Voor het seizoen was de doelstelling bij hoofdklasser Spijkenisse duidelijk. Technische staf en beleidsbepalers waren het er over eens: ‘Met attractief en aanvallend voetbal meedoen om de prijzen.’
Trainer Peter Wubben kan daar prima mee leven, want hij is een van de initiators van dat plan. ‘Wij moeten niet, wij willen. En we denken dat het kan. Gezien de begroting van een aantal tegenstanders in deze hoofdklasse, die meer geld kunnen besteden dan wij en dus geduchte concurrenten zijn, is dat toch een realistisch streven’, vindt hij. ‘Een aanvallende speelwijze, inzet en keihard werken moet het geld van andere teams compenseren. We zullen bovendien slim moeten zijn en een uitgekiend spelersbeleid moeten blijven voeren. Wij zoeken niet naar goede spelers, maar naar spelers die bij onze speelstijl passen. Die komt er kort gezegd op neer dat we zo snel mogelijk een bal willen afpakken en dat we zo snel mogelijk een goal willen maken. Je begint daarmee dus op de helft van de tegenstander. Daar wil ik geen concessies in doen. Dat deden we ook niet toen we na de eerste vier competitiewedstrijden er drie gelijk gespeeld hadden. Wij blijven aanvallend voetbal spelen. Tot nu toe pakt het allemaal goed uit, dit seizoen. We staan er goed bij. De punten die we hebben zijn terecht, hoewel we bij Achilles Veen hadden moeten winnen. Maar daar staat tegenover dat we bij Hoek de punten niet verdienden. Maar we doen mee om de prijzen en daar ben ik blij mee.’
Maar tevreden is Peter Wubben toch niet helemaal. Hij legt uit: ‘Het punt is dat het heel moeilijk is dit seizoen je spelersgroep fit te krijgen en te houden. Het seizoen begon dit jaar heel vroeg, op 20 augustus al. Dat betekende dat we al voor de zomervakantie met de voorbereiding begonnen. En voor de winterstop waren wij de laatste speelronde vrij en dat betekent dat je er weer een week extra uitligt. Op 14 januari wacht Noordwijk uit, een heel belangrijke wedstrijd met een maximale weerstand. Dan moeten we er staan. Met al die voetballoze weken tussendoor nu kun je gaan lanterfanten. Of je kunt stevig doortrainen. Dat laatste doen we dus, want de groep moet fris en topfit zijn voor Noordwijk uit. We hebben doorgetraind, zijn op het strand bezig geweest, maar met de indeling en met de speelrondes dit jaar is dat toch allemaal lastig in te plannen.’
Op 3 januari hervat Spijkenisse de trainingen. ‘Twee dagen later komt Oud Spijkenisse tegen het huidige Spijkenisse er nog een tussen, maar daar kan ik mee leven. Dat is traditie; die wedstrijd hoort er bij’, gaat Peter verder. ‘En daarna is alles weer gericht op Noordwijk: de trainingen, een driedaags trainingskamp in Papendal, hard werken, de spelers bewust vermoeien zodat ze daarna weer kunnen herstellen en dan is het zover. Dan moeten we er staan.’