Ik weet wel dat ik dan anders moet reageren en het is al minder dan eerst, maar het is wel je broer die op dat moment aangepakt wordt. Ik kijk dan altijd wel goed wie dat gedaan heeft, haha.’