Grillig was zijn voetbalcarrière, bijzonder grillig. Hij brak als C-spelertje zijn enkel en zijn kuitbeen tijdens een stageperiode bij Feyenoord. Toen hij daarvan hersteld was speelde hij nog bij RBC Roosendaal, FC Dordrecht en Spijkenisse in de jeugd, liep stage bij Sparta en als senior kwam hij op de linksbuitenpositie uit voor clubs als ASWH, PFC, Fijnaart, Dinteloord, Zuidland en OSV Oud-Beijerland. Tussendoor was hij er meer dan vier seizoenen uit geweest omdat hij zijn buik vol had van voetbal en zich toen met thaiboksen bezighield.
Bij OSV Oud-Beijerland nam hij in 2019 na drie seizoenen afscheid en meldde zich aan bij SC Botlek, waar hij met zijn maten Terrence en Timothy Tokaai in het derde elftal ging voetballen. ‘Lekker uitbollen’, zoals hij zelf zegt. Maar net als toen na die thaiboks-onderbreking kroop het bloed toch weer waar het niet gaan kon, want halverwege afgelopen seizoen dook Alex Munvaneza plotseling op in de selectie van SC Botlek. Hij speelde een aantal wedstrijden mee bij de derdeklasser uit Spijkenisse, die vrijwel zeker gedegradeerd zou zijn als de competitie niet vanwege de coronacrisis stopgezet werd.
Verrassend was die terugkeer in een eerste elftal, want je had toch besloten om in een lager elftal te gaan voetballen?
Alex: ‘Met vrienden ja. Maar Ad Reijtenbagh, de trainer van SC Botlek afgelopen seizoen, vroeg mij na drie maanden of ik bij de selectie aan wilde sluiten. Daar heb ik eerst een tijdje over nagedacht, maar uiteindelijk toch besloten het te doen. Maar eerst moest ik fitter worden, vond ik, want ik had een grote conditionele achterstand omdat ik al die maanden weinig gedaan had.’
Als je op jonge leeftijd bij betaaldvoetbalclubs in de jeugdopleiding zit, moet je talent hebben. Waarom is het afgezien van die periode bij ASWH nooit gelukt om als amateur op topniveau te voetballen?
Alex: ‘Omdat ik na die enkel- en kuitbeenbreuk nooit meer helemaal 100 procent fit ben geworden. De platen waarmee de breuk toen is vastgezet zitten nu nog altijd in mijn been. Nadat ik na een lange herstelperiode weer mocht voetbalen, ging het nooit meer zo goed zoals het voor die breuk gegaan was. De snelheid was er nog wel, maar ik speelde altijd met angst. Een beetje met de rem er op in mijn acties, zeker in de eerste jaren daarna. Ik voetbalde na die breuk nog bij RBC Roosendaal en bij FC Dordrecht in de jeugd, maar echt iets is het nooit geworden. Ook later in het amateurvoetbal niet. En dat lag ook wel aan mijn instelling. Ik begon het steeds minder leuk te vinden en deed er niet alles aan. Heb toen ook vier jaar niet gevoetbald. Nadat ik de draad weer opgepakt had, kon ik er soms vanwege mijn werk ook niet alles aan doen. Ik werk in de vijfploegendienst, zit dus in de volcontinue en moest daardoor vaak trainingen missen. Dat compenseerde ik niet en dan ben je ook niet fit genoeg. En dan loop je conditioneel achter de feiten aan.’
Je bent nog maar 29 jaar oud en dan heb je nog mooie voetbaljaren te gaan. Waarom had je besloten om met vrienden in een lager elftal te gaan voetballen?
Alex: ‘OSV Oud-Beijerland is een fijne club en ik heb er met veel plezier gevoetbald, maar omdat ik ook daar trainingen miste, speelde ik de laatste tijd niet alles meer. Altijd weer die pont over bij Hekelingen ging me ook steeds meer tegenstaan. Ik ga lekker met vrienden in een lager elftal voetballen, dacht ik. Helemaal geen verplichtingen meer, wedstrijdjes spelen en trainen als het uitkomt. De keus viel op SC Botlek omdat Terrence Tokaai daar wat jongens van het derde kende.’
En toen viste Ad Reijtenbagh je op.
Alex: ‘Ik heb uiteindelijk ja gezegd, vooral voor hem. Hij deed echt zijn best om er bij Botlek iets moois van te maken. Je kunt wel zeggen dat hij meer zijn best voor ons deed, dan wij voor hem. Voor de corona-stop heb ik een paar wedstrijden met het eerste meegedaan, maar fit was ik nog altijd niet. Dus heel goed was ik ook niet.’
En nu? Terug naar het derde elftal?
Alex: ‘Nee, nee. Ik heb de smaak weer te pakken na die wedstrijden voor de competitiestop. Ik wil weer in een eerste elftal voetballen, maar besef nu dat ik fit moet zijn. Veel fitter dan ik voor de competitieonderbreking was. Daarom ben ik nu hard aan het trainen voor mezelf. Hardlopen, sportschool en met een paar jongens uit de regio trainen we samen op een veldje in Poortugaal. Als de selectie van SC Botlek begin augustus weer met de trainingen begint, ben ik er helemaal klaar voor. Want dan ben ik fit. Ik heb veel vertrouwen in John Stougje, de nieuwe trainer. Ik ken hem nog van PFC. John heeft al een paar keer met mij gesproken en rekent op mij. Ik wil hem niet teleurstellen. Het mooie is dat ook Terence en Timothy aansluiten bij de selectie van SC Botlek. Samen zijn we van plan er iets moois van te maken. Ik wil nog één keer gaan vlammen, er alles aan doen. Ik wil belangrijk zijn voor het team.’
Gezien je voetballoopbaan tot nu toe is dat niet altijd gelukt. Ken je je voorstellen dat wij een beetje twijfelen of je het nu wel waar gaat maken?
Alex: ‘Dat kan ik me voorstellen, ja. Maar nu is het anders. Ik ga er nu echt voor. Ben niet voor niks al wekenlang voor mezelf aan het trainen. Dat heb ik nog nooit gedaan. En als ik straks een training moet missen vanwege mijn werk, haal ik die gemiste uren later weer in. Echt. Ik moet fit zijn. En fit blijven, want alleen dan kan ik vrijuit voetballen.’