Hij is net terug van een trainingskamp met zijn ploeg en als hem gevraagd wordt hoe het bevallen is, dat lange weekend bij Stay Okay in Bergen op Zoom, dan bromt hij dat hij daar niet zo’n goed gevoel over heeft. Peter-Marcel Nauta, trainer van derdeklasser De Jonge Spartaan uit Middelharnis vindt dat hij door een groot deel van zijn selectie in de kou is gezet. ‘Met de locatie was niks mis. Daar ligt het niet aan’, begint hij zijn betoog. ‘Maar ik had slechts 4 spelers van het eerste elftal tot mijn beschikking. De rest bestond allemaal uit jongens van het tweede. Dat vind ik vreemd. Het trainingskamp is nota bene op verzoek van de spelersgroep georganiseerd. De vorige keer is het goed bevallen en bij de evaluatie van vorig seizoen heeft de spelersgroep aangegeven graag weer op trainingskamp te gaan. Maar nadat de datum vastgesteld was, kreeg ik te maken met de ene afzegging na de andere. De heren gaven de voorkeur aan Q-Base en andere festivals. Dat kan er bij mij niet in. Als trainer ben ik best wel flexibel. Ik stel me echt open voor de jongens, ze kunnen altijd bij me terecht en ik zal ze in alles proberen te helpen, maar dit is me zwaar tegen gevallen. Ik ga ook nog zo ver dat we misschien een andere datum hadden moeten vaststellen, dichter op het einde van de zomervakantie, maar dan nog. Als je eerste elftalspeler bent, heeft het bezoeken van een festival geen voorrang op een trainingskamp, vind ik. Maar misschien ben ik hierin wel ouderwets.’
Heeft de relatie met zijn spelers hierdoor een knauw gekregen? Een beetje wel, beaamt hij, maar hij weigert hier in vast te blijven zitten: ‘Ik heb mijn onvrede al uitgesproken naar de spelers, maar we moeten verder’, is hij stellig. ‘Het ligt achter me. Klaar. Het boek is dicht. Ik wil verder. Ik wil presteren, dus ik weet dat je iedereen nodig hebt. De Jonge Spartaan is nog altijd een groep spelers waar potentie in zit, zeker nu er weer een paar jongens van onder de 19 zijn aangesloten. We zitten nog niet aan ons plafond. Vorig seizoen zijn we op het nippertje, op de allerlaatste speeldag derdeklasser gebleven, maar we hebben het wel op eigen kracht gedaan. We zijn nooit afhankelijk geweest van resultaten van anderen. Het was een zwaar jaar, maar we hebben het gered.’
Voor komend seizoen is de Jonge Spartaan ingedeeld in Zuid. Hoe denkt trainer Nauta daarover? ‘Ik weet niet wat ik daar van moet denken’, zegt hij. ‘Ik ken die ploegen niet. Zo moeten we de eerste wedstrijd tegen Krabbendijke, maar daar weet ik dus helemaal niks van af. Ik zie wel wat het ons gaat brengen. Ik zal me heus nog wel verdiepen in de tegenstanders, maar veel aanpassingen wil ik niet gaan doen. Ik wil uitgaan van onze eigen kracht. Voetballend kunnen we het wel aan, denk ik. Natuurlijk wil ik verzorgd voetbal spelen, maar als er andere dingen gevraagd worden, zal je dat ook moeten kunnen opbrengen. En ik denk dat we dat kunnen. Op het einde van vorig seizoen hebben we echt vechtvoetbal gespeeld en daar hebben we het mee overleefd. In Zuid wordt wel meer fysiek gespeeld zeggen ze, dus daar zal het ook om draaien, vermoed ik. Ook daarin zijn we vorig seizoen gegroeid, vind ik. De Jonge Spartaan is trouwens geen ploeg die met 9 man voor de goal kan liggen en loert op een uitbraak. Zo kunnen we niet spelen, want er is bij de spelers altijd een drang naar voor. Dat is ook de beleving van de jongens. Ze kunnen echt wel voetballen en vorig seizoen heb ik ook gezien dat ze kunnen knokken voor de punten. Wat dat betreft zie ik het wel met vertrouwen tegemoet. We gaan er een leuk seizoen van maken.’
En dan straks in de winterstop weer op trainingskamp, vragen we hem. Hij grijnst: ‘Laten we het daar maar niet meer over hebben’.