‘Ik ben schijtziek van al dat verdedigende voetbal dat je de laatste tijd op tv ziet’, moppert Spijkenisse-trainer Peter Wubben een half uurtje voor de aftrap van de eerste competitiewedstrijd van het seizoen, thuis tegen Noordwijk. ‘Ik ga vandaag vol voor de aanval.’ ‘Da’s mooi’, zei ik tegen hem, ‘laten we hopen dat het dan 5-4 wordt. ’Of 4-5, dat kan ook’, antwoordde Wubben, ‘wat resultaat betreft natuurlijk minder, maar ik wil dat de mensen genieten.’
Gelukkig zijn er nog trainers die er zo over denken. Zijn spelers konden het overigens eerst niet geloven toen hij eerder die week aankondigde zeer aanvallend te willen voetballen tegen de gedoodverfde titelkandidaat, vooral de nieuwe jongens niet. Maar Wubben hield vast aan zijn plan en zette zaterdag een zeer aanvallend elftal neer, met backs die veelvuldig moesten opkomen, middenvelders en voorhoedespelers die alles zouden gaan afjagen en de hele ploeg moest druk zetten en doorschuiven. Voorin had hij Daan Bourgonje geposteerd, de 19-jarige jongeling, die een paar jaar eerder van Nieuwenhoorn naar sportpark Jaap Riedijk was gekomen en vorig seizoen in een oefenpotje tegen Brielle zijn debuut in het eerste elftal had opgeluisterd met twee fraaie treffers. In de voorbereiding op deze voetbaljaargang had hij er 5 gemaakt en Wubben besloot voor Daan een plekje in de basis in te ruimen. Daar moet hij geen spijt van hebben gehad. Daan gaf de voorzet voor de openingstreffer, een kopbal van Bart van Muijen, en scoorde de twee andere doelpunten voor Spijkenisse, de 2-1 en de 3-1. Daan speelde een puike wedstrijd, want hij was met zijn gejaag en nimmer aflatende storingsarbeid een constante plaag voor de verdedigers van Noordwijk.
Alle spelers van Spijkenisse speelden overigens een prima partij en het was fraai om te zien, vooral in de eerste helft, dat Noordwijk telkens vastgezet werd en opgejaagd, al bij de uittrap van doelman Nicky Sanders. De 1-0 was een logisch gevolg van het spel. Daan Bourgonje zette drie man in de wind en leverde een op maat gesneden voorzet af, waar de mee opgekomen laatste man Bart van Muijen alleen maar tegenaan hoefde te lopen. Kort daarvoor was Spijkenisse trouwens twee keer door het oog van de naald gekropen, toen Emiel Wendt enorme kansen om zeep had geholpen. Dat Noordwijk bepaald geen misselijke ploeg was, toonden ze aan toen ze na een helft waarin Spijkenisse ogenschijnlijk oppermachtig was uit het niets een prima goal maakten. Dat was luttele seconden voor rust. Bert van Muijen verspeelde een bal op het middenveld, rechtsbuiten Denzel James werd meteen gelanceerd en die rondde koelbloedig af.
Het eerste kwartiertje na rust was voor de bezoekers. Spijkenisse werd naar achteren gedrongen, maar toen stond Daan echt op. Mede door zijn spel, voetbalde de thuisploeg zich onder de druk uit en kwam weer in het ritme van voor rust. De 2-1 en de 3-1 waren dik verdiend en conform het spelbeeld. Maar nog liet Noordwijk niet af. De 3-2 tien minuten voor tijd was een zondagschot van verdediger Danny de Jel en heel diep in blessuretijd zeilde een afgeweken bal over doelman Dyron Bijl tegen de netten: 3-3 en zure gezichten bij alle Spijkenissers. Dat ze die voorsprong niet over de streep konden trekken… Maar ze moeten niet wanhopen. Het was echt goed. Toch was het al bij al een terechte uitslag, vond ik.
Ik heb genoten, zaterdag, precies zoals Peter Wubben vooraf beloofd had. Genoten van het spel van beide ploegen, maar vooral van Daan Bourgonje. ‘Hij is nog wat timide. Als we bij tegenstanders de bus uitstappen, denken mensen vaak dat hij het hulpje van de materiaalman is, of de mascotte, maar eenmaal op het veld weten ze al snel dat hij kan voetballen’, had Peter Wubben voor de wedstrijd al aangegeven.
‘En nu naar huis en meteen naar bed’, zei de trainer tegen Daan, toen hij fris gedoucht de kleedkamer uitkwam. Op het parkeerterrein sprak ik hem nog even aan en complimenteerde hem met zijn spel. ‘Ja, het afjagen en vastzetten lukte goed, precies zoals de opzet was, maar voetballend ben ik toch niet tevreden. Dat kon beter’, vond hij van zichzelf. Mooi ventje, die Daan. Die knul komt er wel.