‘Hier moet jij niet vrolijk van worden’. Ik zei dit tegen Smitshoektrainer Raymond Frehe op het terras van het clubhuis, een kwartiertje nadat zijn ploeg verloren had van tweedeklasser Nieuwenhoorn. Ik had een ploeg aan het werk gezien die voetbalde in één tempo, een ploeg die tam was, weinig verrassende dingen liet zien en in de zestien bepaald niet scherp was. De tegenstander was dat wel en zo stond er na 90 minuten 1-2 op het scorebord. Met dat alles kun je als trainer niet tevreden zijn, dacht ik en dat zei ik dan ook tegen Raymond.
‘Dan heb jij toch een andere wedstrijd gezien’, reageerde hij fijntjes. ‘Ik ben niet zo ontevreden als de uitslag doet vermoeden. Als ik alleen op die uitslag afga, doe ik aan scorebordjournalistiek. Dat doe ik niet. Ik kijk verder. Ik heb van mijn ploeg goede dingen gezien. Er zijn veel kansen gecreëerd: binnenkant paal, de bal is door Nieuwenhoorn een paar keer van de lijn gehaald en we hebben een penalty gemist. Maar ik ben tevreden. Er is vrij afwisselend gevoetbald in een prima tempo. Ik zie het wel degelijk positief in.’
Was Raymond Frehe afgelopen zaterdag in een milde bui? Is hij een rasoptimist? Of had hij gewoon gelijk? Het zal van alle drie wel een beetje zijn, vermoed ik. Als trainer ga je aan het einde van de voorbereiding je manschappen niet afbranden. Toch? Raymond gaf Nieuwenhoorn een compliment – ‘Die ploeg deed het slim, door in de tweede helft tussen de linies te voetballen’ – maar was ook lovend over zijn eigen jongens. Die hadden inderdaad veel kansen gecreëerd, vooral voor rust. En bij vlagen was het nog leuk ook. Maar de echte scherpte ontbrak. En daar gaat het toch om? Als je je kansen niet benut in de hoofdklasse, dan word je geslacht. Tegenstanders straffen zoiets onmiddellijk af. Dat deed Nieuwenhoorn al en die ploeg speelt twee klassen lager…
Als Smitshoek in de hoofdklasse speelt zoals zaterdag tegen Nieuwenhoorn, dan vrees ik het ergste. Om te beginnen komend weekend tegen het Amsterdamse Swift. Raymond Frehe heeft al een paar grijze haartjes aan de slapen en bovenop zijn hoofd. Als het straks gaat zoals het tegen Nieuwenhoorn ging, heeft hij binnen een paar weken dezelfde kleur haardos als ik. Dan zal hij niet meer rustig zijn op de bank. Zaterdag was hij dat wel. Het was nog gezellig ook, met zijn vijven op een rijtje naast de dug-out: met materiaalman Appie Bol, met verzorger Leo Mosselaar, met leider Marco Roos en met assistent Martin de Waard. Ze keuvelden er op los en het ging heus niet alleen over de wedstrijd.
Laten we maar zeggen dat ook op de bank de scherpte een beetje ontbrak, zaterdag. Ik heb Raymond wel eens anders gezien. Dan vergt hij elke seconde het maximale van zijn spelers en ook scheidsrechters en grensrechters moeten het dan soms ontgelden. Ik heb het daar met hem wel eens over gehad. Dat het soms wel iets minder kan, vooral tegen de arbitrage. Hij beaamde het. ‘Ik ben soms nog te emotioneel, dat weet ik ook wel’, weet hij van zichzelf.
Dat hij zaterdag voor zijn doen heel stilletjes op de bank zat, dat is weer het andere uiterste. Tegen Thijs Oomsen zegt hij dat hij moet indribbelen, maar hij doet dat zo zachtjes dat Thijs dat onmogelijk gehoord kan hebben. Dat de verdediger desondanks indribbelt, pleit voor de automatismen die wel degelijk in de ploeg zitten. Pas na drieën schalde voor het eerst Raymonds stem over sportpark Smitshoek: ‘Diego doordekken.’ Zo kenden we hem weer. Er was toen al meer dan een half uur gespeeld. We zullen het er maar op houden dat de voorbereiding van Smitshoek zwaar en inspannend is geweest. Vermoeiend voor zowel de spelers als voor de technische staf. Tja, dan ontbreekt de scherpte toch een klein beetje, bij iedereen. Als ze in Smitshoek maar beseffen dat het zaterdag tegen Swift echt anders zal moeten. Raymond kennende zal dat wel het geval zijn. Zo bekeken heeft die nederlaag tegen Nieuwenhoorn dan toch ook weer nut.