Hij heeft betaald voetbal gespeeld bij Volendam, RKC Waalwijk, De Graafschap en kwam ook voor clubs als IJsselmeervogels en de amateurs van Ajax in actie. Nu is hij 36 jaar oud, maar hij voetbalt nog altijd in een eerste elftal. Cerezo Fung A Wing doet dat bij zondag derdeklasser Slikkerveer, tot verbazing van veel voormalige ploeggenoten. Die verklaren hem voor gek dat hij op dat lage niveau speelt.
Hebben die jongens geen gelijk? Je voetbalt nu toch met spelers die vroeger je veters nog niet vast mochten maken?
Cerezo: ‘Nee, ze hebben geen gelijk. Het klopt dat ik vroeger met veel betere voetballers heb gespeeld, maar ik haal er bij Slikkerveer nog altijd veel voldoening uit. Voetballen is het mooiste wat er is en ook aan het voetballen in de derde klasse beleef ik veel plezier, vooral omdat ik mijn jonge ploeggenoten beter wil maken, hen op een hoger niveau wil tillen. Hoewel de tijden veranderd zijn en ze niet alles zonder meer van je aannemen, zie ik wel dat ze mijn adviezen ter harte nemen. Ik zie dat ze luisteren naar wat ik zeg en de dingen oppikken. Je ziet het in de wedstrijden .’
Geef daar eens voorbeelden van.
Cerezo: ‘Ik vertel dat ze niet altijd in de bal moeten komen, dat ze soms ook tussen de linies moeten lopen. Ik geef ook aan dat ze de bal moeten afschermen met hun lichaam, dat ze zich met hun armen breed moeten maken. Ja, ze pikken dat op. Ze zijn leergierig en dan is het mooi dat je in de wedstrijden terugziet wat ik ze heb verteld.’
Je praat trouwens als een trainer. Gaat dat er nog van komen?
Cerezo: ‘Ooit wil ik trainer worden van een eerste elftal, maar ik wil daar het zelf voetballen nog niet voor opzij zetten. En nu de jeugd trainen is ook leuk. Dit seizoen heb ik de A1 onder mijn hoede. Ik heb de papieren om hoofdtrainer te kunnen zijn en dat gaat er zeker nog eens van komen, misschien wel hier bij Slikkerveer, maar voorlopig nog niet. Bij de veteranen vragen ze al twee jaar of ik bij hen kom voetballen zodat ik hoofdtrainer kan zijn, maar zij moeten nog geduld hebben. Ik wil nog in het eerste elftal blijven spelen.’
Daarstraks zei je dat de tijden veranderd zijn. Wat bedoelde je daarmee?
Cerezo: ‘Ik was 17 jaar toen ik bij Volendam in de selectie terecht kwam. Het was daar wet dat de jonkies in het midden stonden bij elke rondo. Elke training opnieuw. En dan moest je het niet in je hoofd halen daar iets van te zeggen, want dan wisten ze je wel te raken. Ander voorbeeld: onze trainer toen was Henk Wisman. Die was wel eens boos als we niet goed gevoetbald hadden. Dan trapte hij een bal heel ver weg. En die moest ik dan halen. Dat was doodnormaal toen. Je wist niet anders. Tegenwoordig zal zoiets niet meer gebeuren. Als je nu een bal wegtrapt zeggen ze dat je hem zelf maar moet gaan halen. Vroeger hadden we ook meer waardering voor de mensen die achter de schermen veel werk verzetten, voor de vrijwilligers van de club. We brachten wel eens een doos bonbons mee voor de kantinejuffrouw, een bos bloemen voor andere mensen van de club. Bij De Graafschap was er jaarlijks een dag dat wij als spelers de vrijwilligers in het zonnetje zetten. Dan mochten zij de hele avond zitten en zorgden wij voor de hapjes en de drankjes. Nu is het allemaal normaal dat alles klaar staat voor voetballers, maar vaak tonen zij daar veel minder waardering voor dan wij vroeger. Nu doen ze daar te weinig voor terug, vind ik. Ze kunnen ook een bardienst draaien of een jeugdelftalletje trainen. Wedstrijdjes fluiten. Onze trainer André Stafleu loopt soms op zaterdagmorgen een jeugdwedstrijdje te fluiten in zijn kanariegele scheidrechterspakkie. Hij dus wel! Maar André is net als ik van de oude stempel. De tijden zijn veranderd.’
