Zaterdag ben ik bij Quick Boys geweest. ‘Je moet daar echt een keer naar toe’, bleef mijn voetbalmaat Kees maar aan mijn kop zeuren, ‘want het complex in Katwijk is echt geweldig.’ Daar is geen woord van gelogen. De Dirk Kuijt Tribune die grof geschat plaats biedt aan 3000 man. De zitplaatsen achter het doel, waar de harde kern zich ophield en voor een leuke ambiance zorgde, ook al betrof het een oefenwedstrijdje. De lange zij met de reclameborden 4 rijen hoog. En het veld dat meer dan 20 treden diep in een kuil ligt, de duinen er om heen. Heel mooi allemaal. Maar ik ben ook naar Katwijk gegaan omdat de tegenstander Kozakken Boys was en omdat daar Everton Pires Tavares voetbalt. Het was namelijk al veel te lang geleden dat ik die aan het werk had gezien.
Frêle, kwikzilverig, beweeglijk en gezegend met een goddelijk linkerbeen. Als piepjong spelertje van SCO’63 liet Everton Pires Tavares een onuitwisbare indruk na. Speciaal voor hem ben ik vele, vele malen bij een wedstrijd geweest van de toenmalige zondagclub uit Spijkenisse, die onder trainer Martin Klomp vanuit de 4e klasse opstoomde naar hogere regionen. Het was Everton die wekelijks uitblonk. Frank en vrij, speels vooral, had hij de ene leuke actie na de andere. Met zijn wapperende forse paardenstaart dartelde het ventje over het veld en bijna altijd had hij een bepalende rol.
Later, bij Nieuwenhoorn, toen nog een zondag hoofdklasser, ontwikkelde hij zich verder. Ook bij die club was Martin Klomp zijn trainer en die eiste op dat niveau nog meer van zijn speler. Martin hamerde bij hem steeds weer op het snel spelen van de bal. ‘In de hoofdklasse heb je geen tijd om een balletje onder je voet te halen’, zo zei hij altijd. Deze voetbalwijsheid zou op een tegeltje kunnen staan, maar hij klopt wel. Everton leerde bij Nieuwenhoorn zakelijker te voetballen. Maar hij was nog altijd bepalend en het was nog altijd leuk om hem in actie te zien.
Hij vertrok nadien naar Zwaluwen Vlaardingen, speelde een seizoen bij ASWH, streek daarna neer bij RVVH in Ridderkerk en gaat nu zijn 2e seizoen in bij Kozakken Boys, een van de titelkandidaten in de 2e divisie. En ook bij de club van trainer Danny Buijs is hij niet weg te denken. Maar Everton Pires Tavares is al lang niet meer het piepjonge, speelse en dartele voetballertje van weleer. Met nummer 8 staat bij Kozakken Boys een beer van een vent op het middenveld. Het kan niet anders of Everton moet in de tussenliggende jaren heel wat uren in de sportschool doorgebracht hebben. Het lichaam is van beton, de bovenarmen zijn staalkabels. De paardenstaart is afgeknipt. Het hoofdhaar is kortgeschoren en op de kaken staan baardstoppels van anderhalve week. Everton Pires Tavares is kerel geworden. En zo voetbalt hij ook.
Nog altijd is hij veel aan de bal en nog altijd beroert hij het leer het vaakst met zijn linkerbeen. En nog altijd is hij belangrijk. In de wedstrijd tegen Quick Boys is hij de enige middenvelder die de bal vaak in 1 keer verder transporteert. Dat gaat niet altijd goed. Voorin is er niet veel beweging en Evertons passing is nog vaak te onnauwkeurig. Eén keer loopt Everton met de bal aan de voet in de breedte van het veld. Hij wordt op de huid gezeten door Ricardo Kuijvenhoven die hem de bal ontfutselt en meteen meegeeft aan de opkomende Max van Steen. Die behoudt het overzicht en geeft breed op de mee spurtende Madjer Lukoki die de bal tegen de touwen knalt: 1-0 voor de thuisploeg en bij dat ene doelpunt zou het blijven. Het begon dus allemaal bij balverlies van Everton en binnen no time lag de bal in het doel. ‘In de hoofdklasse heb je geen tijd.’ Ik hoor het Martin Klomp nog zeggen. In de derde en tweede divisie heb je nog minder tijd.
Everton Pires Tavares
Heb nog een leuk oud artikeltje thuis liggen, nooit weggegooid! Bedankt Jan Schoonen!