Het leven hangt van toeval aan elkaar, zeggen ze wel eens. Voor Rina Stoop geldt dat eigenlijk wel. Ze was in 1999 net gescheiden en op zoek naar werk om in haar levensonderhoud te kunnen voorzien. Haar zoon kreeg verkering met de dochter van Simon Kelder, de toenmalige algemeen directeur van Excelsior. Die had bij zijn club nog een vacature openstaan, want hij zocht nog iemand die het spelershome ging bemannen. Dat werd Rina en nu, 21 jaar later, maakt ze nog altijd de maaltijden klaar voor de spelers, de staf en het kantoorpersoneel. En dat doet ze met liefde en plezier.
In die 21 jaar moet er enorm veel veranderd zijn.
Rina: ‘Ja, dat klopt. Toen ik eenmaal deze baan had gekregen, wist ik van toeten noch blazen. Ik was vroeger kapster geweest, had in de bejaardenzorg gewerkt en ook nog in de catering, maar bij Excelsior moest ik eten klaar maken voor heel veel mensen. Dat had ik nog nooit gedaan. Het was in het begin met vallen en opstaan. Ik ben echt in het diepe gegooid. Ik heb echt staan uitrekenen met welke hoeveelheden ik mijn pannen moest vullen. Dat heb ik allemaal zelf moeten uitzoeken in het begin. Nee, gelukkig is er nog nooit iemand ziek geworden van mijn eten. Ik hoopte toen altijd dat de spelers geen last van mijn eten kregen, maar als ik dan op de radio hoorde dat de spelers het veld opliepen, wist ik dat het goed gegaan was. Nee, nu vraag ik me dat soort dingen niet meer af. In al die jaren heb ik veel ervaring opgedaan, ik weet nu wel hoe het moet. Soms maak ik me nog wel eens ongerust, als ik voor heel veel mensen moet koken bijvoorbeeld, maar tegelijkertijd weet ik dan ook dat ik me geen zorgen moet maken omdat het alle voorgaande keren goed gegaan is. In mijn beginperiode was het nog kleinschalig hier, toen zaten we met maar een paar mensen aan tafel: trainer Adrie Koster, zijn assistent André Hoekstra, de man die de was verzorgde, Simon Kelder, commercieel directeur Eric Ronkes en twee meiden van kantoor. Dat was alles. Nu is het veel groter gegroeid. De staf omvat zeker 15 mensen en op kantoor werken er ongeveer 25. Vandaag heb ik eten gemaakt voor 125 mensen.‘
Wat heb je gekookt?
Rina: ‘Kip met groene pesto. Daar zaten pijnboompitten in, ui en knoflook, mozzarella en ook rucola sla. Daarbij had ik ook nog een salade gemaakt van vers gesneden sla. Ik gebruik altijd verse groente en snijd die zelf. Ik wil geen verpakkingen met voorgesneden groente. Elke dag zet ik een andere sportmaaltijd op tafel en wat er gegeten wordt, dat mag ik zelf bepalen. Ook het eten is trouwens heel anders dan in mijn begintijd. Toen was het heel simpel en mocht ik geen kruiden gebruiken bij het bereiden van de sportmaaltijden. ‘Daar krijgen ze alleen maar krampen van’, zei Simon Kelder altijd. Peper, knoflook; ik gebruikte het allemaal niet. Het was toen eigenlijk best wel flauwe kost wat ze voorgeschoteld kregen: groente, pasta, aangelengd met een bouillonblokje en tomatensaus erbij. Morgen eten we trouwens bouillabaisse. Dat is heel veel werk en bij zulke gerechten word ik geholpen door Dennis Smits, de kok van het restaurant aan de andere kant van het gebouw. Die maakt dan de saus. Dennis heeft een heel professionele keuken. Ik heb maar een klein, compact keukentje.’
Hoe ziet je dagindeling eruit?
