Tijdens de warming up viel hij me meteen op door de treffende gelijkenis met Wilfried Bony, de Ivoriaan die eerst furore maakte bij Vitesse en nu bij Swansea City onder contract staat. Hetzelfde postuur, dezelfde lichaamshouding en dezelfde nonchalance, alsof hij helemaal geen zin had om straks weer achter een bal aan te gaan rennen. In de kantine had ik hem al aan een tafeltje zien zitten. Een beetje pielen met zijn iPhone en het bovenlichaam licht meedeinend op het ritme van Bob Marleys’s wereldhit No woman no cry, dat juist op dat moment uit de luidsprekerboxen schalde. Richendel Petrona, 28-jarige spits van derdeklasser Meeuwenplaat, is volgens mij een jongen die ze de pis niet lauw maken, ook niet als er een wedstrijd tegen de nummer 3 GLZ Delfshaven op het programma staat. Als ik mijn eerste indruk van hem in 1 woord zou moeten omschrijven, kies ik voor ‘relaxed’.
Relaxed was hij ook tijdens de warming up, een klein half uurtje later. Hij trapte een paar balletjes naar zijn medespelers, trok een paar lome sprintjes en slofte vervolgens met zijn maten naar een hoekje van het veld, om aldaar te rekken en te strekken. Dat laatste deed hij overigens zeer secuur en uiterst nauwgezet. Toen zijn ploegmakkers al lang weer uit het hoekje waren verdwenen, spande Richendel daar nog steeds de spieren in zijn machtige benen. Elk plekje kwam aan bod.
Nadat hij weer opgestaan was, frummelde hij voor de zoveelste keer aan zijn broek, die kennelijk niet helemaal lekker om de machtige dijen zat. Ook dat deed hij relaxed, alsof hij thuis in de badkamer was. Relaxed, dat waren er bij de Meeuwenplaters overigens wel meer. Terwijl de spelers van GLZ Delfshaven zich al minutenlang in het zweet werkten en als afsluiting van hun warming up nog een fel partijtje speelden, schoven de mannen van de thuisploeg elkaar nog maar wat balletjes toe en deden tot slot nog twee sprintjes over 20 meter, waarbij Richendel als bijna vanzelfsprekend achteraan liep.
Het was dan ook zeer verwonderlijk dat de thuisploeg feller uit de startblokken schoot dan de bezoekers toen er eenmaal afgetrapt was. Binnen luttele seconden lag de bal al achter de verbouwereerde doelman van de Rotterdammers, maar die supersnelle treffer werd door scheidsrechter De Wit op advies van grensrechter Ardic geannuleerd.
De snelle aanval zou heel lang het enige wapenfeit van de thuisploeg blijven. Het was GLZ Delfshaven dat de klok sloeg en daarbij was een hoofdrol weggelegd voor Fatmir Osmanoski, de kleinste man op het veld en een heerlijke voetballer. Terwijl de bezoekers de ene combinatie na de andere op de grasmat legden, stond Richendel er verloren bij. Hij bood zich aan, leek messcherp en loerde net als Bony op het kleinste kansje, dat er overigens nooit kwam omdat zijn ploegmaten hem niet of nauwelijks konden bereiken. Uitgezonderd aanvoerder Wesley van Gils had geen enkele speler van Meeuwenplaat zijn dag. Als Richendel eens een keertje aangespeeld werd, gebeurde dat per toeval, na een lange peer naar voren. Hoe zeer hij zijn best ook deed om zo’n bal te controleren en af te leggen, lukte hem dat maar zelden. Ja, de bal afschermen kon hij wel en daaraan herkende je de sluimerende klasse van de Hoogvlieter, maar hij stond op een eiland en bleef daar staan, want medespelers waren nauwelijks aanspeelbaar. Ondertussen scoorde GLZ Delfshaven er lustig op los en was de wedstrijd bij rust al lang gespeeld.
Gelaten stapte Richendel van het veld naar de kleedkamer, maar wie denkt dat hij zijn ploegmaten de mantel uitveegde, heeft het mis. Niet voor niks had hij bij meerdere goedbedoelde maar verkeerd aangekomen ballen van zijn ploegmaten een lovend gebaar gemaakt. Dat waardeerde ik wel van hem. De tweede helft gaf hetzelfde beeld. Een onmachtig Meeuwenplaat, een dartel spelend GLZ Delfshaven dat nog verder uitliep en een Richendel Petrona die als een Wilfried Bony loerde op dat ene kansje. Dat kansje kwam ook, een minuut voor tijd, toen het al 1-8 stond. Tot mijn grote teleurstelling knalde Richendel de bal niet à la Bony tegen de netten, maar fabriceerde een slap rollertje.
Pompie noemen ze hem bij Meeuwenplaat. Waar die naam op gebaseerd is, weten zelfs zijn beste vrienden niet, maar het past wel bij hem. Pompie of verzuipie. Alles of niks. Zondag was het niks. Maar het zal me niet verbazen als hij er komend weekend plotseling drie in knalt. Want Richendel kan voetballen. Echt wel.
Hij kan zeker voetballen maar zondag even niet! Hij was daarin niet alleen!
Bij ons was er niets aan de hand, liep tie natuurlijk wel tussen Leon Pols en mij in, dat wil wel! Komt helemaal goed met die jongen!
Pompi kan zeker lekker ballen. Prettig om mee te werken ook dat. Leuk stukje