De allereerste keer dat ik hem in actie zag was op een doordeweekse avond in Vlaardingen, oktober vorig jaar. In een wedstrijd voor de VoetbalRotterdam Cup veegde het tweede elftal van Excelsior Maassluis een nagenoeg compleet Deltasport van het veld. Na 90 minuten stond er 0-4 op het scorebord. Dean van Ooijen maakte er drie. Het kunnen er ook 2 geweest zijn, maar in ieder geval liet hij bij mij grote indruk na. Immer was hij daar waar hij wezen moest. Ze moeten in Maassluis een geweldige spits hebben als ze een jongen als Dean niet in het eerste opstellen, dacht ik nog, maar ik wist ook dat Jeroen Rijsdijk, die ik als trainer hoog heb zitten, ongetwijfeld ook toen geweten zal hebben waar hij mee bezig was.
Jeroen was er die bewuste avond trouwens ook en zie: nog voor de winterstop maakte Dean dan toch zijn opwachting in het eerste elftal. Dat had hij een paar seizoen daarvoor onder John de Wolf ook al gedaan, maar blessureleed kostte hem toen zijn basisplek. Na zijn terugkeer in het eerste elftal liet Dean er geen gras over groeien. Hij scoorde het ene doelpunt na het andere.
Zaterdag rolde er bij verschillende verenigingen eindelijk weer een balletje en natuurlijk ging ik op pad. De reis ging naar Maassluis, want daar zou het plaatselijke Excelsior de strijd aanbinden met hoofdklasser Noordwijk en hoogst waarschijnlijk zou ik Dean van Ooijen weer aan het werk kunnen zien. Ik weet natuurlijk ook wel dat zo’n eerste wedstrijdje goed beschouwd een veredeld trainingspotje is, maar ik was toch benieuwd naar de verrichtingen van Dean.
De A-selectie van Excelsior Maassluis bestaat uit 30 man en daar waren er zaterdag zeker 25 van aanwezig. Dean was er ook en gelukkig verscheen hij aan de aftrap zodat ik hem een helftje kon volgen. Want na rust zouden er andere jongens spelen. Waar Dean heel goed in is, is het zoeken naar ruimte tussen verdedigers. Hij doet op het juiste ogenblik een stapje opzij en creëert zo de benodigde ruimte om aangespeeld te worden. Zaterdag liep dat nog niet goed, want heel vaak werd de bal niet aangespeeld en de paar keer dat het wel gebeurde, sprong hij bij Dean van de voet. Maar je ziet dat hij een constant gevaar is voor een vijandelijke defensie. Altijd is hij loerend op zoek naar het juiste plekje, naar het juiste moment. Hij is altijd in beweging, enigszins parmantig met de borst vooruit alsof daar een medaille prijkt voor zijn verdiensten van vorig seizoen. Het is de kaarsrechte loop van hem, die deze gedachte opwekt. Dean loopt statig, chique. Vaak loom, slechts zelden op topsnelheid. Maar plots, als zijn ploeg opbouwt, gaat het snel. Heel snel. Dan is hij weg. Dan creëert hij dat metertje ruimte dat er eigenlijk niet is. En heel belangrijk op zulke momenten is het gebaar met een wijzende linkerarm naar het (kunst)gras voor zijn voeten waarmee hij zijn ploegmakkers aangeeft: nu, nu moet die bal komen.
Jeroen Rijsdijk vindt dat Dean geen spits is. ‘Hij is geen nummer 9. Maar ook geen nummer 10. Dean voetbalt er eigenlijk altijd tussen. Gekscherend noem ik hem een 9½. Hij is een opportunist, met een goed oog voor de ruimte, heel erg naar de goal gericht’, zegt de trainer
Zoals gezegd lukte dat zaterdag tegen Noordwijk niet of nauwelijks. Een ingespeeld elftal is Excelsior Maassluis nog lang niet. Dat kan ook niet. Het is immers nog heel vroeg in de voorbereiding. Om zo’n patroon bij de ploeg in te slijpen en nog vele, vele andere zaken, daar zijn de oefenwedstrijden voor. Nu is het met Dean van Ooijen nog zoals Dr. John in mijn jeugd zong: ‘Right place, wrong time’. Maar straks, als de vaste patronen er wel zijn, als de Excelsior Maassluis-machine beter geolied is, dan is het ‘in the right place at the right time’, zoals de Engelsen zo mooi zeggen. Of concurrent Kevin Vink of nieuwkomer ‘Smally’ Lake staat op zijn plek, dat kan natuurlijk ook…
Dean van Ooijen