Afgelopen zaterdagmiddag, vijf voor half drie. De wedstrijd Goudswaardse Boys – BZC/Zuiderpark, de nummers 3 en 1 in de vierde klasse G, staat op het punt te beginnen. Beide ploegen hebben na hun warming up de kleedkamers opgezocht en Joop loopt nog even een inspectieronde over het gras. Zijn gras. Joop van der Hoek is namelijk bij Goudswaardse Boys de man die over de grasmat gaat. Hij doet dat samen met Jan Bouman en Peter Klein, maar als je het bij Goudswaardse Boys over de perfect geschoren grasmat hebt, wijst iedereen naar Joop.
Elke ochtend is hij in de weer op sportpark De Korenaar aan de Achterweg en vaak is hij er ’s middags ook aan te treffen. Hij doet van alles, laatst heeft hij nog takken gehakseld. Maar veruit de meeste aandacht gaat uit naar het gras op de velden. Bij Goudswaardse Boys hebben ze twee grasvelden met normale afmetingen en een kleiner veld, dat gebruikt wordt door de jongste jeugd. Er is ook nog een trainingsveld. Die grasmatten worden door Joop gemaaid, soms wel drie keer in de week. Voordat hij met zijn grasmaaier over de velden trekt, worden de putjes en andere in de wedstrijden ontstane oneffenheden hersteld door Joop en zijn maten. Als dat gedaan is, wordt de grasmaaier van stal gehaald en is Joop helemaal in zijn sas.
Hij stelt met een moer de maaihoogte van de grasmaaier af op 3 centimeter, soms een beetje korter, zo legt hij uit. ‘Maar niet te kort, want dan verliest het gras zijn vastigheid en gaat het eerder kapot’, weet hij. Joop en de andere mannen van de werkploeg van Goudswaardse Boys leveren puik werk af. Het resultaat mag er zijn. Van de zomer, toen het wekenlang bloedheet en kurkdroog was, waren ze elke dag in touw. De beregeningsinstallatie aanleggen, brandslangen iedere keer weer aansluiten en pompen. Elke dag opnieuw, soms tweemaal daags. Jan gaat wel eens een weekje fietsen, zoals vorige week nog in Duitland, langs de Moezel en Peter zal af en toe ook wel eens een weekje overslaan. Joop nooit. Hij gaat niet op vakantie. Elke dag is hij op de club met het gras bezig, het liefst van alles met zijn grasmaaier, waarvan hij vreemd genoeg het merk niet kan noemen toen ik hem er zaterdag naar vroeg. En wat voor gras er groeit op de velden bij zijn club, dat weet hij ook niet. Maar hij weet wel hoe hij dat gras in perfecte staat kan krijgen en houden. Erwin Beltman, die in de Kuip bij Feyenoord het gras onder zijn hoede heeft, is de beste groundsman van Nederland. Joop zit daar niet ver vandaan.
Hij kan met zijn grasmaaier alles. Soms maait hij zelfs cirkels, die vanaf de hoger liggende dijk naast het hoofdveld te zien zijn. Eigenlijk zouden ze op de club een drone moeten aanschaffen, zodat ze er foto’s van kunnen nemen. Altijd is Joop bij Goudswaardse Boys met zijn gras bezig, al vele jaren lang. Ook die keer toen ik een tijdje geleden een fietstochtje door de Hoeksche Waard maakte. Ik ben toen even een praatje met hem gaan maken. ‘Jij bent hier ook niet weg te slaan’, begroette ik hem. ‘Maar ik vind het zo leuk’ was zijn vertederende antwoord. Het is dat het gras niet snel genoeg groeit, anders zat hij elke dag van de week, van ’s ochtends tot ’s avonds op zijn grasmaaier. Hij rijdt er nog net niet mee naar huis.
Regisseur David Lynch heeft ooit eens een film gemaakt over een man die in Amerika op zijn grasmaaier van Iowa naar Wisconsin rijdt op weg naar zijn broer die hij vele tientallen jaren niet meer gezien heeft. Een tocht van 6 weken lang over ruim 500 kilometer. The Straight Story heet de film en hij is geweldig. Joop zou eigenlijk ook zoiets moeten gaan doen: met de grasmaaier een week of zes door Nederland en België tuffen. Zo kan hij vakantie en hobby mooi combineren. Het zal er nooit van komen, want wie moet dan in de tussentijd het gras maaien bij Goudswaardse Boys?