Richard Groenendijk en Wiljan Vloet zijn toch met elkaar in gesprek getreden. Tegen Groenendijk, maker van de Sparta-video, werd vorige week een aangifte gedaan bij de politie. Eerder sprak VoetbalRotterdam al met Groenendijk. Lees hier het interview.
Groenendijk kwam gisteren op de website ITWM.nl al met een reactie zoals hieronder is te lezen.
”Gisteren (woensdag 5 februari) om 18:00 uur ben ik naar het Sparta-stadion toegegaan om met Wiljan Vloet te spreken. Dit gebeurde zonder politie, media of andere poespas. Naast mijzelf en Wiljan Vloet waren de enige andere aanwezigen Joop Kooijman (veiligheidscoördinator) en Peter van der Zwan (supportersvereniging). Het gesprek was van beide kanten rustig en volwassen van aard.
Ik heb met klem benadrukt dat het geenzins de bedoeling was en is om Wiljan Vloet fysiek, laat staan met de dood te bedreigen. Vloet legde op zijn beurt uit dat hij in eerste instantie erg schrok van de video. Inmiddels voelt hij zich gelukkig niet meer bedreigd door mij als persoon, getuige het feit dat wij in alle kalmte een redelijk gesprek in zijn kantoor hebben kunnen voeren. Wiljan Vloet heeft echter helder gemaakt dat wat hem betreft ook het effect van de bewuste scene op mensen met verkeerde ideeën, niet genegeerd kan worden. Hierop heb ik tegen hem gezegd, en dat kan ik ook op deze plek niet genoeg benadrukken: geweld op zijn persoon keur ik ten zeerste af. Ook is Sparta in de verste verte niet gebaat bij zogenaamde ‘Maasgebouw-taferelen’ of andere ongeregeldheden.
Met betrekking tot de gedane aangifte is mij verteld dat het intrekken van de aanklacht zelf niet door Sparta gedaan kan worden. Het schijnt dat als eenmaal aangifte van bedreiging is gedaan, dit niet door de aanvrager teruggedraaid kan worden. Dit vanwege een clausule die voorkomt dat aangiften worden ingetrokken onder dwang van bedreiging. Ikzelf ben geen jurist, maar ik heb vernomen dat Sparta zich zou kunnen wenden tot de Officier van Justitie, met een schriftelijk verzoek om de aangifte in te trekken. Of Sparta dit gaat doen weet ik niet en is uiteraard aan Sparta zelf. Alsnog is het uiteindelijk aan de Officier van Justitie om te bepalen wat de uitkomst hiervan zal zijn. Aan de hand van de strafmaat zal ook bepaald worden of ik een stadionverbod zal krijgen. Ik hoop het natuurlijk niet, maar dat is voor nu uit mijn handen. Momenteel vind ik het vooral prettig een goed gesprek met Wiljan Vloet gevoerd te hebben.
Tot slot wil ik van de gelegenheid gebruik maken om het volgende mede te delen. Het rood-wit van Sparta zit in mijn bloed. Al sinds 1987 dat ik aan de hand van mijn vader kwam, tot het moment dat ik in een kist weggebracht moet worden zal ik Spartaan blijven. In de club steek ik dan ook veel tijd, op veel verschillende manieren. Het aantal uren per week die ik aan Sparta besteed, had al een weerslag op mijn privé-leven, nu is dat effect nog groter dan ooit. Het is tijd voor mij om niet meer zonodig op de voorgrond te treden. Slechts enkele achtergrond-items zoals “In de Kelder van het Betaalde Voetbal” en wellicht zo nu en dan een wedstrijdverslag zal ik blijven doen. Meer tijd zal ik doorbrengen met mijn vriendin Anna en zo kan ik mij in het vervolg ook beter richten op mijn werk.”