Foto: Justin Egberts
Gijs was net 23 geworden toen zijn ouders hem ‘op voetbal’ deden. Vanaf zijn achtste had hij wat gekorfbald, gezwommen en aan atletiek gedaan. Dat deden immers ook anderen in de familie. En dat was gemakkelijker te organiseren. Maar Gijs had maar één droom: hij wilde heel graag profvoetballer worden.
Eigenlijk wist Gijs zelf al dat hij dat nooit zou kunnen worden. Al op zeer jonge leeftijd kwam hij er namelijk achter, dat hij er niet helemaal hetzelfde uitzag als alle kinderen van zijn leeftijd. En ook niet als kinderen die iets ouder waren dan hijzelf. En op een gegeven moment moest hij ook naar een andere school toe.
Op zijn negende vond de directeur van OBS ’t Tweeluikje het namelijk nodig om tegen zijn ouders te zeggen dat het ‘met Gijs toch niet zou gaan lukken op de basisschool’. En dus ging ’t Tweeluikje voor Gijs op slot en kreeg hij voortaan les op de speciaal onderwijsschool ‘Prinses Marijke’. Genoemd naar de tante van Koning Willem Alexander, omdat zij ook altijd nét ietsje anders was dan de rest.
Omdat Gijs nooit problemen veroorzaakte en wat achterbleef in het maken van contact met leeftijdgenootjes en onderwijzend personeel werd aangenomen dat hij ‘ze ook niet allemaal op een rijtje had’. Diverse testen wezen ook uit dat Gijs niet echt bijster goed was in het maken van sociale contacten. En ook niet helemaal begreep waar je in de omgang met anderen op moest letten. Hij zag er bovendien door zijn wat bol staande ogen en het noodzakelijk dragen van een bril ook niet helemaal slim uit. En zoals hij eruit zag was het ook, volgens diverse specialisten die erbij waren gehaald om Gijs wat nader onder de loep te nemen. Je zou toch aannemen dat zij daarbij alleen van feiten uit zouden gaan? Maar nee, ‘het uiterlijk zegt ook wat’, zeiden zij.
Wat zou het? Zijn ouders hielden en houden zielsveel van hem. En zijn oudere broer en zussen ook. En zij namen hem mee naar trainingen en wedstrijden waar zij zelf aan deelnamen. En voor Gijs was er ook altijd wat te doen bij die sportverenigingen.
Maar Gijs wilde zelf ook meetellen. En spórten! En dus mocht hij eerst op proef bij de G-afdeling van de grootste club uit het provinciestadje nabij 010, waar Gijs met zijn familie woonde. En het beviel hem zo goed, dat hij er nu al bijna tien jaar wekelijks op woensdagavond traint en op zaterdag zijn wedstrijdjes voetbalt.
Zelf maakte ik voor het eerst kennis met Gijs tijdens een traditioneel G-voetbaltoernooi. Daar ontmoeten jaarlijks profvoetbaltrainers en BVO- en amateurscheidsrechters nog meer gelijkgestemden van Gijs. Daar gaat fanatisme en plezier prima samen, vakkundig begeleid door deze kundige arbiters en trainers. En Gijs vond er in Willem van Hanegem een heuse vriend. Willem begreep Gijs ook heel goed, zei Gijs tegen mij. Toen ik hem vroeg naar het waarom gaf Gijs het slimste antwoord dat ik ooit van een G-voetballer heb gehoord. ,,Omdat Willem ook altijd nét ietsje anders is dan de rest.” Bam. Spijker op de kop.
Egbert Egberts floot veertig jaar wekelijks wedstrijden in het amateurvoetbal. Blies ook een aantal jaren op hoog niveau basketbal. Keert na een blessure die driekwart jaar tijd in beslag heeft genomen weer terug op de voetbalvelden. Schrijft over zijn persoonlijke ervaringen in het verleden, over mooie personen en over actuele gebeurtenissen in het amateurvoetbal en daarbuiten. Reacties? Mail naar info@voetbalrotterdam.nl.