Kwade tongen beweren dat hij bij eersteklasser Brielle enkel in de basis staat omdat zijn schoonvader Jaap de Winter sponsor is van die club. Dat gaat mij iets te ver. Djoemian Sarkam heeft in het verleden onder meer bij DOTO, HVO, PFC, TOGR en twee periodes bij Spijkenisse gevoetbald en daar heeft hij echt niet alleen gespeeld omdat Jaap zijn portemonnee trok. Of hij had toen Jaaps dochter nog niet aan de haak geslagen, dat kan ook natuurlijk.
Maar alle gekheid op een stokje, ik zie Djoemian al vele jaren voetballen en zijn plekje in de basis heeft hij toch altijd echt op eigen kracht afgedwongen. Hij kon heus wel mee. En als dat niet zo zou zijn, dan zouden trainers als Peter Wubben en Ben Spork toch geen knip voor de neus waard zijn als ze hun opstelling laten bepalen door geldschieters?
Zaterdag moest Djoemian tegen Breukelen spelen, de eerste wedstrijd van een tweeluik om een plek in de hoofdklasse. Het was een mooie gelegenheid om hem weer eens aan het werk te zien.
Door zijn trainer Ben Spork was hij op het middenveld geposteerd, vlak voor de viermansdefensie en met Alex van Dommelen in zijn buurt. Het gaf al een beetje de intenties van de ploeg weer, want vooraf was Breukelen ingeschaald als een gevaarlijke tegenstander, met een paar prima spelers. ‘Dan moeten wij niet al te hoog staan, compact spelen, het veld klein houden en loeren op een snelle uitval’, zo moet Spork zijn manschappen verteld hebben.
Djoemian, die zich anderhalf uur voor de wedstrijd in de catacomben nog met twee reclamemeisjes van Red Bull had onderhouden, was er klaar voor. Red Bull geeft je vleugels, toch? Maar wie gedacht had dat Djoemian en zijn kameraden uit de startblokken zouden schieten, had het mis. Het was voorzichtig, risicoloos en tamelijk afwachtend allemaal bij de thuisploeg. Alsof op de allereerste plaats een tegengoal vermeden moest worden. Djoemian liep de gaatjes dicht, bewaakte de ruimtes, ontfutselde hier en daar een bal, wees links en rechts en speelde eens terug op zijn keeper, maar liep zich niet bepaald het vuur uit de sloffen. Omdat de bezoekers evenmin fel van leer trokken, kon hij zijn werk vaak doen in wandelpas. Zo ontspon zich een wedstrijd waarbij, vooral in de eerste helft het tempo laag was en de kansen schaars. Jeffrey Duijnstee schoot met een stuit over, een kopbal van Marcel van den Berg werd door Ömer Özcelik van de lijn gehaald en aan de andere kant dook doelman Merrick Leijnse een venijnig schot van Renaldo Jongebloet katachtig uit de hoek.
En Djoemian? Die bewaakte met Alex van Dommelen en Bjorn Wagenaar het middenveld. Heel vaak was hij niet aan de bal en al helemaal niet beslissend. Een steekbal, een slim passje; je ziet het Djoemian niet doen. Die rol heeft hij ook niet bij Brielle. Wie dan wel in die ploeg, zo kun je je meteen afvragen. Een gebrek aan creativiteit kun je de ploeg namelijk wel aanwrijven. Desondanks waren er kansjes voor de thuisploeg. Maar ze kwamen allemaal voort uit stilliggende fases, corners vooral. Alleen die knal van Duijnstee diep in de tweede helft tegen de onderkant van de lat was na een uitgespeelde aanval. Zo leek Brielle-Breukelen uit te draaien op een 0-0. ‘Ook niet slecht’, werd er op de tribune door Briellesupporters al tegen elkaar gezegd. Maar het liep toch anders. Een paar minuten voor het einde kopte de vrijgelaten Daniel Kops met een boogje de 0-1 tegen de touwen en stond Brielle opeens met lege handen.
‘Zo jammer’, zei Djoemian na afloop. ‘Ze waren op en toch scoren ze nog. We hadden dit niet meer weg moeten geven.’ Hij had volkomen gelijk. Het was vlak, povertjes, saai bijna. Volgende week in de return zal Brielle het over een andere boeg moeten gooien. Meer gedurfd, meer op de aanval, verrassender. En dan moeten ook de echte kerels opstaan. Gezien al zijn ervaring moet de 33-jarige Djoemian een van die kerels zijn. Dat moet kunnen, toch?