Omdat in verslagen van voetbalwedstrijden de scheidsrechter vaker negatief genoemd wordt dan positief, heeft VoetbalRotterdam.nl gemeend een rubriek te moeten maken waarin een scheidsrechter of een assistent scheidsrechter zichzelf aan u voorstelt en een blik verschaft achter de man of vrouw in het scheidsrechter pak.
Hiermee proberen wij de afstand tussen arbitrage en spelers wat te verkleinen en meer begrip te kweken voor als er eens een (onvermijdelijk) foutje wordt gemaakt.
Vandaag heeft Arie van den Bulk de 21-jarige Dévinio Juninck uit Hilversum gevraagd een elftal vragen te beantwoorden:
- Hoelang ben je al als scheidsrechter en/of assistent scheidsrechter actief?
Op mijn twaalfde jaar ben ik begonnen met het fluiten van wedstrijden voor de vereniging. Op mijn zestiende leeftijd heb ik de boscursus voltooid en op mijn achttiende de SO3 succesvol voltooid. Daarna 2 seizoenen jeugd gefloten en sinds november 2017 de overstap gemaakt naar het seniorenvoetbal, waar ik momenteel in groep F fluit (standaard 3e klasse, reserve hoofdklasse).
2. Wat is je leukste herinnering als scheidsrechter of assistent scheidsrechter en waarom?
Ik heb al veel mooie herinneringen mogen meemaken in deze nog jonge scheidsrechters carrière, zoals het mogen leidden van de nacompetitiefinale voor reserveteams afgelopen seizoen en het debuut in het standaard voetbal, wat sneller kwam dan verwacht. Maar als ik moet kiezen, kies ik toch voor de bekerfinale die ik vorig seizoen mocht leidden tussen Hercules O17 en ASV De Dijk O17. Dat seizoen floot ik in jeugdgroep E en was ik net een halfjaar begonnen met seniorenvoetbal (geplaatst in groep G), dus had ik nooit zo een mooie bekerwedstrijd verwacht. Uiteindelijk is de wedstrijd super goed verlopen, mede door een super samenwerking met beide assistenten. Een geslaagde finale en wat mij betreft tot nu toe de mooiste herinnering van het fluiten voor mij.
3. Waarom ben je destijds begonnen met het scheidsrechteren?
Toen ik in de D’tjes voetbalde werd mij gevraagd of ik een keer een wedstrijd wilde fluiten. Dit is mij zo goed bevallen dat ik hiermee doorgegaan ben.
4. Wat zou je als scheidsrechter of assistent scheidsrechter nog graag willen bereiken?
Ik ben nog jong en erg ambitieus. Een persoonlijk doel wat ik mij zelf heb opgesteld is het halen van het CPS traject om zo te kijken hoever ik kan komen.
5. Wat is volgens jou een goede scheidsrechter en aan welke eisen moet een goede scheidsrechter voldoen?
Een goede scheidsrechter is iemand die sterk in zijn schoenen staat, tegen emoties kan en bovendien beschikt over een goede conditie. Een scheidsrechter moet verbaal en non-verbaal sterk zijn en moet lef hebben om bepaalde beslissingen te nemen, ook als dit minder leuke beslissingen zijn. Zelfkritiek hebben is ook een erg belangrijk onderdeel. Kijk altijd eerst naar jezelf als scheidsrechter zijnde als er iets fout gaat en dan pas naar de rest. Tuurlijk kun je ook kijken naar wat er goed gegaan is en dat moet je ook zeker doen, maar kijk ook vooral naar dingen die beter kunnen om je zo elke keer weer te ontwikkelen.
6. Wat is voor jou de meest aansprekende scheidsrechter in het Nederlandse betaalde voetbal en waarom?
Eigenlijk heb ik er twee Björn Kuipers en Bas Nijhuis.
Kuipers heeft eigen alles al wel bereikt wat je als scheidsrechter kunt bereiken en ik vind dit bijzonder knap. Eigenlijk zal ik moeten zeggen team Kuipers, want zij hebben dit gezamenlijk voor elkaar gekregen. En nog steeds staat hij aan de top en na het lezen van zijn boek heb ik hier alleen maar meer bewondering voor gekregen, zeker ook omdat het niet altijd makkelijk is in zijn gezinssituatie.
