We gaan terug in de tijd. Het is 5 oktober 2019. In de competitiewedstrijd Rijnvogels-Smitshoek is nog tien minuten te spelen en plots kan Bart Deprez, de spits van Smitshoek, niet verder. Hamstrings. ‘Het schoot er in en ik wist meteen dat het klaar was’, kijkt hij terug op dat noodlottig moment. We zijn nu acht wedstrijden verder en behoudens enkele minuten in de uitwedstrijd bij Spijkenisse moet Bart noodgedwongen toe kijken.
En dat valt niet mee. We willen van hem weten hoe hij daarmee omgaat en tijdens de lunchpauze van zijn werk, afgelopen maandagmiddag (als nog niet bekend is dat Edwin de Koning komend seizoen de nieuwe trainer van Smitshoek wordt), wil hij daar graag op in gaan.
Laten we eerst bij het begin beginnen. Je begon met je ploeg vrij goed aan de competitie.
Bart: ‘Jazeker. Hoewel we best wel veel nieuwe jongens in de ploeg hadden, begonnen we helemaal niet verkeerd aan de competitie. Alleen tegen Zwaluwen hadden we moeten winnen. In die wedstrijd maakten zij op de valreep nog de 3-3, maar wij hadden het zover nooit moeten laten komen. Van die ploeg hadden we gewoon moeten winnen. De vijf andere wedstrijden deden we het prima. We bleven ongeslagen en ik maakte in die wedstrijden acht doelpunten. Ook dat was lekker.’
En dan slaat het noodlot toe.
Bart: ‘Inderdaad. Ik wist meteen dat het tegen Rijnvogels klaar was, maar naderhand dacht ik dat het toch wel meeviel. Een paar weken rust en dan sta ik er weer, zo dacht ik. In de uitwedstrijd tegen Spijkenisse, drie weken later, begon ik in de basis, maar al na twee minuten was het over en sluiten. Achteraf gezien was het misschien niet handig om zo vroeg te beginnen, maar ik voelde me goed. Ik was intensief behandeld en had veel oefeningen gedaan. Ik kon wel beginnen, zo meende ik. Tja, het liep anders. Toen was het echt klaar. Hamstringblessures zijn trouwens wel apart. Pas als je het voelt, weet je dat je te ver bent gegaan, maar dan is het al te laat.’
Ben je wel eens eerder zo lang geblesseerd geweest?
Bart: ‘Als ik iets heb, dan zijn het wel mijn hamstrings. Ik heb er eerder wel eens last van gehad. Misschien is het wel genetisch bepaald, heb ik te korte spieren. Wie zal het zeggen. Hoe dan ook, ik kreeg oefeningen om de boel te onderhouden toen ik eenmaal hersteld was. Veel rek- en strekoefeningen, werken aan de core stability, aan de stabiliteit van de romp dus. Dat heb ik lang volgehouden, maar ik ben er mee gestopt toen ik al een hele tijd nergens meer last van had. Nu zit ik weer in dezelfde situatie. Weer die hamstrings. Opnieuw intensieve behandelingen, weer die duurlopen, weer die oefeningen. Ik weet nu al dat ik die oefeningen zal blijven doen, zolang ik voetbal. Daar ga ik echt niet meer mee stoppen. Preventief kun je wellicht veel voorkomen.’
En dan moet je plots vanaf de zijkant toekijken. Hoe is dat?
Bart: ‘Dat is zwaar frustrerend, vooral als je ziet dat het minder gaat dan in het begin van de competitie. Er kwam een beetje de klad in, zag ik. Je kan altijd een wedstrijd verliezen tegen goede ploegen als DHSC of SC Feyenoord, maar niet met 5-0 en vooral niet met 8-1. Die grote nederlaag thuis tegen SC Feyenoord hakte er wel in. Je kan zo’n wedstrijd verliezen, met 1-2 of 1-3, maar niet met 1-8. Dan sta je aan de kant te kijken en je kunt helemaal niets doen. Je bent volkomen machteloos en dat is zwaar frustrerend. Misschien nog wel meer frustrerend dan wanneer je op het veld zoiets meemaakt, want dan kun je er nog iets aan doen. Nu niet. Na die grote nederlaag tegen SC Feyenoord zijn we bij elkaar gaan zitten en daar zijn best wel harde woorden gevallen. Dit kan niet. Zo ver hadden we het nooit moeten laten komen. Dat vond iedereen. Na dat gesprek is het toch wel beter gegaan.’
Waar ligt het aan als het minder goed gaat?
Bart: ‘Daar valt geen vinger op te leggen. Als ik dat wist, zat ik hier niet. Het begint allemaal met inzet, maar toch is en blijft het onverklaarbaar. En het kan altijd zo maar omslaan. Eén goede aanval , één leuke combinatie en het kan gelijk zo zijn dat je in een flow zit. Langs de andere kant: een klotengoal tegen vlak voor tijd kan betekenen dat je in en mindere fase terechtkomt. Je zult dat allemaal goed moeten verwerken, meer onverstoorbaar zijn. Wij hebben een goede ploeg. Smitshoek hoeft thuis van niemand te verliezen. Gelukkig zit er de laatste weken weer een positieve lijn in. Verdedigend staat het prima en er zit weer meer voetbal in.’
En nu?
Bart: ‘Het is nu winterstop. Ik mik er op dat ik na de winterstop weer volledig hersteld ben en weer kan spelen. Gelukkig werd de laatste wedstrijd, thuis tegen DUNO met 1-0 gewonnen. Daardoor ga je toch wel met een goed gevoel de winterstop in. ‘
Tot besluit: Richard Middelkoop vertrekt aan het einde van dit seizoen en Smitshoek is op zoek naar een nieuwe trainer. Wat voor trainer moet er voor jou komen?
Bart: ‘Daar hebben wij als spelers niet veel over te zeggen. Met Richard was ik wel tevreden. Van hem mocht ik voorin mijn gang gaan, mocht ik op intuïtie spelen. Het was niet allemaal tactisch vastgelegd. Ik hoop dat ik dat van de nieuwe trainer ook mag doen, want daar voel ik me goed bij. Dat is trouwens wel een belangrijk punt bij het al dan niet verlengen van mijn contract bij Smitshoek. We wachten wel af wat het gaat worden.’