‘Smally’ wordt hij door vrienden genoemd, maar zijn jetlag maandag was niet small. Die was big. Hij had afgelopen zaterdag voor de tweede keer een wedstrijd gespeeld met het nationale elftal van Sint-Maarten en maandag keerde Gerwin Lake, voetballer van SV Poortugaal, na een vlucht van 8 uur en een treinreis van een paar uur met een gigantische jetlag terug naar huis. Maar dat heeft hij er graag voor over. ‘Spelen voor Sint-Maarten is heel mooi, daar heb ik veel voor over’, zegt hij. Over zijn belevenissen als kersverse international staat hij ons graag te woord.
Hoe ben jij bij het nationale elftal van Sint-Maarten terecht gekomen? Hebben ze je gescout?
Gerwin: ‘Nee. Ik heb een tijdje geleden de stoute schoenen aangetrokken en zelf gevraagd of zij mij konden gebruiken. Ik zag de uitslagen die ze haalden, de opstellingen en dacht dat het het proberen waard was. Mijn moeder is van Sint-Maarten, dus ik mag voor dat team uitkomen. Ik heb toen via Facebook een berichtje gestuurd naar Omar Hunter, de contactpersoon van de voetbalbond van Sint-Maarten. Die vroeg of ik filmpjes van mij op kon sturen. Dat heb gedaan en een tijdje later kreeg ik een uitnodiging voor een training.’
Op Sint-Maarten?
Gerwin: ‘Nee nee. Dat was in Zeist, in februari dit jaar. Er waren ongeveer 30 jongens voor uitgenodigd, allemaal voetballers van mijn niveau en misschien nog wel lager. Ik zag gelijk dat ik goed mee kon doen en heb de trainer overtuigd. Dat was Piet de Jong, een Nederlandse contactpersoon van de nationale ploeg. Die vertelde mij meteen na de training dat er een ticket voor me klaar lag en dat moeten ze vooraf al hebben besloten, denk ik. In ieder geval ging ik met een uitnodiging voor de nationale ploeg terug naar huis. Ik was heel erg blij.’
Je debuut als international maakte je op 23 maart tegen Saint-Martin, de ploeg van het Franse gedeelte van het eiland. Vertel eens wat daar allemaal aan voorafging.
Gerwin: ‘Samen met nog drie andere spelers vlogen wij van Nederland naar Sint-Maarten. Die spelers waren Kay Gerritsen van DSOV, Jaeremi Drijvers van WODAN en Andre Knol. Acht uur vliegen, een ticket kostte 1700 euro. Maar wij hoefden niets te betalen. Dat was allemaal geregeld. Het hotel ook, toen we aankwamen. Dat hotel was trouwens niet zo bijzonder en helemaal niet te vergelijken met de hotels waar de spelers van het Nederlands elftal verblijven. De bond van Sint-Maarten is nog geen FIFA-lid en heeft niet zo veel geld. Daarom zaten we ook niet in een duur hotel. We trainden in de ochtend en in de avond en tussendoor hadden we tijd voor ons zelf. Dat kwam mooi uit, want er woont nog veel familie van mij op Sint-Maarten. Mijn oma, een tante, neefjes en nichtjes. Die heb ik allemaal bezocht, heb bij hen zelfs ook een paar nachtjes geslapen. Het ging er best wel relaxed aan toe bij de ploeg die vooral bestond uit spelers die op Sint-Maarten voetballen. Ik werd trouwens wel ziek toen ik op Sint-Maarten was. Ik kon geen eten binnen houden, alleen fruit. Denk dat ik kou heb opgelopen van de airco in het vliegtuig.’
En toen kwam de wedstrijd.
Gerwin: Ja. Die was op Anguilla. De dag van te voren kregen we een lijst van dingen die we niet meer mochten. Niet meer zwemmen, niet in de zon, veel rusten. De tegenstander was Saint-Martin en het was voor de kwalificatie van de National League van de CONCACAF. Alle voorgaande wedstrijden had Sint-Maarten verloren maar die dag wonnen we met 4-3. Ik scoorde twee keer en daardoor kwalificeerden we ons voor poule C.’
En voor die poule heb je afgelopen zaterdag gespeeld, je tweede wedstrijd in de nationale ploeg.
Gerwin: Ja, dat klopt. Tegen Guadeloupe was dat, een uitwedstrijd. Ik ben er via Parijs heen gevlogen, samen met Kay Gerritsen, Henrico Henrietta die bij Prinsenland voetbalt en een jongen die in Marseille woont. We verloren kansloos met 5-1. We hadden maar 32% balbezit en ik heb 90 minuten lang alleen maar lopen verdedigen. Maar kon nog wel een doelpuntje maken, uit een vrije trap. Of ik ze bij mijn club Poortugaal nu ook mag nemen? Denk het niet. Daar hebben we Sven Breukhoven en die kan dat heel goed. Mijn vrije trap tegen Guadeloupe was eigenlijk een mazzeltje, want de bal ging via de muur.’
En nu? Is je kostje gekocht?
Gerwin: ‘Ik denk dat ik wel bij de ploeg mag blijven, dat ik mijn plekkie wel veilig gesteld heb. Wij ontvangen trouwens geen premies, we krijgen alleen zakgeld. Zoals ik zei heeft de bond niet zo veel geld. De shirtjes mochten we ook niet houden, op de foto heb ik een trainingsshirtje vast. Maar ik heb niets te klagen hoor. Het is heerlijk om bij de ploeg te zijn, ik heb er fijne dagen gehad. De volgende wedstrijden zijn in oktober. Er zullen zeker wel scouts op de tribune zitten, niet zo lang geleden is er een voetballertje van Suriname naar Aris Limassol gegaan omdat hij in de nationale ploeg van Suriname er op los gescoord had. Wie weet wat er nog allemaal op mij afkomt. Maar daarom doe ik het niet alleen. Ik wil ook mijn land helpen door het nationaal elftal op de kaart te zetten. Met drie goals in twee wedstrijden heb ik een mooi begin gemaakt en ik hoop dat bondscoach Epi Albertus me volgende keer weer selecteert , zodat ik mee kan blijven helpen om het eiland omhoog te brengen. Ik ga daar eigenlijk wel van uit, haha.’
Steveanson Donata
Björn
Ed Snoeren
Arthur Robinson