Lekker languit zat hij zaterdagmiddag tijdens de wedstrijd Spijkenisse-Zuidland op een plastic stoeltje naast de dug-out. De benen gestrekt. De armen in de nek. Een flesje AA-drink onder handbereik. Zo op het eerste gezicht heerlijk relaxed. Gestoken in zijn onafscheidelijke trainingsbroek zou hij bepaald geen modderfiguur slaan in een campinggids. Een beweeglijke trainer is Peter Wubben niet langs de zijlijn en eerder in de week, tijdens de training op dinsdagavond, was hij ook niet overdreven actief. Die avond stond hij driekwart van de tijd met de handen op de rug toe te kijken hoe zijn manschappen zich in het zweet werkten en slechts af en toe drentelde hij met kleine pasjes naar een andere plek op het veld, om vanaf een nieuwe positie zijn oog op zijn spelers te richten. Hij mag dan relaxed en ontspannen lijken, maar dat is slechts schijn. Peter Wubben, trainer van Spijkenisse is scherp als een mes en ziet alles. Niks ontgaat hem, al staan er zoals dinsdagavond 28 voetballers op het veld.
‘Hé Djoemian, beweeg eens wat meer. Vier minuten geleden stond je al op diezelfde plek’, voegt hij Djoemian Sarkam toe en als bij de uitleg even later enkele spelers met de handen in de zak staan toe te luisteren, zegt hij daar ook wat van. Wubben is strak in de lijn, veeleisend, bloedfanatiek en ook erg ambitieus. Het zijn die eigenschappen van een trainer die perfect pasten in de profielschets die ze bij Spijkenisse gemaakt hadden in hun zoektocht naar de opvolger van Adrie Poldervaart, anderhalf jaar geleden. ‘Wij willen hogerop en zochten een trainer die daarbij hoort’, blikt bestuurslid technische zaken Aren Buvens terug. ‘Bij Peter Wubben zijn compromissen niet aan de orde. Dat wisten we en daarom hebben we hem gebeld met de vraag of hij interesse had hier te komen trainen.’ Ze nodigden Wubben uit voor een gesprek. Dat deden de technische mensen van Spijkenisse met nog vier andere geselecteerde kandidaten, maar het was al snel duidelijk dat Peter Wubben hun man was.
Zo is het gekomen dat nu voor het tweede achtereenvolgende seizoen bij Spijkenisse een trainer aan de macht is, die op het eerste gezicht ontspannen op een stoel zit, maar met zijn haviksogen alles ziet en daar adequaat op reageert. Als Zuidlandspeler Jeffrey Duijnstee aan de linkerkant meerdere Spijkenissers in de wind zet, roept Wubben zijn verdedigers meteen tot de orde: ‘Ik snap niet waarom jullie als een blinde happen als Duijnstee opstoomt.’ En als linksback Jeffrey Schenk met een precieze pass Elwin Spoel aan het werk zet, krijgt hij meteen een veer in de reet gestoken: ‘Wereldpass Jef’. Een schreeuwer is Wubben niet, maar duidelijk is hij wel. Je hebt van die trainers die langs de zijlijn 90 minuten lang nadrukkelijk aanwezig zijn. Die leggen meer meters af dan hun middenvelders en zijn na afloop hun stem kwijt omdat ze anderhalf uur hebben staan schreeuwen en roepen. Zo’n trainer is Peter Wubben niet. Hij zit op zijn stoel, frunnikt een beetje aan zijn linkeroor, staat af en toe op, roept een korte aanwijzing en gaat dan weer zitten in een houding alsof hij thuis op de bank naar de televisie ligt te kijken. Wubben zegt alleen iets als het hout snijdt. Hij levert commentaar als er iets verkeerd gaat, maar geeft ook complimenten als er iets moois gebeurt. Het is deze combinatie van kritiek en loftuitingen die de Spijkenissespelers leren inzien dat de doelstelling van de club (promotie naar de hoofdklasse) haalbaar is. In de eerste helft ging de strijd tegen Zuidland gelijk op. Beide ploegen waren aanvallend ingesteld en kregen meerdere kansen, Zuidland misschien wel de grootste. Maar bij rust stond het 0-0.
In de tweede helft was Spijkenisse de bovenliggende partij. Wubben traint zijn spelers drie keer per week, zijn collega Tom Larssen staat met zijn manschappen slechts twee keer op het trainingsveld. Die trainingsfrequentie gaf misschien wel de doorslag zaterdagmiddag. Spijkenisse won uiteindelijk met 2-0, zonder echt tot grote hoogte te komen. ‘Ik vond jullie een beetje tegenvallen vanmiddag’, zei ik na afloop dan ook tegen Peter. ‘Heb je de stand op het scorebord gezien?’ reageerde hij meteen. ‘Vorig jaar speelden wij sommige ploegen 90 minuten van de mat, maar stond het na afloop 1-1. Vandaag voegen we drie punten aan ons totaal toe en dat is het allerbelangrijkste.’ Eerst het resultaat, dan de manier waarop dus. Wubben is op de goede weg: drie gespeeld, negen punten. Al drie punten los. Als dat zo doorgaat kan hij in maart echt achteroverleunen op zijn plastic stoeltje.
mooie woorden!
Leuk stukje weer Jan Schoonen!