Als je hem volgt op het veld moet je goed op blijven letten want anders ben je hem kwijt. Onur Furuncu van Hellevoetsluis is een speler die overal te vinden is. Hij is een zwerver. Het ene moment onderbreekt hij op de linksbackpositie een aanval van de tegenstander, het andere moment geeft hij als rechtsbuiten een voorzet en even later loopt hij op het middenveld meters te maken. En dat allemaal in één en dezelfde wedstrijd. Zaterdag tegen Rhoon was hij ook weer op alle plekken van het veld te vinden, alleen niet onder de lat. Daar hebben ze bij Hellevoetsluis Danijel Ribaric staan, die in Rhoon overigens een hevig vloekende klerencombinatie aanhad: een lichtblauwe broek en een fel gele keeperstrui. Dat had alles te maken met arbiter Calvert uit Pijnacker die zijn veto had uitgesproken over het lichtblauwe tenue dat de doelman in eerste instantie aan had. Dat leek volgens de leidsman te veel op het diep donkerblauwe shirt dat de overige Hellevoetspelers aanhadden. Tja, de wegen van scheidsrechters zijn af en toe ondoorgrondelijk.
Maar terug naar Onur Furuncu. Dat is een speler die me al veel langer kan bekoren. Bij Hellevoetsluis heeft hij een steeds belangrijker rol. Tegen Rhoon begon hij als linksachter maar gaandeweg de wedstrijd werd hij door trainer Edwin de Koning naar steeds andere plekken gedirigeerd. Ingezet worden op steeds andere plekken, Onur vindt dat trouwens best lastig. ‘Waar wil je nou eigenlijk dat ik ga spelen’, vroeg hij vorige week dan ook aan zijn trainer. Edwin de Koning had zijn antwoord al paraat: ‘Waar je vaak aan de bal kunt komen en dat is niet altijd dezelfde plek. Dat hangt van de tegenstander af en van de gebeurtenissen op het veld.’
Een nadeel heeft dit geschuif met Onur overigens wel want nu kan hij zich niet richten op 1 plek in het elftal. Maar zoals Johan Cruijff altijd zei heeft elk nadeel een voordeel. Het voordeel is dat Onur door zijn multifunctionaliteit steeds belangrijker wordt voor de ploeg, die zaterdag zijn vijfde achtereenvolgende competitiezege boekte. Onur is vaak aan de bal. Hij is steeds meer bepalend en steeds meer dominant en zijn energie kan hij op deze manier ook goed kwijt. Bovendien is hij gezegend met een goede trap. Na iets meer dan 20 minuten mag hij net buiten de 16 een vrije trap nemen, links voor het doel. Er staat een verraderlijk windje over het veld en al bij het neerleggen van de bal zie je dat de situatie kansrijk is. ‘Die bal kan er zo maar ineens in’, zegt Hellevoetsluis-voorzitter Edwin Boogaard dan ook. En verdraaid: Onur krult de bal met zijn linkervoet snoeihard achter doelman Bas Oster. Het is het absolute hoogtepunt van een bepaald niet hoogstaand potje voetbal.
Op het einde van de wedstrijd, als de stand inmiddels door een lepe goal van Frenk van Gelderen verdubbeld is, wordt de thuisploeg door trainer Marco van Rijn letterlijk naar voren geschreeuwd. De aanwijzingen van de Rhoon-trainer moeten tot ver in de omtrek te horen zijn. Het helpt warempel nog ook. Hellevoetsluis wordt in de verdediging gedrongen door het opportune voetbal van Rhoon. De aansluitingstreffer valt want Maurice Heijboer straft een slippertje af. Even later trapt Frenk van Gelderen nog een bal van de lijn maar 2-2 wordt het niet. Onur Furuncu zit die fase trouwens op de bank. Een tiental minuten voor tijd is hij door Edwin de Koning immers naar de kant gehaald.
Onur op de bank en plots is Rhoon de bovenliggende partij. Of het één met het ander te maken heeft, is een vraag die je nooit met zekerheid kan beantwoorden. Het is een van de ongrijpbare dingen in het voetbal en dat maakt die sport daarom zo leuk. Een matig potje voetbal kreeg op deze manier een spetterend einde. Het maakte veel goed.