In de uitwedstrijd tegen Heerjansdam, oktober 2015 kwam hij in het veld voor Bastiaan Monster, die met een zware blessure naar de kant moest. Hij was al aan zijn vijfde seizoen bezig bij Zuidland en normaal gesproken was hij geen bankspeler, maar trainer Adri van Tiggelen had die dag anders besloten. Mark Snijder was fel, wilde bewijzen dat zijn trainer het verkeerd had gezien en was daardoor niet helemaal bij de les. ‘Mijn concentratie liet toch wel te wensen over’, blikt hij terug. ‘Ik blokte een bal niet helemaal juist en had meteen pijn in de knie. Ik speelde de wedstrijd wel uit, maar kreeg daarna steeds meer last.’
In het Erasmus MC werd later die week een CT-scan gemaakt van het pijnlijke lichaamsdeel en kreeg Mark te horen dat de voorste kruisband licht ingescheurd was. ‘Operatief ingrijpen was niet nodig; met rust en behandeling zou dat te verhelpen zijn’, vervolgt Mark. ‘Dat viel op zich wel mee. Maar wat zwaar tegenviel was het feit dat de arts vertelde dat mijn kraakbeen fors beschadigd was. En dat gaat niet meer beter worden, zei hij er bij. Voetballen kon niet meer, maar ik kreeg het advies wel te blijven bewegen en maar te kijken tot hoever ik kon gaan. Achteraf ben ik daar niet goed mee omgegaan. Ik wilde te veel. Ik kan niet zo maar iets doen; ik moet wel een doel hebben. Ik heb iets nodig om naar toe te trainen. Heb ik dat niet, dan word ik daar niet gelukkig van. Ik ging fanatiek lopen. Liep in maart 2016 de City Pier City in Den Haag en later zelfs een hele marathon. Rechtdoor lopen ging prima, maar verder kon ik weinig met die knie doen. Van voetballen kon geen sprake zijn. En het ging maar niet over. Die onzekerheid knaagde aan me. Nooit meer voetballen, dat wilde ik niet. Maar ja, ik moest de mening van mijn dokter wel accepteren of ik het daar nou mee eens was of niet.’
Mark Snijder had zich er al bijna bij neergelegd dat hij nooit meer kon voetballen totdat iemand hem adviseerde eens bij het IJsselland Ziekenhuis langs te gaan. ‘Die had ongeveer dezelfde klachten als ik en was er vanaf gekomen. Ik heb lang gedubd of ik het moest doen. Ben uiteindelijk toch naar dat ziekenhuis gegaan. Er werd wederom een scan gemaakt. Mijn kruisband was oké, De schade aan het kraakbeen viel mee. En mijn meniscus was ingescheurd! Dat was verrassend. In juni ben ik daaraan geopereerd en vanaf die tijd ben ik aan mijn herstel beginnen te werken. En nu wel voorzichtig. Wat dat betreft had ik mijn lesje wel geleerd.’
We zijn nu een half jaar verder en Mark is helemaal fit. ‘Ja, lichamelijk fit wel; wedstrijdfit natuurlijk niet’, nuanceert hij. Wat gaat hij nu doen, dat is de grote vraag. Mark is daar al uit: ‘Ik ga eerst een paar keer meetrainen bij Abbenbroek. Daar ken ik veel jongens met wie ik vroeger in het tweede elftal van Spijkenisse heb gevoetbald. Pas als die trainingen goed verlopen zijn ga ik definitief beslissen wat ik ga doen. Zoals het er nu naar uitziet zal dat Abbenbroek wel worden. Ja, dat is een paar stappen terug, dat weet ik. Maar ik ga de tijd nemen om te kijken of ik alles weer aan kan. Ik ga niets forceren. Dat kan in mijn ogen bij een club als Abbenbroek. Dat is gewoon de beste optie, denk ik. Wat daarna op mijn pad komt, dat zie ik later wel.’
(Foto is van Peter van Soest)
Zou zeggen VV Rozenburg !
Zou zeggen blijf maar