De gebroeders Varela Fortes zijn al vele jaren actief op de regionale voetbalvelden, maar samen bij een en dezelfde club hebben ze nog niet vaak gespeeld. Bij Hekelingen, waar ze beiden met voetballen begonnen, een jaartje bij SCO’63 en tussendoor ook nog een seizoen bij DBGC hebben ze samen gespeeld, maar alle andere jaren waren hun wegen gescheiden. Fabrizio, met zijn 32 jaar de oudste van het tweetal, heeft naast de zojuist genoemde verenigingen ook nog voor Wit-Rood-Wit gespeeld en Edinho, vier jaar jonger dan zijn broer, kwam ook nog uit voor BZC/Zuiderpark, Meeuwenplaat, Zuidland en maakt dit jaar deel uit van de selectie van derdeklasser Vierpolders. Waarom ze niet vaker samen hebben gevoetbald en waarom ze beiden zoveel clubs achter hun naam hebben staan, dat willen we graag van hen weten. Onder het genot van een biertje gaan ze daar uitgebreid op in.
Om maar meteen met de deur in huis te vallen: hoe komt het dat jullie zo weinig samen hebben gevoetbald?
Fabrizio: ‘Omdat we van elkaar verschillen. Ik ben altijd op zoek naar een vereniging waar het gezellig is, waar fijne mensen zijn en de sfeer goed is. Daarom heb ik het bijvoorbeeld zes jaar volgehouden bij DBGC. Dat was een ontzettend fijne club. Ik ben nu voor de vierde keer terug bij Hekelingen, de club waar het allemaal begonnen is en dat voelt toch weer als thuiskomen. Hekelingen is een fijne club en mensen als Paula Blom en Ton van Pelt lopen er al 100 jaar rond en Raymon Leijgraaff ook al heel lang en ik voel me daar wel bij. Het niveau waarop ik dan voetbal maakt me helemaal niets uit. Vierde klasse? Geeft niets. Als het maar gezellig is.’
Endinho: ‘Ik steek toch iets anders in elkaar. Ik kijk allereerst naar het niveau. Ik heb weliswaar met bijvoorbeeld SCO’63 in de vierdeklasse gevoetbald, maar dat doe ik liever niet meer. Dan kom je thuis met dikke poten van de schoppen die je hebt gekregen en met alle respect, ik wil ook trainers hebben die een wedstrijd kunnen doen kantelen. Die ingrijpen als er tijdens de wedstrijd iets veranderd moet worden in het veld. In de vierdeklasse maak je niet zo snel zulke trainers mee. Die vertellen van te voren hoe je moet spelen, maar grijpen niet in als het effe iets anders loopt. Bij Zuidland, waar ik vorig seizoen speelde, had je Tom Larssen en dit seizoen, bij Vierpolders is Hans de Heer trainer en die zijn tactisch wel sterk. Die grijpen vanaf de kant wel in.’
Fabrizio: ‘Guy Duijm bij Hekelingen is ook een goede trainer, hoor. En die geeft tijdens wedstrijden ook aan als het anders moet. En Hekelingen speelt in de vierde klasse…’
Edinho: ‘Ik probeer maar te zeggen dat ik toch liever iets hoger voetbal, tegen betere ploegen, tegen betere spelers.’
De naam Hans de Heer viel zojuist. Fabrizio, die heb jij toch ook als trainer meegemaakt?
Fabrizio: ‘Ja, bij Wit-Rood-Wit in Brielle. Ik was 17 jaar toen en hij liet me meedoen met het eerste elftal. De avond ervoor was ik uit geweest. Het was heel laat geworden en daar waren de nodige drankjes bij aan te pas gekomen. In ons elftal speelde ook een broertje van Nourdin Boukhari, die toen bij Ajax voetbalde. De dag dat ik mee mocht doen, stond Nourdin langs de kant te kijken. Aan mijn kant, want ik was linksbuiten. Nourdin was als Ajaxspeler een held voor mij, want ik ben al mijn hele leven voor Ajax. De eerste bal die ik aangespeeld kreeg was voor zijn neus. ‘Maak je actie’, riep hij nog. Maar de bal ging onder mijn voet door over de zijlijn. Hoe dat kwam? Omdat ik niet fris was na die nacht doorhalen, omdat ik nog vol drank zat. Ik schaamde me zo. Ik kon wel door de grond zakken. Vanaf die tijd heb ik me voorgenomen voor een wedstrijd nooit meer door te zakken. Ik lust echt wel een biertje, maar ik wil fris en uitgerust aan de aftrap verschijnen. Die dag met Nourdin Boukhari langs de zijlijn was ik dat niet en dat was meteen de laatste keer, zo nam ik me voor.’
