Gijsbert? Is dat geen hockeynaam? In Ouddorp in ieder geval niet, want daar huppelt Gijsbert van Estrik niet met een stick over een sportveld. Hij is als middenvelder in de weer bij voetbalvereniging WFB, een derdeklasser die na 3 competitiewedstrijden 7 punten had en zaterdag de strijd aanbond met koploper DBGC dat nog zonder puntverlies was.
Voetballer dus. Het heeft er trouwens een tijd naar uitgezien dat Gijsbert dat nooit meer zou zijn. Anderhalf jaar was hij uit de running vanwege ernstig kruisbandletsel. Vorig seizoen werd hij door de nieuwe trainer Harry Rusken aangesteld als assistent en dat was volgens eigen zeggen een prima leerjaar voor Gijsbert. Maar nu is hij hersteld en Harry heeft hem zijn basisplaats teruggegeven. Gijsbert is back. En hoe!
Ruim 10 jaar speelt hij al in het eerste bij WFB, ongeveer net zo lang als Arie ’t Mannetje voorzitter is. Arie heeft hem al die jaren slechts één keer zien scoren, uit bij SC Botlek, heel, heel lang geleden. Kennelijk heeft Gijsbert andere kwaliteiten.
De Dominee noemen ze hem bij WFB. Hij is namelijk de zoon van de plaatselijke dominee. In de hoedanigheid van voetballer verspreidt Gijsbert al dan niet bewust het gedachtengoed van zijn vader: oog voor de medemens, naastenliefde gaat voor eigenbelang en zo meer. Als je Gijsbert ziet voetballen is dat een verademing. Hij begaat geen overtredingen, stuurt ploeggenoten terug om gevallen DBGC-ers overeind te helpen, gaat nooit met de scheidsrechter in discussie. Gijsbert is het toonbeeld van sportiviteit. Hoewel hij middenvelder is en zijn voornaamste taak bestaat uit het ontregelen van de opbouw van de tegenstander, gaat hij slechts zeer zelden een lijf-aan-lijf-duel aan. Slidings zie je hem niet maken. Toch onderbreekt hij vaak een aanval. Dat doet hij door zich goed op te stellen en daaraan zie je dat hij het spelletje snapt. Om met de woorden van Louis van Gaal te spreken: ‘Hij is perfect in staat een wedstrijd te lezen.’
Tegen DBGC, voetballend de bovenliggende partij zaterdag, kan Gijsbert zo toch uitblinken. Keer op keer is hij aan de bal en meestal doet hij er iets goeds mee. Zoals die ene keer dat hij een veroverde bal meteen doorspeelt op rechtsbuiten Simon Bremer die vervolgens een voorzet loslaat die Joey van Assen kan binnenwerken. Die goal betekent de 1-1 en een sensatie hangt dan in de lucht. DBGC, dat eerder in de wedstrijd talloze grote kansen om zeep had geholpen, dreigt op dat moment door de ontketende thuisploeg overlopen te worden. Het is een fase in de wedstrijd waarin Gijsbert van Estrik als een grootvorst regeert op het veld. Alles wat hij doet is goed.
Toch is het DBGC dat het potje er uiteindelijk uithaalt. Een verdekt schot van Lars van Es betekent de 1-2 en kort daarna lepelt Wilco Pulleman een bal over de keeper in de verre hoek. Dat diep in blessuretijd Gert Jan Bakelaar zijn eigen doelman Marco Krommenhoek met een hoge lob in de luren legt was wel komisch, maar feitelijk niet meer van belang. WFB had gestreden voor wat het waard was maar DBGC ging met de punten aan de haal. Dat was volkomen terecht en gezien de kansenverhouding niet eens geflatteerd. Toch was een verrassing mogelijk geweest.
Het is jammer dat WFB maar over één Gijsbert van Estrik beschikt. Zou hij niet een paar broers hebben die ook tegen een balletje trappen? Of zouden die gasten allemaal hockeyen?
Inderdaad een hele fijne vent om mee te werken, ik denk de jongste aanvoerder van WFB ooit , een prima gozer