Rina: ‘Ik ben hier van woensdag tot zondag. Op maandag en dinsdag werk ik niet. Dan zorgt Gonnie van der Pas voor het eten hier. Op de dagen dat ik wel werk gaat mijn wekkertje thuis al om kwart voor 6. Ik reis met de tram en iets na zevenen ben ik dan bij Excelsior. Dan ga ik het ontbijt voor de spelers, de staf en het kantoorpersoneel klaarmaken. Ja, spelers ontbijten hier. In een overleg met de voedingsdeskundige heb ik een keer gezegd dat het goed zou zijn als dat ging gebeuren. Onze voetballers zijn sportmensen en die verzorgen hun lichaam goed, maar er zijn er altijd een paar bij die ’s ochtends uit hun bed rollen en onderweg naar de club iets eten. Die van hun ontbijt dus weinig werk maken. Op de club gebeurt dat nu wel. Nee, het is niet altijd zo geweest dat spelers hier ontbijten. Dat doen we nu ongeveer anderhalf jaar, elke ochtend om 9 uur. Samen ontbijten is trouwens leuk hoor. Er is zalm, kipfilet, gekookte en gebakken eieren, muesli, havermout, vers fruit, kwark en skyr. Sommige spelers mengen veel in een kommetje. Het is leuk om te zien hoor, als ze er ook nog kokosmelk en kaneel bij doen. Als de spelers gaan trainen, ga ik aan de slag om de sportmaaltijd te maken. En als dat achter de rug is, ruim ik alles op, maak de boel goed schoon en maak de boodschappenlijst voor de volgende dag. Die worden elke ochtend afgeleverd. Rond een uur of 5 ben ik klaar. Op wedstrijddagen is mijn dag langer. Ik begin dan later, maar maak evengoed lange dagen. Bij thuiswedstrijden is het spelershome de ruimte voor de pers en pas als die klaar zijn met hun werk, ga ik naar huis. Dat is soms wel na elven ‘s avonds.’
Je had het over de voedingsdeskundige. Hoe belangrijk is die voor jou?
Rina: ‘Daar heb ik regelmatig overleg mee. Ze heeft me ook een lijst gegeven van goede producten en aan de hand van die lijst stel ik de maaltijden samen. Haar lijstjes zijn voor mij dus handvatten, zo weet ik waar ik op moet letten. Geen hagelslag en geen pindakaas bij het ontbijt bijvoorbeeld.’
Je hebt ook vaak moslimjongens in de spelersgroep. Daar moet je natuurlijk rekening mee houden bij het bereiden van je maaltijden.
Rina: ‘Inderdaad, maar dat heb ik heel eenvoudig opgelost. Ik kook altijd halal en dat is ook voor mijn eigen gemak. Zo hoef ik geen twee verschillende maaltijden te maken. Dit seizoen zitten er trouwens geen halaljongens in de spelersgroep, maar ik kook nog altijd halal.
Hoe is het om als vrouw in een mannenwereld te leven?
Rina: ‘Dat valt wel mee hoor. De spelers gaan goed met me om en sommigen heel goed. Die komen dan in je keuken op het aanrechtblad zitten en vertellen van alles en nog wat uit hun privéleven. Over hun verkering of over hun kinderen. Ik vind het mooi dat ze dat doen en ben er best wel trots op dat ze zich bij mij op hun gemak voelen. Natuurlijk word ik af en toe wel eens in de maling genomen, maar dat gebeurde vroeger veel vaker dan tegenwoordig. René van Dieren was daar een meester in. Die haalde allerlei fratsen uit, plakte alles vast met tape. Dan hingen de zout- en pepervaatjes allemaal aan het plafond. Zulke fratsen halen ze niet meer uit, wat dat betreft is het wel rustiger geworden.’
Dus wat jou betreft zit je hier prima op je plaats?
Rina: Ja, ik heb echt plezier in mijn werk en als ik zie dat iedereen met smaak aan het eten is, doet me dat ook veel deugd. Ik heb echt eer van mijn werk. Met sommige spelers die hier al lang weg zijn, heb ik nog altijd contact en als ze dan hier weer zijn, komen ze ook even bij mij langs. Dat vind ik heel mooi. Ik ben 63 jaar oud nu en hoop nog tot mijn pensioen door te kunnen gaan. Soms kom ik na een lange, inspannende dag wel eens kapot thuis, maar nooit met een rot gevoel. Mijn werk is zo leuk om te doen en het houdt je bovendien jong van geest.’
Rina St Noëlle van Loon David Mulder Nicole Deurholt Demi van der Heiden Karina Bugter-Rutten Ferry de Haan Vincent Wernke Esther de Wit-Okkerse