Sinds Wim Schaap door de KNVB geschorst is, is Hans de Heer bij Nieuwenhoorn van assistent gepromoveerd tot hoofdtrainer. Tijdelijk, wel te verstaan. Of ad-interim, zoals dat zo mooi heet. Hoe je het ook noemt; De Heer heeft bij de Nieuwenhoornse hoofdklasser sinds 6 november de touwtjes in handen, want Schaap mag van de KNVB niks doen. Tot 30 april 2015 mag hij geen trainingen leiden, geen opstellingen maken, geen wedstrijdtactiek uitstippelen. Hij mag helemaal niks. Er zal ongetwijfeld nog een beroepszaak tegen deze langdurige schorsing plaatsvinden, maar tot die tijd is het Hans de Heer die deze taken allemaal waarneemt. Hans is al twintig jaar trainer in het amateurvoetbal, maar vooral vanwege een nieuwe heup heeft hij bewust een stapje teruggedaan: geen hoofdtrainer meer, maar assistent. Hij was bijzonder in zijn sas dat hij die rol bij Nieuwenhoorn mocht gaan vervullen. Maar nu is hij dus ineens hoofdtrainer. Hoe gaat hem dat af? Accepteren zijn spelers hem in die nieuwe rol? Vragen genoeg om een bezoek aan de Rijksstraatweg te rechtvaardigen. De thuiswedstrijd afgelopen zondag tegen nummer 2 Quick was een mooie gelegenheid Hans eens goed in de gaten te houden. Daar stond hij dan voor de dug-out tijdens de minuut stilte voor het overlijden van clubicoon Frans de Doelder, die een emotionele omroepster Suus van Eijk had aangekondigd. Naast hem pinkte Marlou van Eijk van de medische staf een traantje weg en liefdevol legde Hans een arm over haar schouder. Dan kun je bij mij al niet meer stuk als trainer. Zo’n man heeft namelijk inlevingsvermogen. Zo coachte hij ook, toen de bal eenmaal rolde. Hij zat op een tuinstoeltje naast de dug-out. Met arendsogen volgde hij de ontwikkelingen op het veld en binnen een mum van tijd had hij de posities van de spelers van Quick op een briefje genoteerd. Daarna kon hij zich met de coaching van zijn manschappen bezig gaan houden. Hij deed dat vooral positief. Elke Nieuwenhoornspeler werd na een goede actie getrakteerd op een lovende opmerking: ‘Goed Jeffrey’, ‘Ja, natuurlijk Jordy’, ‘Prima ingreep, Marc.’ Natuurlijk ging er eens wat mis in het veld, maar die details besprak hij op rustige toon met Henk Zuidgeest, die naast hem zat. Ik heb genoeg trainers gezien die op zulke momenten uit hun stekker gingen, maar De Heer bleef kalm.
Gaandeweg de wedstrijd kreeg je steeds beter zicht op wat Hans van zijn spelers wilde: naar voren voetballen, het speelveld klein houden en vooral druk zetten, liefst al in de verdedigingszone van Quick. Zijn manschappen gingen als de brandweer. Ze liepen zich het snot voor de ogen en legden ook nog eens aardig combinatievoetbal op de mat. Een paar keer was er dreiging voor het doel van Quick, maar gescoord werd er niet. Dat deed Quick wel. De Haagse ploeg had verdedigend zijn zaakjes prima op orde en bleek een lepe, listige ploeg. Ze speelden gegroepeerd en loerden op een uitval. Vlak voor rust was er een uitbraak en meteen maakten de gasten een doelpunt. Jeffrey de Koning was even weg van zijn positie en die werd niet overgenomen. Zo had spits Joost de Gelder de vrijheid om doeltreffend uit te halen. De Heer schudde even met het hoofd, blies de wangen op, maar zei niets. Meteen na de treffer blies arbiter D’Onorio voor de rust en liep Hans peinzend, doch kwiek naar de kleedkamer. Zijn nieuwe heup zit kennelijk als gegoten.
In de tweede helft viel de verdiende gelijkmaker in de 70e minuut toen Djerreld Muntslag een voorzet van Moreno Marengo binnengleed. Die goal werd door Hans luid bejubeld.
De wedstrijd zou eindigen in 1-1, maar in blessuretijd had keeper Jesse Lub twee keer goed in de weg gelegen bij evenzoveel grote kansen van de bezoekers ‘Daar staat hij voor’, verklaarde Hans na afloop gortdroog. Maar hij voegde er wel aan toe dat Lub zijn werk prima had gedaan. ‘Hoe heb je het in korte tijd voor elkaar gekregen dat de spelers doen wat je van hen wil, want hoe je het ook wendt of keert, je hebt nu een andere rol dan eerst’ vroeg ik hem. ‘Je moet duidelijkheid verschaffen’, antwoordde Hans. ‘Ik wil dat er meer naar voren wordt gevoetbald. Doordekken, afjagen en druk zetten horen daarbij. Die duidelijkheid heb ik gegeven. En je moet als trainer geloofwaardig zijn. Onlangs was Marc Bravenboer, een jongen die ik nog bij NBSVV heb meegemaakt, een paar minuten te laat. Die heb er toen naast gezet. Dat heeft ook meegeholpen om mijn plaatsje te vinden.’ En nu? ‘Ik ben onbevoegd om trainer in de hoofdklasse te zijn, maar een cursus om TC1 te behalen is zeker een optie.’ Hans moet dat maar gaan doen. Wie weet wat het hem nog gaat opleveren.