Een groepje donkere jongens stond bij elkaar aan de rand van het veld tijdens de wedstrijd Spartaan ’20-SV Charlois. Ze stonden buitenlandse spelers door te nemen. Marokkanen vooral, die kwamen allemaal aan bod. Of ze nu bij Telstar, bij NAC of in het nationale zaalvoetbalteam speelden, die jongens voegen echt wat toe, zo wisten ze te vertellen. Eentje had kennelijk bondscoach Marcel Loosveld gesproken en die schijnt gezegd te hebben dat hij niet op ras selecteert, maar gewoon de beste spelers kiest. ‘En zo is het maar net. De beste speelt gewoon.’ De rest knikte instemmend. ‘Weet je wie ook goed is’, vervolgde een ander. ‘Rachid, die nummer 11 van Spartaan ‘20. Die is snel, kan een mannetje voorbij en vaak wel meer dan 1 maar dan weet hij het niet meer.’
De spreker had groot gelijk. In de wedstrijd was Rachid op de linkervleugel al een paar keer aan de haal gegaan en langs zijn directe tegenstander Crestefor Obispo geglipt. Na een half uur bewoog hij zich prima in de ruimte en werd in de loop aangespeeld. De bal lag goed voor zijn sterke rechterbeen maar het schot was hopeloos. Een minuut later had hij zijn beste actie. Hij legde drie man in de luren en manoeuvreerde zich alleen voor doelman Houari Djebbouri. Maar na die fabelachtige solo was Rachid tot niets anders in staat dan een zwak schot recht in de handen van de keeper. ‘Hij is snel, kan een mannetje voorbij maar dan weet hij het vaak niet.’ De woorden van de jongen uit het groepje naast me werden eens te meer bewaarheid.
De topper tussen de twee kampioenskandidaten in de vierde klasse F stelde voor rust niet erg veel voor. Marcel van Meenen, de doelman van de thuisploeg riep zeker 10 keer ‘jammer’ naar medespelers die hoog over of ver naast schoten, een slechte pass gaven of de bal anderszins verspeelden. ‘Jammer’. ‘Jammer’. SV Charlois was niet veel beter. Of net zo slecht. Het is maar hoe je het bekijkt. In ieder geval waren beide ploegen aan elkaar gewaagd.
Dat was In de tweede helft ook het geval. Rachid Bouali was een paar keer dreigend, maar echt gevaarlijk werd hij niet meer. Dat kwam aan de ene kant door Crestefor Obispo zijn directe tegenstander, die een paar keer aanvallend over hem heen ging zodat hij genoodzaakt was mee te verdedigen, zelfs tot in de eigen zestien. Maar het lag nog veel meer aan het feit dat hij als linksbuiten speelde terwijl hij stijf rechts is. Bij elke actie aan de zijlijn moest hij naar binnen kappen naar zijn sterke rechterbeen en dat haalde zowel de snelheid als de verrassing uit zijn acties. Toch stond hij aan de basis van de 1-0. Vanaf links en met zijn rechterbeen! Hij trapte een corner en daar kwam de goal uit. Die hoekschop werd ingekopt, door Noureddine Laazibi van de lijn gehaald en daarna toch door aanvoerder Niels Cremer over de lijn gefrommeld.
Charlois kreeg daarmee de kous op de kop. Het mocht die achterstand zichzelf aanrekenen. Twee hele grote kansen waren namelijk gemist. Die open kopkans van Miquel Lopes Silva bij de tweede paal voor een leeg doel had zelfs ik nog tegen de touwen gewerkt. Door Patrick Mbele werd het nog 2-0 voordat Dario Lara Olaya uit een penalty iets terug kon doen. Rachid en zijn ploegmaats namen daarmee een voorschot op de titel, maar volgende week kan het allemaal weer anders zijn. Hij zal dan wel opnieuw linksbuiten spelen, maar als ik trainer Patrick Schaerlaeckens was gaf ik hem de opdracht mee om tijdens de wedstrijd een paar keer van flank te wisselen. Ik denk namelijk dat Rachid aan de rechterkant veel verrassender kan zijn. En dan weet hij er na een goede passeeractie ongetwijfeld wel een goed gevolg aan te geven.