Het splijtende moment van de avond waarop Neptunus-Schiebroek (zondag 1) met bravoure topklasser HBS uit de KNVB jaste was toen de Hagenaar Tjeerd Westdijk de eerste strafschop miste in de noodzakelijke serie van vijf. Zijn vader (tevens teammanager) was stupéfait. Tot dat hij zich drie minuten later realiseerde dat HBS was uitgeschakeld door de club waarin hij zijn jeugdjaren doorbracht en toen was ‘t op slag allemaal niet erg meer. Vul de kelken, riep de erkende connaisseur de vin uit de residence, die in Overschie geboren is.
Er zat lof en sentiment in het wijnrondje van Joop Westdijk. Natuurlijk ook teleurstelling, maar hij vond ‘t lullig om dat bij het weerzien van het marineblauw te laten merken en spoelde het beschaafd met kleine slokjes weg. ‘Best elftalletje’, vond hij. ‘Niet onhandig van die Jacobs om pas het laatste half uur zijn routiniers in te brengen. Beetje academisch, he. En ook een pittig grensrechtertje’, lachte hij. ‘Als ze de finale halen kom ik terug’.
Spits Tjeerd Westdijk had tien minuten na het begin al voor de 0-1 gezorgd (‘mag je hem niet kwalijk nemen, hij is Den Haag geboren’, sprak zijn vader), zodat het toen geenszins in de lijn der verwachting lag dat zondag 1 zich na de eerdere bekeroverwinningen op BVCB en Boshuizen via vervolgens HBS naar de volgende ronde zou manoeuvreren, maar het gebeurde wel. De paling ging lopen toen Leroy van Bueren dankzij de vormgeving van Sander van Gool voor de aansluitende treffer had gezorgd. Veel fundamentele dreiging van de kant van HBS, daar niet van, ook narrow escapes, maar telkens was Nick Vervoort in een onoverzichtelijke kluwen net een onderzeeër. Daar was ie weer.
Rob Jacobs beschouwt bekerwedstrijden als oefenwedstrijden. Realist als hij is weet hij dat de kans op eeuwige roem in dit segment niet meer dan dagdromen is. Bovendien hinderen bekerboetes en blessure de competitie, en vanuit die gedachte vond hij het tegen HBS tijd worden voor wat variatie. Michel Verkaik debuteerde negentig minuten. Er was een maximale tijdspresentatie voor Max Bronswijk. Erik Veen was weer terug en er was een halve wedstrijd gereserveerd voor Robbart Valk. Jacobs hield zijn volledige geroutineerde middenveld (Tigchelaar, Hoekstra, te Duits) buiten beeld. Tot dat hij een half uur voor het einde dacht: verrek, het is nog steeds 1-1, ik ga het gokken.
Sander van Gool was al een paar keer met krampverschijnselen op zijn rug gaan liggen, maar het weerhield Jacobs er niet om toch maar maximaal te verversen en ook Van Gool in het elftal te houden. Met als eindresultaat dat HBS het kort voor het einde zelfs een paar keer behoorlijk Spaans benauwd kreeg. De flow was opzienbarend en Van Bueren trof zelfs nog een keer de lat. En wéér kregen we daarbij het gevoel dat het leuker blijft om op pantoffels aan te aanvallen dan met lieslaarzen te verdedigen, zoals de legendarische Faas Wilkes nu eenmaal altijd heeft gezegd en zoals hij dat zijn zoon (die nu assistent-trainer is) via de babyfoon al heeft ingepeperd. Dat credo draaide HBS binnen de reguliere speeltijd bijna de nek om. En toen dit niet lukte, deed zondag 1 het bij het nemen van de strafschoppen in de herkansing alsnog. Op die van Daniel van Delft na viermaal raak. HBS miste er twee.
Opstelling: Nick Vervoort; Michel Verkaik, Frank Docter (57. Eelco Tigchelaar), Nick Erkelens (57. Paul Hoekstra), Erik Veen (45. Robbart Valk); Max Bronswijk, Michael Wilson, Daniel van Delft; Rakheem Adrianus, Sander van Gool en Leroy van Bueren.