Hij heeft clubs getraind als OFB, Den Bommel, Herkingen’55, DVV’09 en is nu aan zijn derde seizoen begonnen bij NTVV uit Nieuwe-Tonge. Alleen met Den Bommel heeft hij een jaartje in de derde klasse gespeeld, al die andere seizoenen reikte hij niet hoger dan de vierde. En toen er nog een vijfde klasse bestond, aan het begin van zijn trainerscarrière, leidde hij OFB dat op dat niveau acteerde. Marius Hotting heeft geen clubs getraind die op hoog niveau voetballen, hij heeft weinig successen geboekt, maar met Den Bommel is hij wel twee keer gepromoveerd, één keertje zelfs nadat de ploeg kampioen was geworden. Toch is Marius een trainer die vaker wedstrijden niet wint, dan wel. Hoe is het om trainer te zijn op dat niveau? Hoe motiveer je jezelf dan? En waar haal je het plezier en de voldoening uit om trainer te blijven? Het zijn vragen die we hem voorleggen na de bekerwedstrijd tegen medevierdeklasser Zinkwegse Boys, die met 6-0 verloren ging.
Marius, vooraf al op de hoogte van het onderwerp van gesprek, gaat er eens goed voor zitten en steekt van wal: ‘Vroeger na zo’n nederlaag moest je bij mij niet aankomen. Dan was ik niet te genieten, zeker niet in de tijd dat ik zelf nog voetbalde. Dan zei ik de hele verdere dag geen woord meer. Nu kan ik beter relativeren. Maar een nederlaag is nog altijd niet leuk hoor. Tegen Zinkwegse Boys, dat zich op veel plekken versterkt heeft, is deze nederlaag geen graadmeter, maar toch vind ik dat we beter voor de dag hadden kunnen komen. Nee, we hebben bij NTVV geen topploeg, dat weet ik ook wel. Maar als alles op zijn plek valt, mik ik op een plek bij de bovenste 5, 6 en kunnen we misschien wel meedoen in de strijd om een periodetitel. Ja, dat meen ik serieus. De beleving bij NTVV is groot, de inzet is prima en de trainingsopkomst is grandioos. Elke keer is er zeker 24 man op de training en dat was vroeger wel anders. Ik sta er om bekend dat ik een trainer ben die het vuurtje opstookt wat betreft de trainingsopkomst. Voor mijn tijd waren er soms trainingen met drie, vier man op het veld. Hoe ik het voor elkaar gekregen heb dat er nu zo veel komen? Doordat ik een goed contact wil met mijn spelers, dat ik oprecht in ze geïnteresseerd ben. Dat ik eerlijk ben en open sta voor hen. Dat ze dus altijd bij me terecht kunnen. Mensen zeggen wel eens dat ik een people manager ben en zo sta ik ook bekend. Clubs weten dat. Als een club een beetje op zijn gat ligt, word ik benaderd met de vraag of ik er trainer wil worden. Bij NTVV was dat ook het geval. Als ik ergens aan de slag ga, dan cijfer ik me zelf helemaal weg. Je moet vertrouwen wekken bij je spelers, heel veel variatie aanbrengen in je trainingen en als ze eenmaal doorhebben dat jij er voor hen bent, wordt dat gewaardeerd. Dan komen ze trainen. En als er dan door veel jongens op een goede manier getraind wordt, wordt het voetbal ook beter.’
‘Alleen kan ik het als trainer trouwens niet. Ik heb daar wel hulp bij nodig. Bij NTVV heb ik een hele goede leider en klikt het met de TC, die 100% achter me staat. Met die hulp en ondersteuning krijg je het dan wel op de rails. Conditioneel staan we er bij NTVV goed op en wat het voetballen betreft, ook daar wordt aan gewerkt. Door veel positiespelletjes te doen bijvoorbeeld. In de vierde klasse H waarin we dit seizoen ingedeeld zijn steekt er geen enkele ploeg bovenuit, zoals OSV Oud-Beijerland vorig jaar. Nu kan iedereen van iedereen winnen. Vorig seizoen ging het in bepaalde periodes ook best wel goed met ons. Zo wonnen we vijf wedstrijden achter elkaar en speelden we met zes invallers 1-1 gelijk tegen WFB dat bovenin meedraaide. Dat geeft vertrouwen. Waarom zou het dan dit seizoen niet kunnen? Het moet alleen wat regelmatiger worden allemaal. Maar we moeten het geloof en het vertrouwen hebben dat het ook dit seizoen weer kan. Help elkaar in het veld. Laat elkaar niet zwemmen. Ga de strijd aan. Laat je niet overlopen. Daar begint het mee. Wat dat betreft mis ik in de voorbereiding wel een speler als Jeroen Roijers, die hierin het voortouw neemt. Maar Jeroen is op de weg terug en ik heb goede hoop dat hij er binnenkort weer bij is.’
‘Ik heb dit seizoen de keus uit ongeveer 16 jongens, die allemaal zelf hun plekkie in het elftal af moeten dwingen. Soms zit ik ’s nachts om half 3 wel eens beneden te bedenken hoe ik dat moeten invullen. Dan zit ik alles te analyseren en schrijf ik alle ideeën voor mezelf op. Ja, ik ben best wel vaak aan het denken hoe ik het allemaal aan ga pakken. Ik ben daar veel mee bezig. Mijn vrouw wordt er wel eens gek van. ‘Als er geen voetbal was, had jij geen leven’, zegt ze wel eens gekscherend. Ja, ik ben bezeten van het spelletje. Maar als ik dan zie hoe mijn spelers tot het gaatje gaan, dan is dat zo mooi om te zien. Daar doe je het dan voor. En dat zit hier allemaal wel snor, hoor. Ik ga dan ook vol goede moed de competitie in.’