Nijhuis vind ik ook een geweldige (internationale) scheidsrechter. Elke eredivisiewedstrijd die hij fluit brengt toch net iets extra’s, mede omdat hij toch net wat meer toelaat dan een andere scheidsrechter. Ik hou wel van deze stijl, al moet je wel oppassen dat je hierin niet te ver gaat.
Mijn vader is ook van Twentse komaf en herken veel van wat beide scheidsrechters in hun boeken vertellen. Zij inspireren mij en trekken mij voor de buis om aandachtig te gaan kijken hoe zij hun wedstrijden leidden.
Laat niet staan dat ik de andere Nederlandse arbiters niks vind, want vindt het stuk voor stuk toppers en als ik dat dan vergelijk met andere competities, zijn onze arbiters misschien wel van het beste niveau qua opgeleide arbiters.
7. Welke wedstrijd heb je als laatste geleid en wat vind je van je eigen prestatie in die wedstrijd?
Dit was Reiger Boys – HBOK, met toevallig een rapporteur langs de kant.
Voor mijn gevoel heb ik de wedstrijd tot een goed einde gebracht, gezien beide ploegen tevreden waren na afloop over mijn leiding. Ook de rapporteur gaf haar complimenten aan mij (ja het was een vrouw). Het was wel een wedstrijd waar veel kaarten bij van pas kwamen, zo stond de teller na afloop op 10 gele kaarten, waarvan 2 keer een 2e gele kaart. Deze wedstrijd heb ik 2 mooie voorbeelden gehad van de voordeelregel waaruit beide ploegen een doelpunt maakten. Uiteraard zijn er ook verbeterpunten voor mij en kan ik die mooi mee nemen naar volgende week als ik RKAV Volendam – Vv Bergen mag fluiten.
8. Wanneer heb jij na afloop van een wedstrijd een tevreden gevoel?
Wanneer iedereen tevreden het veld afloopt en het niet over de scheidsrechter heeft in slechte zin en dat ik er zelf die middag ook plezier in heb gehad, want dat is het allerbelangrijkste. Mooie ontwikkelpunten zijn altijd mooi meegenomen en vindt het altijd fijn als ik een paar momenten herken in een wedstrijd waarvan ik kan zeggen, goh misschien had ik dat toch beter zo kunnen doen om dat in het vervolg anders te gaan doen.
9. Zijn er spelregels of andere richtlijnen die jij graag veranderd zou zien en zo ja waarom?
Soms fluit ik nog weleens een B-categorie wedstrijd vrijwillig voor de club. De tijdstrafregel vind ik maar een gedoe om dat allemaal bij te houden. Ik ben van mening dat een normale gele kaart, waarbij een boete volgt meer inpakt heeft op een speler, dan de tijdstraf die soms zelfs als aangenaam wordt gezien om lekker te rusten. Ook mede door die tijdstrafregel is het soms lastig om te oordelen of je iemand geel moet geven, omdat er dan een groter gevolg aanzit dan dat het gevolg is bij een A-categorie wedstrijd, waarbij de speler gewoon op het veld mag staan.
In het betaalde voetbal mag je sinds kort trainers een kaart geven, deze regel zie ik ook graag terugkomen in het amateurvoetbal, zodat het voor iedereen duidelijk is.
10. Wat vind jij van de kwaliteit van de Nederlandse arbitrage in het algemeen?
Die vind ik zeer hoog, zeker als ik het vergelijk met andere landen.
Soms zie je bij Europa league of zelfs Champions league wedstrijden arbiters rondlopen, waarvan ik mij afvraag.. Hoe is dit mogelijk?
Onze arbiters behoren zeker tot de top 5 wereldwijd, misschien zelfs op plaats 1.
11. Welke wedstrijd zou jij heel graag willen leiden?
Derby’s hou ik erg van.
IJsselmeervogels – Spakenburg en Katwijk – Quick Boys zijn natuurlijk DE derby’s in het Nederlandse voetbal op gebied van amateurvoetbal. Het lijkt mij geweldig om deze sfeer mee te maken, waarbij meer publiek op afkomt dan een Keukenkampioendivisie wedstrijd.
Toch is de wedstrijd van het jaar in Nederlands clubverband de Klassieker. Ik denk dat iedere scheidsrechter die wedstrijd wel zal willen fluiten, ik in ieder geval wel.
