‘Het was een onschuldig duel op de training op een doordeweekse dag in februari bij Noordwijk, zo’n duel dat in een partijtje meer dan tien keer voorkomt en waarna meteen verder gegaan wordt. Maar deze keer ging het niet verder. Ruperto Dorothea wist bij het wegdraaien meteen dat het fout zat. ‘Ik voelde een kleine klik in mijn knie, de pijn schoot er meteen in en ik wist dat het niet goed zat’, kijkt hij terug op dat moment. ‘Van opzet was overigens helemaal geen sprake, het was niet eens een krachtig duel. Ik had de periode tot de winterstop al een hele tijd gesukkeld met de hamstrings en was daarvan eindelijk hersteld. Ik kon weer voluit gaan en toen gebeurde dit.’
‘Een kijkoperatie in het Ikazia Ziekenhuis toonde enige tijd later aan dat er een scheurtje in de meniscus van de knie zat. De linker knie, mijn favoriete been zeg maar. Ik ben er aan geholpen en na zo’n operatie weet je wat je moet doen: revalideren, werken aan je herstel. Dat heb ik gedaan bij Adrie Poldervaart, die mij behandeld heeft en ook schema’s voor in de sportschool heeft meegegeven. Ik heb dat allemaal trouw gedaan en had mezelf tot doel gesteld dat ik bij Spijkenisse, bij de start van de voorbereiding helemaal fit zou zijn. Daar lag de focus dan ook op. Maar het liep anders. Ik bleef steken in mijn knie houden en Adrie en ik konden niet plaatsen waar dat vandaan moest komen. Ik was immers geopereerd. Misschien waren het wel de naweeën van de operatie dachten we, maar wat we ook deden, de pijn ging niet weg. De knie bleef opspelen.’
‘Het toeval wilde dat ik in mijn vrije tijd de chirurg tegenkwam die mij geopereerd had. Ik vertelde hem dat ik nog altijd pijn had en we spraken af dat ik nogmaals langs kon komen voor een nieuwe MRI-scan. Dat heb ik gedaan en die scan toonde aan dat er weer een scheurtje in dezelfde meniscus zat. Op een andere plek. Een second opion elders bevestigde dat. Of dat scheurtje bij de eerste kijkoperatie over het hoofd gezien is, of dat het ontstaan is tijdens mijn revalidatie, dat is niet duidelijk. Dat is nu ook niet meer van belang, want ik kan daar toch niks meer aan veranderen. Feit is wel dat ik op advies van Spijkenisse naar Medinova op Zestienhoven gegaan ben, waar spelers als Daan van Bourgonje en Tim van der Lijn veel profijt bij hebben gehad. Anderhalve maand geleden ben ik van daaruit weer doorverwezen naar Erasmus MC en daar is geconcludeerd dat een tweede operatie niet wenselijk is. Dat heeft te maken met de ‘schokdempers’ die in de knie zitten bij zo’n operatie mogelijk aangetast kunnen worden en dat dan de kans bestaat dat ik er op latere leeftijd last van krijg. Ik heb medicatie gekregen, moet de knie op mijn werk anders en ook minder belasten en weer intensief fysio volgen.’
‘Ik word er een beetje moedeloos van. Deze ellende duurt nu al acht maanden en nog ben ik niet fit. Ik richt me nu maar op einde van dit kalender. Ik ben nog nooit zwaar geblesseerd geweest, maar weet nu inmiddels wel dat dit geen pretje is. Het doet zo’n pijn dat je de jongens uit je team ziet voetballen of trainen en dat jij dan aan de kant zit. Je wil daar zo graag bij zijn, maar het kan niet. Meedoen op de training; ik heb het een week of vier geleden een keertje geprobeerd maar kreeg daar een paar dagen later een grote terugslag van. Ik hoop nu maar dat de medicijnen aanslaan. Over een paar weken weten we meer. Heel fraai is wel dat Adrie Poldervaart me onlangs app-te. Hij vroeg hoe het met me was en waarom ik nog steeds niet speelde en hij bood aan om mij straks weer te helpen met de revalidatie. Zo wil hij afmaken waar hij mee begonnen is. Ja, mooi hè! Ik moet haast wel zijn lievelingetje zijn!’