Na een uitstapje naar SV Poortugaal keerde hij dit seizoen terug bij SSS uit Klaaswaal, de club die hij met pijn in het hart verlaten had. Maar ja, de uitdaging om trainer te worden bij die nieuwe fusieclub die in de eerste klasse zou gaan uitkomen wilde hij toch wel aangaan. Het werd echter geen seizoen waar SV Poortugaal en Henk Dirven voldaan op terug kunnen kijken, want de samenwerking werd in maart 2019 ontbonden. Omdat Mark Smeding, de opvolger van Henk bij SSS, na het seizoen 2018-2019 geen trainer meer kon blijven omdat hij dat niet meer kon combineren met zijn werk, zochten ze bij SSS een nieuwe trainer. En kwamen uit bij een oude bekende: Henk Dirven.
Waarom weer SSS?
Henk: ‘Ik was een jaar daarvoor bij SSS niet weggegaan omdat ik het niet naar mijn zin had of omdat ik er uitgekeken was. Integendeel zelfs. Bij SSS heb ik heel goed kunnen werken. Het was puur de uitdaging om bij Poortugaal aan de slag te gaan. Toen Mark Smeding aangegeven had niet verder te kunnen is de club bij mij uitgekomen, omdat ik inmiddels niet meer bij Poortugaal zat en dus beschikbaar was. Ik ben gebeld, we hebben een paar keer met elkaar gesproken en we waren het al snel eens: ik zou de draad weer oppakken bij SSS.’
Je was koud aangesteld en toen degradeerde de ploeg uit de tweede klasse. Moest je toen even slikken?
Henk: ‘Even wel ja, maar het zat er al aan te komen. Toen we in gesprek waren was de kans dat het zou gaan gebeuren al levensgroot aanwezig. De ploeg stond er toen al niet zo goed voor. Toch was de uiteindelijke degradatie naar de derde klasse voor mij niet zo’n punt. Een veel groter probleem was dat veel spelers weg gingen. De meesten hadden het eerder al aangegeven. Sommigen stopten omdat ze het niet meer met hun werk of met hun eigen bedrijf konden combineren, anderen wilden lager gaan voetballen in een vriendenteam en er waren een paar jongens bij die vanwege blessures afhaakten. Als SSS niet gedegradeerd was, waren er wellicht een paar van hen toch doorgegaan, maar dat was dus niet het geval. Er ging een tiental spelers weg. Dat betekent dat je aanvulling moet hebben, want je moet natuurlijk wel een representatieve nieuwe selectie hebben bij de start van het seizoen. Omdat de aanvulling vanuit jeugd of vanuit het tweede hier beperkt is omdat het aantal actieve voetballers bij SSS in de loop der jaren fors teruggelopen is, moesten we buiten de deur gaan kijken. En dat zou moeilijk worden, wisten we, want hier wordt niet betaald.’
Hoe hebben jullie het voor elkaar gekregen dat er toch met een volwaardige selectie begonnen kon worden?
Henk: ‘De technische commissie en ik zijn creatief geweest. Om te beginnen hebben we een lijst gemaakt van spelers die we wilden hebben, los van het feit of die realistisch waren of niet. Je legt je oor te luisteren en je boort al je contacten aan. En het heeft niet tegengezeten, moet ik zeggen. We hadden een gesprek met Diejego Biekman, die bij hoofdklasser De Baronie had gespeeld. Dat gesprek verliep uitermate goed. Diejego was onder de indruk van de ambities die we uitspraken, namelijk liefst een snelle terugkeer naar de tweede klasse. Diezelfde avond belde hij al dat hij voor SSS koos. En hij wist nog wel iemand die ook wilde komen: zijn vriend Edison Warner, die bij IFC voetbalde. Dat waren twee toegevoegde waardes en hun komst zorgde voor een sneeuwbaleffect. Ernesto Figueira Comojo die ik nog kende van Poortugaal kwam en Luc van Leeuwen, afkomstig van Smitshoek 2 ook. Het was een ongelooflijke challenge en een hell of a job, maar we hebben het voor elkaar gekregen: we hadden een representatieve selectie waarmee we een nieuwe start konden maken.’
