Op zijn zestiende debuteerde hij in het eerste elftal van LMO, een jaar later was hij aanvoerder en had hij een vrije rol op het middenveld. Hij verkaste naar Nieuwenhoorn, dat toen nog in de zondag hoofdklasse speelde, stapte daarna over naar DEH Musschen, waar hij door trainer Fred van Zon van het middenveld afgehaald werd en centraal achterin werd neergezet. Op die positie voetbalt hij nog steeds, maar nu bij tweedeklasser TOGB in Berkel, waar hij inmiddels aan zijn vijfde seizoen bezig is.
Daley Hilkemeijer stapt niet meer zo gauw over naar een nieuwe club. ‘Ik denk er wel over om over een paar jaar met vrienden bij LMO terug te keren en lager te gaan voetballen, maar zo ver is het nog lang niet. En of het er ooit van komt, is overigens lang niet zeker. Dat kan namelijk ook bij TOGB, want daar heb ik het enorm naar mijn zin. Ik blijf ambitieus en als ik een stap hogerop kan maken, zal ik dat misschien wel doen, maar TOGB is het ook heel goed. Het is een bijzonder fijne club met veel leuke mensen en in de 5 jaar dat ik er nu speel, ben ik al een beetje tot de inboedel gaan horen. Ik zal in de ogen van de mensen daar nooit een Berkelaar worden, maar ik voel me goed geaccepteerd, heb het gevoel dat ik er helemaal bij hoor. Ik kwam er terecht door Mark Smith, mijn maatje uit het beachsoccervoetbalteam die nu bij SteDoCo zit. Mark vroeg me met hem mee te gaan naar TOGB en dat heb ik gedaan. Na 1 jaar was hij daar alweer weg, maar ik zit er dus nog steeds. Het enige nadeel wat ik kan bedenken is de afstand. Ik woon in Alblasserdam en naar Berkel is het 35 minuten rijden volgens de routeplanner, maar ik ken inmiddels al zoveel binnendoorweggetjes dat ik er altijd wel binnen een half uurtje ben. Eigenlijk is de afstand ook geen probleem, dus.’
In het elftal van TOGB is de inmiddels 26-jarige Daley niet meer weg te denken. ‘Onder Peter de Haan, de vorige trainer, speelde ik alles en draaiden we altijd bovenin mee. We werden altijd wel tweede of derde en hadden bijna elk jaar een periodetitel op zak en speelden dus nacompetitie, maar een promotie zat er helaas niet in. Dit seizoen hebben we een andere trainer: Ronald Ermes, die vorig seizoen Excelsior Maassluis 2 onder zijn hoede had. Bart Latuheru, iemand met meer dan 400 eredivisiewedstrijden achter zijn naam, is de assistent. Hun manier van voetbal is met andere accenten dan we gewend waren van de drie seizoenen met Peter de Haan. Dat is met elke nieuwe trainer zo natuurlijk, maar het was toch wel even wennen en de resultaten in de voorbereiding waren niet al te best.’
‘De tactiek nu is vooral gebaseerd op vaste patronen en op durven voetballen. Voetbal is een spel van fouten. Iedereen maakt fouten en het is zaak dat je de fouten van de tegenstander afstraft. Daarvoor moet je wel durven te voetballen, de bal ook in moeilijke situaties durven te vragen. In het begin deden de jongens dat nog niet. Zij kozen voor de veilige weg. Maar het gaat steeds beter. We hebben in de competitie al best veel punten verspeeld, maar niet omdat de tegenstanders nou zo veel beter waren. Het lag meer aan ons zelf. Gelukkig is de achterstand nog te overzien en ik heb goede hoop, zeker omdat we onlangs met 1-0 van de koploper wonnen. En dat had wel 4-0 kunnen zijn. We willen voetballen, alleen scoren we te weinig en als we achterin een steekje laten vallen, dan wordt dat met het uitblijven van doelpunten dus niet gecompenseerd. Ik ben centraal achterin de man die er voor moet zorgen dat er geen steken vallen. Ik moet de organisatie neerzetten, de opbouw in goede banen leiden en de jonge jongens om me heen coachen. Dat is een verantwoordelijke taak en dat vind ik heel leuk. Ik ben de prater in de ploeg. Moet de boel al goed neerzetten als we in de aanval zijn. Nee, ik ben geen aanvoerder. Dat is Joey Lems en dat doet hij naar volle tevredenheid. De trainer zegt dat ik geen aanvoerder hoef te zijn. ‘Ik weet toch wel dat je achterin de boel leidt’, zegt hij. Ja, ik ben dus een aanvoerder zonder band om mijn arm.’