Voor de tweede keer in zijn loopbaan als oefenmeester zet de 51-jarige Richard Elzinga een reuzenstap. Ging de voormalige profvoetballer van FC Groningen, Cambuur Leeuwarden en Sparta als trainer in 2017 van de toenmalige derdeklasser DGBC naar hoofdklasser FC ’s-Gravenzande, drie jaar later is hij bij derdedivisionist Barendrecht aan de slag gegaan. Vorige week is hij op het hoofdveld van sportpark de Bongerd begonnen aan het tweede blok van de voorbereiding op het nieuwe seizoen, een mooi moment om met hem bij te praten. Wat vindt hij van de nieuwe stap die hij gezet heeft en meer nog, wat denkt hij er te gaan bereiken bij Barendrecht en hoe hij denkt dat te gaan doen?
Kwam Barendrecht als een verrassing voor je?
Richard: ‘Het gekke is dat toen ik van DBGC naar FC ’s-Gravenzande ging ik bij mijn gesprekken daar heb gezegd dat ik er drie jaar zou blijven omdat ik na die drie jaar bij Barendrecht trainer zou worden. Nee, contacten met Barendrecht waren er toen helemaal niet, maar ik vind dat je als trainer altijd je ambitie uit moet spreken. Ik wil het hoogst haalbare bereiken als trainer. De papieren voor het betaald voetbal heb ik niet en ik ben ook niet van plan die te gaan halen, maar werkzaam zijn in de top van het amateurvoetbal, dat is wel iets dat ik nastreef. Toen ik bij ’s-Gravenzande tekende speelde Barendrecht nog in de tweede divisie en draaide bovenin mee, dus zo gek was het niet dat ik Barendrecht toen noemde.’
Je had toen ook andere clubs kunnen noemen.
Richard: ‘Nee, nee, Barendrecht is een echt bolwerk. Toen ik als voetballer in Friesland actief was werd er ook daar al lovend over die club gesproken. Later, toen ik bij Sparta voetbalde en inmiddels in Barendrecht was gaan wonen, heb ik bij de club nog iets in de jeugd gedaan. Mooi was dat ik toen in de B-tjes met jongens als Peter de Lange en Stanley Husen te maken had, spelers die nu deel uitmaken van de selectie. Barendrecht is twee jaar geleden uit de tweede divisie gedegradeerd en heeft een tijdje in zwaar weer gezeten, maar is onder Jack van den Berg weer opgekrabbeld. Je kunt het vergelijken met een tanker die een beetje uit koers is geraakt. Dan zit je niet zo snel weer op het juiste pad, daar gaat wel een tijdje overheen. Het is aan mij om dat zo snel mogelijk te bereiken. Een mooie uitdaging, lijkt me.’
Terug nog even naar het moment dat Barendrecht zich bij jou meldde. Je was het toch met FC ’s-Gravenzande eens om er nog een vierde jaar aan vast te plakken?
Richard: ‘Jazeker. We stonden op het punt om samen ergens een hapje te gaan eten om op die manier onze afspraken te bekrachtigen, toen vlak voor die avond Barendrecht belde. Ik heb toen FC ’s-Gravenzande op de hoogte gebracht en zij begrepen meteen dat die belangstelling van Barendrecht helemaal beantwoordde aan de ambitie die ik al eerder geuit had. Met Barendrecht was ik in een mum van tijd akkoord. Op een prettige manier heb ik daarna afscheid kunnen nemen van FC ’s-Gravenzande, een hele fijne club, waar ik drie jaar met veel plezier heb gewerkt.’
Hoe ga je bij Barendrecht spelen? Moeten de spelers zich gaan aanpassen aan het systeem dat je in je hoofd hebt? Of bepaal jij het systeem aan de hand van de kwaliteiten van de spelers waarover je de beschikking hebt?
