Ik schreef al eens eerder over het feit dat de scheidsrechter moet kunnen dealen met problemen die in de maatschappij dagelijks aan de orde zijn. Wat mensen elkaar aandoen op straat gebeurt ook op het veld of in de zaal. Voetbal is een spiegel voor onze maatschappij. Door het sporten zelf wordt het karakter van voetballers op de proef gesteld. Arbiters moeten echter hun verantwoordelijkheid nemen en daar waar dat nodig is besluiten nemen, terwijl ze ook zelf aan sport doen. En het nemen van beslissingen kan weer reacties oproepen bij spelers. Men is het met besluiten eens, of oneens. Een andere keuze is er niet.
Meningsverschillen en discussies zijn onlosmakelijk verbonden met het voetbal. Meestal houden ze meer verband met het moment waarop de beslissing genomen werd dan met de beslissing zelf. De scheidsrechter wordt vaak verplicht beslissingen te nemen waar spelers of publiek het niet mee eens zijn. Maar hij heeft nu eenmaal als taak om de spelregels na te leven. Vergeet niet, dat het de speler is die een fout maakt, waarna de arbiter een beslissing neemt geheel volgens de geldende spelregels.
De scheidsrechter beschermt daardoor de sport, maar ook de spelers waartegen de overtreding werd begaan, of de andere betrokkenen die bij het verspelen van een wedstrijd nodig zijn (zoals trainers, coaches, wisselspelers, verzorgers enzovoorts), zonder dat hij stilstaat bij het moment van de wedstrijd of de namen of reputaties van de voetballers. De arbiter moet zijn verantwoordelijkheid nemen en besluiten, als dit van hem (of haar) wordt gevraagd. Ongeacht het moment waarop. Degene die hem/haar dit kwalijk neemt gaat minstens aan het feit voorbij, dat je zonder arbiters geen wedstrijden kunt spelen. Het verdient alleen al respect dat er iemand staat, die deze taak op zich neemt. En over dat woord – respect – wordt vaak gemakkelijk heengestapt. Ook in de maatschappij.
Je moet als scheidsrechter stevig in je schoenen staan. Maar nergens staat beschreven dat je als arbiter maatschappelijk werker moet zijn, toezichthouder bent zoals een politieagent of hulpverlener behoort te zijn zoals een psycholoog als iemand zijn rol als voetballer te buiten gaat. Als onpartijdige persoonlijkheid hoef je niks te weten van het dagelijkse leven van sporters, of hoe zij normaliter in het leven staan. Het mag ook geen rol spelen bij het nemen van beslissingen of iemand voor of na het voetballen zijn/haar vrouw/man mishandelt, de kinderen tijdens het boodschappen doen alleen in de auto achterlaat, de hond schopt, het met de schoolmeester of -juf aanlegt, andere weggebruikers regelmatig de weg afsnijdt, tegen muren aan pist of in plantenbakken urineert tijdens het uitgaan of iedereen de engste ziektes toeroept terwijl hij/zij over straat loopt.
Je moet namelijk altijd onbevooroordeeld zijn en blijven. Terwijl je weet dat men dat omgekeerd naar jou toe dit zeer regelmatig niet is. Het helpt dan niet altijd om meningsverschillen en discussies af te doen in respectvolle bewoordingen. Dan moet er bestraft worden. Met geel, twee keer geel is rood, of – als men heel erg uit de bocht vliegt – met direct rood. Want één ding is zeker: niet de voetballers maar de arbiter bepaalt de grens van wat toelaatbaar is. Als daar geen respect meer voor is, dan kun je beter stoppen. Ik durf hier best ervoor uit te komen, dat ik dat al enkele keren heb gedaan. En wat men ervan vindt interesseert mij geen mallemoer. Want als het respect op en om het veld of in de zaal zoek is, dan ben ik dat ook. O, ja. Fijne kerstdagen allemaal trouwens.
Egbert Egberts fluit wekelijks wedstrijden in het amateurvoetbal. De leidsman schrijft over zijn persoonlijke ervaringen, mooie personen en gebeurtenissen in dat door ons zo geliefde amateurvoetbal. Vragen en/of opmerkingen? Mail naar info@voetbalrotterdam.nl.