Het amateur- en betaald voetbal zijn in gesprek over verbeteringen in de voetbalpiramide. Dit seizoen deed de nieuwe competitieopzet zijn intrede, waarbij voor het eerst sinds 1954 promotie en degradatie tussen het betaald voetbal en amateurvoetbal een feit werd.
Gistermiddag, maandag 6 maart, zijn de grootste uitdagingen in de voetbalpiramide, het aantal verplichte contractspelers in het amateurvoetbal en de deelname van beloftenteams, onder de loep genomen. Aan tafel zaten vertegenwoordigers van de Tweede en Derde divisie, Eerste divisie, Eredivisie, de ledenraad amateurvoetbal en directie van de KNVB. Tijdens het gesprek zijn de aanwezigen het eens geworden over voorstellen tot verbeteringen van de voetbalpiramide. Dit zijn aanpassingen op het besluit dat in 2014 over de voetbalpiramide is genomen.
De CVTD, de Coöperatieve Vereniging Tweede en Derde divisie, bespreekt donderdag 9 maart de voorstellen met de betrokken clubs. Ook met de betaald voetbalclubs worden de plannen gedeeld. De voorstellen kunnen op de bondsvergadering van dinsdag 21 maart ter besluitvorming worden voorgelegd.
Contractspelers
In de Tweede en Derde divisie zijn er sinds dit seizoen licentievoorwaarden ingevoerd. Dit zijn voorwaarden die clubs helpen gefaseerd toe te groeien naar een hoger niveau, in het geval van promotie. De verplichting contractspelers te registreren stuit een aantal clubs tegen de borst. De eis is om die reden tegen het licht gehouden. Er ligt nu een voorstel waarin clubs minder contracten hoeven af te sluiten. Het maximaal aantal uren in een contract wordt ook beperkt, van 12 uur naar 10 uur (Tweede divisie) en 8 uur (Derde divisie) per week. Bovendien wordt onderzocht of er naast het verplicht aantal contractspelers, ook contracten met minder uren kunnen worden aangeboden.
Onderdeel van het voorstel is het aantal contractspelers te koppelen aan de kwaliteit van de jeugdopleiding van de club. De investering in de ontwikkeling van het jeugdvoetbal komt zo meer centraal te staan en wordt gestimuleerd. Hoe beter de jeugdopleiding wordt gewaardeerd, des te minder contractspelers een club hoeft te registreren. Dat komt de ontwikkeling van het Nederlandse voetbal ten goede.
Kwaliteit en Performance-model
De jeugdopleidingen in Nederland worden beoordeeld met het zogeheten Kwaliteit en Performance-model. Een jeugdopleiding van een club kan een lokale, regionale, nationale of internationale status krijgen. Clubs in de Tweede divisie met een lokale gecertificeerde jeugdopleiding gaan in het voorstel naar acht verplichte contractspelers in het tweede jaar. Bij een regionale status is dat vier contractspelers. In de Derde divisie hoeven clubs bij een regionale en lokale certificering helemaal geen contractspelers meer te hebben.
Bron: KNVB.nl