Vertel eens over iets moois dat je in je carrière hebt meegemaakt, iets wat je nooit vergeet.
Cerezo: ‘Ik maakte mijn debuut bij Volendam op een bijzondere manier. We speelden een bekerwedstrijd tegen Jong Ajax. In de rust ging de trainer tekeer tegen de rechtsback die in zijn ogen zijn tegenstander te veel vrijheid had gegeven. ‘Trap hem eens af’, beet Wisman die back toe. Die antwoordde dat hij een tegenstander nooit bewust zou blesseren. De trainer was laaiend en wisselde hem meteen. Ik moest de tweede helft voor hem meedoen, als rechtsback en dat was ik nog nooit geweest. Maar die tegenstander is er die tweede helft niet meer langs gekomen. Vanaf die dag ben ik basisspeler geworden.’
En iets minder leuks?
Cerezo: ‘Op mijn achttiende stond ik bij Volendam centraal achterin, samen met Gijs Luirink die even oud was. Sjors en Sjimmie noemden ze ons. Na dat seizoen moest ik bij de voorzitter komen. Die vertelde dat hij Gijs en mij wilde verkopen, maar niet alle twee tegelijk. Het was of Gijs of ik. Degene die het meeste geld opbracht zou verkocht worden. Voor mij was belangstelling van FC Utrecht. Alles was in kannen en kruiken. Als de keuring achter de rug was zou ik voor 1,1 miljoen gulden verkocht worden, het dubbele van wat ze voor Gijs konden krijgen. Eén week voordat die keuring plaats zou vinden liep ik tegen een zware knieblessure op. Bij een sliding bleef mijn been onder mijn lichaam hangen: kraakbeen zwaar beschadigd. Naar mijn transfer kon ik wel fluiten. De keuring heeft nooit meer plaatsgevonden, Gijs werd verkocht aan FC Groningen en ik zat 7 maanden in de lappenmand. Ik was nog nooit geblesseerd geweest! Heb die dagen veel gejankt, dat kan je je wel voorstellen. Nu nog denk er ik er wel eens aan: ‘Wat als….’ Joh, die gedachten daaraan, die zullen nooit verdwijnen.’
Hoe ben je trouwens bij Slikkerveer terecht gekomen?
Cerezo: ‘Ik voetbalde bij NOC Kralingen samen met mijn vriend Peter de Graaff. Die werd op een gegeven moment jeugdtrainer van de E-pupillen van Slikkerveer en bij die club vroegen ze of hij nog iemand wist die er ook een jeugdteam kon komen trainen. Hij noemde mijn naam en zo ben ik hier verzeild geraakt. Ik ging de C1 trainen. Dat was vijf, zes jaar geleden. Ik ben toen wel blijven voetballen bij NOC Kralingen, later nog bij Alliance in Roosendaal, maar al die jaren bij Slikkerveer jeugdtrainer gebleven. Nu voetbal ik hier zelf ook, voor het tweede achtereenvolgende seizoen.’
En voetballen in de derde klasse is echt nog leuk?
Cerezo: ‘Ja. Zelf voetballen is het leukste wat er is. Ik ben nog altijd heel gedreven en wil nog steeds elke wedstrijd, elk duel winnen. Ik heb een enorme passie voor het spelletje en dan maakt het mij niets uit dat het nu in de derde klasse is. Oud-ploeggenoten verklaren me voor gek, maar ik haal er nog altijd heel veel plezier en voldoening uit.‘
Mooi gesproken trainer Cerezo
Peter Bos je held is nog steeds te bewonderen, en wel om de hoek!
Leuk stuk Topper Cerezo Fung A Wing