Bij Goudswaardse Boys loopt een speler rond met een bijzonder intrigerende naam: Darwyn Pennock. Geweldig klinkt dat. Daar kun je alles bij verzinnen. Met zo’n naam zou je zo maar kunnen opduiken in Star Wars, als schroothandelaar op een verre planeet buiten ons zonnestelsel. Maar je zou evengoed kunnen figureren in een stripverhaal van Suske en Wiske, als assistent van professor Barabas bijvoorbeeld. Maar dan is het wel een verstrooide assistent, want toen Darwyn afgelopen zaterdag uit de kleedkamer kwam en naar het trainingsveld liep en onderweg zijn shirt aantrok, deed hij dat in eerste instantie achterstevoren.
Darwyn begint aan zijn derde seizoen bij de Boys uit Goudswaard. Daarvoor speelde hij bij Piershil, in de gloriedagen van de inmiddels diep weggezakte vereniging uit het gelijknamige dorp. Meestal werd hij er als rechtsback opgesteld. Met zijn rushes op volle snelheid naar voren was hij een extra wapen van de ploeg, die toch al gezegend was met veel aanvallende kwaliteiten. Denk maar aan Gert Bakker, Jan Jaspers, Joost Both en Alex van Dijk. Na een aantal jaartjes in het eerste elftal deed Darwyn een stapje terug en ging bij Piershil in het derde voetballen. Daar werd hij opgevist door oud-Piershilcoryfee Leo Tol, die inmiddels trainer was geworden bij Goudswaardse Boys, luttele kilometers verderop. ‘Kom lekker bij ons in het eerste voetballen. Jij bent nog veel te jong om nu al uit te gaan bollen’, verleidde Leo hem. Darwyn hapte toe.
Ze trainen bij Goudswaardse Boys alweer sinds 8 mei en afgezien van een weekje rust nu, gaan ze er de hele zomer mee door. Zaterdag ben ik eens een kijkje gaan nemen hoe het met de conditie en de gretigheid gesteld is en ik moet zeggen dat ze er goed opstaan bij de Goudswaardse vierdeklasser. Niet in de laatste plaats dankzij de inspanningen van de verzorgsters Marleen Ravestein en Nadine Roza. Die laatste neemt ook de warming-up voor haar rekening en mooi is te zien hoe alle voetballers liggend op het gras rek- en strekoefeningen aan het doen zijn. Elk spiertje van het lichaam komt daarbij aan bod en je hoort de gewrichten nog net niet kraken. Voetballers houden niet van zulke fratsen en sommige spelers zag je denken van ‘hoe lang gaat dit nog duren’. Maar ze deden hun oefeningen wel. Darwyn mopperde niet en zijn gezicht stond ook niet op onweer. Hij deed zijn best en toen Nadine het rekken en strekken afsloot, haalde hij meteen met een stok een paar ballen uit de sloot die daar eerder in verzeild waren geraakt.
Darwyn lijkt me een makkelijk ventje, die ook oog heeft voor de dingen die nodig zijn. Maar op het veld, tijdens wedstrijden is hij soms niet zo makkelijk. Dan kleunt hij er onvervaard in, af en toe een beetje wild en onstuimig en als de scheidsrechter daarvoor het spel onderbreekt en de tegenstander een vrije trap geeft, reageert hij daar niet altijd even verstandig op. Je zou dan je schouders op moeten halen en je positie weer innemen, maar Darwyn moet dan vaak nog even wat zeggen. En dat levert dan wel eens een kaart op. Gele kaarten voor praten moet je al helemaal niet pakken, vind ik. En overtredingen dichtbij je eigen doel moet je zo min mogelijk maken.
Toch is Darwyn een waardevolle speler voor de ploeg en als hij fit is, wordt hij door Leo Tol opgesteld, meestal als linksbuiten, maar soms ook in het hart van de defensie. Hij is de maker van het allerlaatste officiële doelpunt van Goudswaardse Boys, op 7 maart tegen Abbenbroek, vlak voor het stopzetten van de competitie. Afgelopen seizoen heeft hij vanwege aanhoudend blessureleed trouwens weinig gespeeld, dus voor hem kwam de verplichte coronapauze misschien wel goed uit. Zo kon hij volledig herstellen en zich van alle pijntjes verlossen. Zaterdag zag hij er fris en scherp uit in het onderling partijtje. Het stelde allemaal nog niet veel voor, op het scherpst van de snede ging het nog lang niet, maar één keertje kon je wel degelijk zien dat Darwyn veel inbreng kan hebben. Een lange bal van achteruit schoot door onder de voet van Wesley van Geijzen en Darwyn haalde het maximale rendement uit dit slippertje. Met de bal aan de voet stoof hij op naar het vijandelijk doel en daar aangekomen ging hij niet voor eigen succes maar behield het overzicht. Hij schoof de bal breed op de meegelopen Ruben van Bergeijk die simpel kon binnen tikken.
Als je dit tijdens een nietszeggend trainingspartijtje doet, zit het wel snor met je. Darwyn Pennock heeft niet alleen een hele mooie naam, hij kan nog aardig ballen ook. Van waarde is hij dus zeker voor Goudswaardse Boys. En als hij ook zijn mond nog kan houden op het veld, kan hij dat nog meer zijn.