Zaterdag, in de rust van de wedstrijd Barendrecht-FC Lienden schalden twee muzieknummers uit de geluidsinstallatie, beide uit lang vervlogen tijden. Er werd begonnen met ‘Smoke on the water’ van Deep Purple. Voor wie het niet kent; zoek het eens op op Spotify of op YouTube. Het intro is huiveringwekkend goed. Het bezorgt je kippenvel en de rest van het nummer is ook geweldig. Het paste perfect bij wat we zojuist van de thuisploeg gezien hadden. De mannen van Adrie Poldervaart hadden een prima partij op de kunstgrasmat gelegd. Er was heel veel beweging in de ploeg, de linies vloeiden in elkaar over, er was nauwelijks balverlies, de bal ging snel en vloeiend van voet tot voet en de driemansdefensie was super geconcentreerd. Barendrecht speelde uitstekend. Ook Tim Eekman blonk uit, verdedigend vooral.
Nou is Tim vrijwel altijd goed. Ekie noemen ze hem bij Barendrecht. Volgens zijn trainer Adrie Poldervaart is hij een van de jongens die de ploeg moet schragen. ‘Tim is belangrijk voor het elftal. Dat zijn ze natuurlijk alle 11, maar hij is een van de spelers waar ik meer van verwacht’, legde Adrie voor de wedstrijd uit. ‘Als hij eens een verkeerde bal geeft, is dat heel vervelend, want daar reken je niet op. Meestal doet hij er iets goeds mee. Hij is vrijwel constant van hoog niveau. Je kunt op hem bouwen, ook nu hij net vader is geworden. Tim staat er altijd.’
Daarmee is niks te veel gezegd. De keren dat ik Barendrecht zag, was Tim uitblinker. Dat was hij in de eerste helft tegen FC Lienden ook. Samen met Lionel Fitsch en Max van Dijk vormde hij de driemansdefensie en zijn tegenstander was Jawad Bellahsan, een lepe speler die tussen de ruimtes probeerde te voetballen. Tim hield hem goed in de gaten. Hij behield afstand maar zat er kort op wanneer dat nodig was. Zeker vier keer kwam hij in de eerste helft voor zijn man en onderschepte op die manier een inspeelpass. Met een voetballer als Eekman erbij kun je achterin een mannetje minder opstellen.
Maar ook aanvallend is Tim van waarde. Vorig seizoen was hij topscorer van de ploeg. Tegen Lienden beperkte hij zijn offensieve impulsen. Hij speelde op zeker. Een paar keer slechts schakelde hij zich aanvallend in, in combinatie vooral met aanvoerder Joey Jongman en dat was telkens de aanzet voor alweer een vloeiende aanval. Bij de rust stond er 3-1 op het scorebord en dat was dik verdiend. Barendrecht had 45 minuten lang Smoke-on-the-watervoetbal gespeeld.
Het tweede en laatste nummer in de rust was van Status Quo. ‘Whatever you want’ heet het. Vergeleken met ‘Smoke on the water’ is dat drie keer niks. Het is simpel. Te gemakkelijk. Oppervlakkig vooral. En als je het mij vraagt kwalitatief zeer matig, slecht zelfs. Het nummer van Status Quo was de opmaat voor een afgrijselijk slechte tweede helft. Van de thuisploeg wel te verstaan. Niet van Lienden. Dat was juist wakker geschud door ‘Smoke on the water’. Het had in de persoon van Frank Wiafe Danquah een extra aanvaller ingebracht en die zorgde met zijn tomeloze inzet en zijn continu opjagen voor heel veel onrust bij de thuisploeg. Binnen enkele minuten stond het 3-3 en een kwartier voor tijd werd het zelfs 3-4. Daar zou het bij blijven. Van Tim Eekman was in de tweede helft niets meer te zien. Hij deed nog wel mee, maar werd evenals al zijn ploegmaten op een hoopje gespeeld. Met zijn kwaliteiten en met zijn ervaring had hij zijn ploeg na rust meer van dienst kunnen zijn en zijn medespelers naar de juiste posities kunnen dirigeren. Poldervaart vindt hem te bescheiden en ook daarin had de trainer gelijk. Tim Eekman had in de tweede helft op moeten staan. In ieder geval zijn mondje moeten roeren. Hij deed het niet. Hij was vlak, timide. Het was Status Quo-voetbal wat hij na rust liet zien.
De volgende thuiswedstrijd moet hij bij Kees van der Meer en Wil Roestenburg van de radiokamer van Barendrecht maar eisen dat ‘Smoke on the water’ in de rust twee keer achter elkaar afgespeeld wordt.
Tim Eekman