Hij reageerde cryptisch, Dogan Corneille, de trainer van Excelsior Maassluis, toen ik hem meteen na de oefenwedstrijd tegen Spijkenisse vroeg hoe hij vond dat Redouan Omar Ouali van hem moest spelen. ‘Dat is nog zo vers, Jan. Met dat antwoord moet je maar genoegen nemen en als je het goed begrijpt heb ik hiermee al genoeg gezegd.’ En weg was hij. Er hingen nog net geen donderwolken boven zijn hoofd. Blij kon Dogan niet geweest zijn met de wedstrijd tegen het Spijkenisse van Peter Wubben, dat goed partij had gegeven en scherp als een mes was. Er werd niet op een tackle meer of minder gekeken en omdat Excelsior Maassluis niet naar Spijkenisse gekomen was om dit gelaten over zich heen te laten gaan, werd het zaterdagmiddag een heuse wedstrijd op sportpark Jaap Riedijk.
Door zijn spelers werden op het kletsnatte kunstgrasveld niet altijd de juiste keuzes gemaakt. Vooral in de omschakeling ging er nog wel eens wat mis. Ook bij Redouan Omar Ouali, die door Dogan voorin aan de rechter zijkant was geposteerd. Redouan was me al tijdens de warming up opgevallen. Hij was bij Excelsior Maassluis de kleinste speler, maar liet zich in het onderlinge partijtje niet de kaas van het brood eten. Hij zat er bovenop en ontfutselde menige speler de bal. En eerder, bij een afwerkoefening, schoot hij met links de ene na de andere bal achter doelman Jean-Paul van Leeuwen. Dat beloofde veel goeds en ik besloot toen al hem die middag te volgen in de wedstrijd.
Lang was hij daarin onzichtbaar. Hij stoorde wel, deed ook zijn best, maar gevaarlijk was hij nooit. En evenmin stond hij aan de basis van een vloeiende aanval. Feitelijk deed hij niet zo veel goede dingen, hoewel er in de omschakeling af en toe best wel ruimte was achterin bij de Spijkenissers. Dat had een paar keer echt gekund, maar Redouan liep op die momenten net iets te lang met de bal. Tot frustratie van zijn trainer speelde hij niet meteen af. ‘Als je nou meteen gespeeld had in plaats van te blijven lopen, dan was het een doelpunt geweest’, werd hij door Dogan met de neus op de feiten gedrukt, toen hij zich voor de tweede of derde keer vastliep op de middenlijn terwijl er een zee van ruimte was om een ploeggenoot de diepte in te sturen.
Het zijn die dingetjes die nog beter moeten, want op tweede divisieniveau zitten tegenstanders er nog korter op dan Spijkenisse zaterdag al deed. En toch is Redouan een veelbelovende, goede voetballer. Dat kun je namelijk ook zien. De oh’s en ah’s waren in het publiek te horen toen hij halverwege de tweede helft een verre uittrap van keeper Jean-Paul van Leeuwen uit de lucht plukte en in een en dezelfde vloeiende beweging Kilian Berkhout de vrije ruimte in stuurde. Het was de mooiste actie van de wedstrijd. Een paar minuten later speelde Redouan een paar tegenstanders uit in de kleine ruimte en stuurde Kilian alweer weg. Dat waren fraaie verrichtingen van Redouan, maar al met al was het toch te vlak wat hij liet zien. Als je zulke dingen kan, dan kan je dat namelijk vaker laten zien. Toch?
Het zal wel daarom zijn dat zijn trainer niet wilde uitweiden over zijn spel, vermoed ik. Kilian is een jonge, veelbelovende aanvaller, de zoveelste zelf opgeleide speler die bij Excelsior Maassluis zijn opwachting maakte in het eerste elftal. Voor het derde seizoen zit hij al bij de selectie en hij moet nog 21 jaar oud worden. Hij debuteerde al toen Jeroen Rijsdijk er nog trainer was, op 7 april 2018 tijdens een uitwedstrijd tegen HHC Hardenberg. Onder diens opvolger Dogan Corneille, speelt hij regelmatig mee, maar een vaste basisspeler, een speler waar de trainer niet omheen kan, dat is hij nog niet. Daarvoor het is groeidiamantje dat hij zeker is nog te ruw. Er moet eerst nog het nodige aan geslepen worden. Dat is Dogan Corneille wel toevertrouwd.