En nou maar hopen dat mijn knieën het houden
Deze tijd dat het coronavirus het voetballen onmogelijk maakt is lastig door te komen voor veel spelers, trainers en andere mensen in het voetbal die gewend zijn dat er twee of drie keer in de week getraind wordt en dat er in het weekeinde een wedstrijd op het programma staat. Elf weken duurt het al en dat is lang zonder voetbal, hoewel een fiks aantal verenigingen onlangs de draad weer voorzichtig heeft opgepakt door te gaan trainen zonder contactmomenten. Lang, maar niet zo lang als de tijd die Michel van Sint Annaland zonder voetbal heeft doorgebracht. Eerst was hij er een dik jaar uit vanwege ernstig knieletsel, toen hij net terugkeerde op het veld ging hij voor bijna twee jaar op wereldreis en dit seizoen heeft hij ook niet gevoetbald. Maar nu wil hij weer aansluiten bij de selectie van den Bommel. Waarom hij dat gaat doen, daar willen we natuurlijk alles van weten.
Laten we bij het begin beginnen. Vier jaar geleden liep je tegen een zware blessure aan. Hoe kwam dat?
Michel: ‘Het was tegen Zaamslag, de tweede thuiswedstrijd van het seizoen 2016-2017. Ik wilde bij een duel wegdraaien, maar bleef in het veld staan met m’n standbeen en wist meteen dat het prijs was. Een paar jaar daarvoor had ik namelijk op precies dezelfde plek op ons hoofdveld in een wedstrijd tegen WFB mijn andere knie zwaar geblesseerd. Het zal wel te maken hebben met de gretigheid waarmee ik voetbal. Ik wil op het veld overal tegelijk zijn, wil misschien wel te veel. Maar gek genoeg is mijn broer Richard ook twee keer tegen een zware knieblessure opgelopen. Zou het genetisch bepaald zijn? Hoe dan ook, bij mij was de eerste keer de kruisband en de meniscus van mijn rechterknie afgescheurd, ditmaal was in de linkerknie alles kapot: kruisband, meniscus, kraakbeen. Het hele pakket dus. Dan zak je door de grond, want dan weet je dat je weer een hele lange periode moet revalideren. Dat is lastig hoor, vooral omdat ik het voetballen zo leuk vind. Ik debuteerde op mijn vijftiende in het eerste elftal, werd van de B-tjes gelijk doorgeschoven naar het eerste elftal, ook al omdat ze toen bij Den Bommel geen A-elftal hadden. Dat was wel leuk, want toen kwam ik samen met mijn oudere broer Richard in het elftal. Samen met hem en met Wesley Bakker vormden we de voorhoede. Linksbuiten was ik.’
Linksbuiten? En wij maar denken dat je een middenvelder bent.
Michel: ‘Dat ben ik ook, want niet veel later werd ik door trainer Marius Hotting op het middenveld gezet. Hij zag ook wel dat ik tijdens een wedstrijd heel wat meters aflegde en dat kon ik volgens hem maar beter op het middenveld gaan doen. Dat is ook zo. Als verdedigende middenvelder heb je het spel voor je en je kunt op die manier vrijwel het hele veld bestrijken, ballen afpakken en dan de gebroeders Den Bakker de diepte insturen. Dat is heerlijk voetballen, vind ik.’
Toen je net teruggekomen was van je tweede zware knieblessure, heb je nog een paar wedstrijdjes gevoetbald, maar niet lang daarna ging je op wereldreis.
Michel: ‘Ik had net een paar wedstrijdjes gespeeld na een jaar revalideren, maar merkte dat het nog lang niet goed zat. Had last van de lies en van de hamstrings vooral. De 90 minuten maakte ik nooit vol. Maar ik liep al langer met het idee om op wereldreis te gaan. Ik was vrijgezel, had geen eigen huis en als ik wat van de wereld wilde zien, was het nu of nooit, zo dacht ik toen. Ik vertrok naar Australië en ben in totaal 20 maanden weggebleven. Dat ik het al die tijd zonder Den Bommel moest doen, vond ik wel jammer, maar die wereldreis was toch nog iets leuker om te doen, vond ik.’
Stond ik me ’s ochtends te wassen en mijn tanden te poetsen en dan zag ik de wilde kangoeroes voorbij springen
En was dat zo?
Michel: ‘Jazeker. Ik ben een hele periode in Australië geweest. Ik ben tuinman geweest in Sydney, heb maandenlang gewerkt op een cattle farm in the middle of nowhere in Queensland en daar van alles gedaan: vee opgedreven, omheiningen en hekken gelast, de boel in de verf gezet. Mooi man. Stond je je ’s ochtends te wassen en je tanden te poetsen en dan zag je de wilde kangoeroes voorbij springen. Je moest alleen uitkijken voor slangen en spinnen, maar daar heb ik gelukkig geen nare ervaringen mee gehad. Ik ben ook in Nieuw-Zeeland geweest en daarna heb ik nog maanden rondgereisd in Azië. Op de Filippijnen ben ik geweest, in Sri Lanka, Cambodja, Vietnam en in Thailand. En ik heb ook nog een maandje gewerkt in Nepal. Toch miste ik het voetbal wel en elk weekend nam ik via de app contact op om te vragen hoe het bij Den Bommel gegaan was. Of ze gewonnen hadden. Dat contact is altijd wel gebleven. Mooi was trouwens ook dat in de 8 maanden dat ik in Sydney woonde bijna elke week avondwedstrijdjes speelde aan de kust. Doeltjes werden gemaakt met schoenen en gevoetbald werd er op blote voeten. Duels op het scherpst van de snede tussen de Nederlanders tegen een mix van Argentijnen en Spanjaarden. Het spelen van die wedstrijdjes, waarin ik weer in staat was om mijn oude niveau te halen, heeft me vaak wel aan het denken gezet. Dat het mooi zou zijn om een comeback te maken als ik weer thuis zou zijn.’
Waarom heeft dat dan nog bijna een jaar geduurd eer je zover was?
Michel: ‘Juni vorig jaar was ik weer thuis en vanaf dat moment heeft iedereen gevraagd of ik de draad weer wilde oppakken. Maar voetballen zat er toen echt nog niet in. Het voelde gewoon nog niet goed genoeg. Ik was niet fit. Mijn lijf voelde niet lekker. Ik ben een paar keer bij de chiropractor geweest en daar heb ik wel baat bij gehad. Het voelt nu wel lekker. Ik sta er nu beter voor dan na mijn eerste knieblessure. Daarom wil ik nu nog een keer alles uit de kast halen om te kijken of ik nog een tijdje kan voetballen. In de tien jaar dat ik in het eerste heb gespeeld, hebben we zeven keer de nacompetitie gehaald. Dat wil ik nog wel eens een keertje meemaken. Daarom wil ik er voor gaan. Het is hartstikke leuk dat we nu bij Den Bommel weer kunnen trainen. Het is nu nog een beetje behelpen, maar we blijven het de helemaal juni nog doen. In juli wordt er niks gedaan op de club en in augustus gaan we verder. Maar in juli ga ik ook door, hoor. Je denkt toch niet dat ze mij er straks aflopen. Ik wil er staan hoor, als de voorbereiding echt begint. Laten we hopen dat mijn knieën het houden.’
Succes en plezier Michel!
Toch familie van Aad
Sterkte gozert !
Veel succes, Michel
Welkom terug michel!
Succes vriend!