Richard: ‘Absoluut dat laatste. Zo heb ik namelijk overal al gewerkt. Als ik terugkijk op mijn periode bij DBGC kan ik een mooi voorbeeld aanhalen. Daar had ik Jeroen Sep als razendsnelle voorhoedespeler tot mijn beschikking. En ik had ook een paar jongens in huis die hem met een goede pass perfect konden lanceren. Aan Jeroen in de kleine ruimte had je niet zo veel, maar op deze manier konden we zijn kwaliteiten optimaal benutten. Zo werk ik overal. Ik kijk welke spelers er zijn, wat ze goed kunnen, waarin ze niet zo goed zijn en vervolgens wordt daar de speelwijze op afgestemd. Maar je moet als ploeg nooit voorspelbaar zijn, want dan maak je het je tegenstanders veel te makkelijk. Dan weten ze wat je gaat doen en dat wil ik niet. Daarom ligt onze speelwijze niet al te vast, want ik vind dat spelers ook hun ding moeten kunnen doen als dat mogelijk is: acties maken, afwijken van het uitgestippelde pad; die vrijheid hebben ze. Als ze maar in de gaten houden dat ze het elftal niet in de steek laten en altijd hun taken blijven doen. Beleving, inzet en discipline is daarbij heel belangrijk. Je mag best een keertje slecht spelen, als je je maar voor de volle honderd procent inzet en je taken blijft uitvoeren.’
Ga daar eens dieper op in.
Richard: ‘Dat betekent ook dat de samenstelling van je elftal nooit vastligt, maar dat je per wedstrijd bekijkt met welke voetballers je gaat spelen. Als je zoals Ajax in de eredivisie oppermachtig bent, dan hoef je niet zo veel te veranderen in je ploeg, maar ik ga er niet van uit dat we als Barendrecht in de derdedivisie in die positie gaan verkeren. Dat betekent dat je je aanpast en dat heeft er dan weer alles mee te maken hoe de tegenstander speelt. Of zij met vier aanvallers spelen of maar met twee, daar kun je je eigen elftal op instellen. Want als ze maar met anderhalve spits voetballen, dan hoef ik natuurlijk geen vier verdedigers op te stellen. Maar of ik in dat geval met drie of met vier of misschien wel met vijf middenvelders ga spelen, dat moet ik van te voren allemaal goed uitstippelen in samenspraak met mijn assistenten Ferry van Lare en Frans Brienen. Daarom is het belangrijk dat we van te voren goed weten hoe tegenstanders voetballen en gelukkig hebben we bij Barendrecht in de persoon van Theo Smit iemand in huis die prima analyses maakt.’
Dan moet je ook nog eens voetballers hebben die dat op het veld goed vertalen en een wedstrijd kunnen lezen om de boel te veranderen als dat nodig is.
Richard: ‘Die spelers hebben we. Denk maar aan ervaren jongens als Danny Monster en Stanley Husen. Of Tim Eekman en Max van Dijk en zo kan ik er nog wel een paar opnoemen.’
Welke eisen heeft het bestuur van Barendrecht aan je gesteld?
Richard: ‘Er is niet gezegd op welke plaats we moeten eindigen. Of dat we een periodetitel moeten gaan halen. Zulke eisen zijn niet gesteld. Alleen is mij gevraagd ook oog te hebben voor zelf opgeleide spelers. Dat is trouwens heel moeilijk om die in te passen, want de overgang van de Onder 19 naar de derde divisie is een enorm grote stap. Dat betekent ook dat jongens die dat op termijn in hun mars hebben, maar daar nog niet aan toe zijn ook geduld moeten opbrengen. En geduld is er bij veel voetballers tegenwoordig niet altijd.’
En je eigen doel? Jij bent toch de man die zijn ambities nooit onder stoelen of banken steekt?
Richard: ‘Ik ga niet zeggen dat we kampioen gaan worden. Ik ga ook niet zeggen dat we ons veilig moeten spelen. Nee, mijn doel is om elke eerstvolgende wedstrijd te winnen en op die manier te gaan voor het maximaal haalbare. Als een zevende plaats op de ranglijst het maximaal haalbare is, moeten we dus zevende worden. En niet als tiende eindigen.’
En over drie jaar ben je weg bij Barendrecht?
Richard: ‘Dat kan, haha. Maar dat hoeft helemaal niet. Wat wel een feit is, dat drie jaar met nagenoeg eenzelfde spelersgroep de maximale tijd is voor een trainer, vind ik. Want dan kennen ze je wel. Of je moet na drie jaar een volledig andere selectie hebben, maar dat zit er hier niet in. Zoveel wisselingen zijn er hier namelijk nooit. We zullen wel zien.’
Frank Rijsdijk Marco Roos zou Gerard Meijer hier ook blij mee zijn
Jeroen Sep