Endinho: ‘Ook wat dat betreft zit ik anders in elkaar. Ik ben bij Hekelingen ooit topscorer geworden en toen stond ik bijna elke zaterdag half onder invloed op het veld. Fris en uitgerust was ik toen zelden. Of je dat mag opschrijven? Ja natuurlijk, want alle mensen die mij kennen, weten dat al. Na dat seizoen bij Hekelingen hield ik er meer rekening mee, vooral als we tegen goede ploegen moesten voetballen. Dan maakte ik het niet zo bont. De laatste tijd gaat het trouwens wel iets serieuzer en dat komt ook door trainers als Tom Larssen en Hans de Heer. Als Tom bij Zuidland merkte dat je niet fris was, dan voetbalde je niet. En Hans de Heer kwam een keer om drie uur ’s nachts thuis van zijn werk en zag op zijn telefoon dat ik nog online was. Ik kreeg meteen een app-je van hem. ‘Ben je aan het stappen’, vroeg hij. ‘Nee, ik zit thuis’, antwoordde ik en dat was ook zo. Ik wil bij Vierpolders graag veel spelen en als Hans de Heer merkt dat ik ’s nachts doorgehaald heb, dan is de kans klein, weet ik nu al. Dus nu houd ik me maar in op vrijdag. Op zaterdagavond haal ik dan wel in wat ik de dag ervoor gemist heb.’
Fabrizio: ‘Wat dat betreft ben ik dus al langer serieus bezig. Na die wedstrijd met Boukhari langs de kant wilde ik voortaan fris op de voetbal verschijnen. Die dag heb ik mijn lesje wel geleerd.’
Waarom hebben jullie trouwens al een hele rits clubs achter je naam staan?
Edinho: ‘Omdat ik verschillende omgevingen wil meemaken. Bij elke club is het toch weer anders en al die verschillende sferen wil ik proeven. Ik zit nu bij Vierpolders en daar wil ik langer blijven, zo heb ik me voorgenomen. Ik wil me toch wel settelen, ben op zoek naar vastigheid. Ik kende Hans de Heer al van de wedstrijden die ik tegen hem als trainer van de Jonge Spartaan heb gespeeld. Hij benaderde mij met de vraag of ik bij Vierpolders wilde komen voetballen. Dat leek me wel leuk, ook al omdat ik jongens als Ruud Hakbijl, Jesper Lakerveld en Max Lodder al goed kende. Het elftal zit in een proces, ze willen graag een stabiele derdeklasser worden en aan dat proces wil ik graag mee werken. Of ik meteen weg ben als ze onverhoopt zouden degraderen? Dat weet ik nog niet. Een proces kun je uitsmeren over een paar jaar, toch? Als het goed voelt, wil ik dan best blijven. Maar we gaan niet degraderen, hoor. Ik zal er alles aan doen om dat te vermijden.’
Fabrizio: ‘Ik heb ook bij een paar andere clubs de sfeer opgesnoven, maar toch steeds weer terug gegaan naar Hekelingen. Dat is toch mijn clubje, je komt iedere keer weer thuis. Waarom ik daar dan ook weer steeds wegging? De laatste keer was twee jaar geleden. Ik was echt van plan te blijven, had dat ook al gezegd tegen de club, maar op het laatste moment gingen er een paar ploeggenoten, vrienden van me, naar SCO’63. Toen ben ik ook maar gegaan, ook al omdat Richard Pattiapon, de toenmalige assistent-trainer al jaren aan me aan het trekken was. Maar nu ben ik weer terug bij Hekelingen en ik ga nu niet meer weg daar. Het voelt echt vertrouwd, alsof ik nooit weg geweest ben.’
Dus jullie hebben de rust nu eindelijk gevonden? En jullie zijn ook serieuzer geworden?
Fabrizio: ‘Serieuzer was ik al langer, haha.’
Edinho: ‘Ik ben echt van plan een paar jaartjes bij Vierpolders te blijven. En op vrijdagavond haal ik niet meer door. Ik ga toch nadenken, want met een trainer als Hans de Heer speel ik dan de volgende dag niet.’
Mooie gasten!! Leuk stuk.