Als je terugblikt op zijn voetballoopbaan tot nu toe, heeft hij eigenlijk alleen bij OVV en in een eerdere periode bij SCO’63, toen nog onder trainer Ton Pattinama, aan de verwachtingen voldaan. Toen stond hij regelmatig in de basis, maar bij alle andere verenigingen waar hij speelde, of dat nu Hekelingen was, DOTO of Deltasport, overal zat hij net tegen het eerste elftal aan maar lukte het hem niet om het laatste stapje te maken. Dit seizoen is Aschraf Rahil, ‘Ara’ voor vrienden en bekenden, weer maar eens teruggekeerd bij SCO’63 en pas nu heeft hij een onomstreden basisplaats. Aanvoerder is hij zelfs. En daar hoeft hij niet veel voor te doen, want trainen doet hij zelden en op het veld kun je hem nu niet bepaald heel actief noemen.
‘Een overlevingsjaar’ noemen ze dit seizoen bij SCO’63 zelf en die constatering is volkomen terecht. De selectie is namelijk grotendeels samengesteld uit voetballers die bij de club eerder in het tweede voetbalden of in de A en daar zijn geen begenadigde talenten bij. Gekscherend zou je kunnen zeggen dat als je hard kunt lopen en een bal 10 meter ver weg kan schieten je bij SCO‘63 in de basis staat. Zaterdag werd de uitwedstrijd tegen Hekelingen, ook geen hoogvlieger, kansloos met 4-1 verloren. Te midden van al die beperkte voetballers, die allemaal echt wel hun best doen en zeker van goede wil zijn, loopt dit seizoen dus Ara rond. Juist hij zou dan op moeten vallen en het verschil moeten maken, maar dat doet hij niet. Ik heb hem zaterdag tegen Hekelingen een hele wedstrijd gevolgd en was na 90 minuten behoorlijk teleurgesteld in hetgeen hij gebracht had. Hij was laatste man, had het hele veld voor zich, maar deed nagenoeg niks met de geboden ruimte. Zijn eerste vijf balcontacten leverde hij meteen in bij een tegenstander en daarna ging het niet veel beter. Veel meters maakte hij niet. Hij speelde zuinig en met die omschrijving ben ik heel positief, want hoewel hij met zijn linkerarm zoals Johan Cruijff in zijn beste dagen wees waar ploeggenoten moesten lopen, liep Ara zelf nauwelijks een meter.
Na de wedstrijd sprak ik hem aan en uitte mijn teleurstelling over zijn spelniveau. In zijn vorige periode bij SCO’63 had ik hem vaak genoeg zien schitteren, maar na het uitstapje naar Real Parbo is dit seizoen bij SCO’63 een totaal andere Ara teruggekeerd. Vroeger had hij nog een puike conditie, was een hele wedstrijd in de weer en deed heel vaak leuke dingen. Nu is het huilen met de pet. Hij was in de wedstrijd nog het meest bezig geweest met Mehmet Kar, zijn eigen keeper. Als de bal niet in hun buurt was, kletsten ze met elkaar, maakten dolletjes en keken af en toe met een vette grijns op het gezicht of de bal niet hun kant op kwam. ‘Hoe diep ben je gezonken, man’, zei ik tegen hem. ‘Dit was vandaag toch helemaal niks?’ Ara gaf me gelijk. Het was inderdaad helemaal niks. Feitelijk heeft hij de moed al lang opgegeven, zo vertelde hij. Spelen met goedwillende jongens met zeer beperkte kwaliteiten is niet leuk. ‘Maar zelf kan ik het ook niet brengen’, was hij zelfkritisch. ‘Ik ben druk bezig met een verandering van werk. Cursussen volgen. Druk, druk, druk. Weinig tijd ook om te trainen en dat schiet er dus vaak bij in.’ Het verhaal van Ara sneed hout. Ik snapte het allemaal wel. Maar dan nog moet hij zich eigenlijk schamen voor wat hij presteert op een voetbalveld. Met zijn kwaliteiten zou hij meer moeten brengen en dat wreef ik hem onder zijn neus, want dat hij wel degelijk kan voetballen, kon je ondanks alles toch zien zaterdag. Die ene keer dat hij mee naar voor getrokken was en tussen een paar tegenstanders op de rand van de 16 de bal aan nam en in de draai meteen een lastig schot afvuurde. Of die keer, diep in de tweede helft, toen hij een verre uittrap van Jordi Dijkshoorn, de keeper van Hekelingen opving op de borst en de bal, zonder dat die de grond raakte, achteloos transporteerde naar een ploegmaat.
Het zou zonde zijn als Ara na dit seizoen zou stoppen met voetballen, iets dat hij serieus overweegt. Maar hij is nog maar 31 en kan echt nog wel een paar jaar mee. Bij SCO’63 kan ‘t het komend seizoen alleen maar beter gaan dan nu. Er komen jongens terug en met Peter Hoek staat er een fijne vent voor de groep. Een voetballer als Ara kan dan zeker zijn waarde hebben. Maar dan moet hij er zelf wel voor gaan. En er meer voor doen dan nu. Dat moet toch kunnen, Ara? Doe er iets aan, gozer! Ik wil je straks namelijk niet herinneren als die goede voetballer die uitging als een nachtkaars.