Hoe reageerden de jongens die bleven op al die nieuwe spelers?
Henk: ‘Ja,dat was de volgende uitdaging die stond te wachten. De helft van de selectie was nieuw. Ik zou dat nooit willen als trainer, maar nu kon het niet anders. Om van die twee helften één geheel te maken zou de uitdaging zijn. De jongens die gebleven waren zagen heus wel in dat de nieuwelingen van toegevoegde waarde waren, dat ze een schat aan ervaring meebrachten. Maar dat hadden de meesten van de blijvers ook. De kunst is om van die twee delen één groep te maken en vanaf het allereerste begin zijn we daar mee aan de slag gegaan. En dat is vooralsnog heel soepel verlopen. Voor de blijvers waren die nieuwe jongens kwalitatief een welkome aanvulling. Dat gaf een boost. De jongens die van buitenaf gekomen waren troffen spelers aan die volop in ontwikkeling waren en die open stonden voor samenwerking. Het ging vlot en al in de voorbereiding boekten we aardige resultaten. Met behoorlijk goed voetbal ook. En dat zorgt dan weer voor vertrouwen, ook van de mensen er om heen, zoals de supporters. In deze samenstelling kunnen we een rol van betekenis spelen in de derde klasse.
Daarnet zei je dat de ambitie van SSS een snelle terugkeer naar de tweede klasse is. Liefst zei je er bij. Is promotie dan geen moeten?
Henk: ‘Nee, dat is geen moeten. In onze klasse zitten drie, vier clubs waar promotie wel het ultieme doel is. Daar is sprake van moeten, bij ons niet. Wij willen. Op papier hebben we een aardige ploeg, maar het moet dus wel één geheel worden, zoals ik net uitlegde. Ik sluit promotie helemaal niet uit, zeker niet als we gevrijwaard blijven van blessures en schorsingen, maar veel belangrijker is dat we een team gaan krijgen waarmee we nog jaren vooruit kunnen.
Je staat nu gedeeld eerste. Ben je tevreden?
Henk: ‘Ja, we hebben net zo veel punten als Nieuwerkerk en OSV uit Oud-Beijerland en voeren samen met hen de ranglijst aan. Dat ziet er goed uit. Maar helemaal tevreden ben ik toch niet. De laatste weken zie ik iets van verslapping, zowel in het veld als daarbuiten. Tijdens wedstrijden moeten we zelf de ruimtes creëren en daarin voetballen en dat gaat niet altijd goed. We spelen niet altijd meer in onze kracht. We haalden de laatste wedstrijden niet meer het niveau dat ik wil zien. En buiten de wedstrijden, bij trainingen zie je die verslapping ook terug. Voor de training gaan spelers nog bij de verzorging langs en dan komen ze pas twee, vijf, soms wel tien minuten later het veld op. En als we klaar zijn met de donderdagavondtrainingen of met de wedstrijd op zaterdag, gaat niet iedereen even in de kantine langs. Dat moeten ze wel doen, vind ik. Even kletsen met de mensen van de club, met de supporters. Ze hoeven echt niet halfdronken naar huis, maar ze kunnen wel even hun gezicht laten zien. Van al die dingen heb ik iets gezegd, dinsdagavond voordat de training begon. Even de touwtjes aangehaald, de puntjes op de i gezet. Dat moet je niet te vaak doen, maar nu was het moment daar. Spelers moeten doordrongen zijn van het feit dat ze moeten investeren in zichzelf, dat er geen verslapping moet plaatsvinden. Tot aan de winterstop hebben we nog vier wedstrijden te gaan en ik wil de eerste seizoenshelft wel goed afsluiten en straks de tweede seizoenhelft ook. Ik wil niet dat we straks met z’n allen achterom kijken en dan constateren dat we er niet alles aan gedaan hebben.’
Henk Dirven tijdens de warming up van de dinsdagavondtraining
Veel succes henk