Een ratelend geluid klinkt door de slaapkamer. Herman schrikt wakker en kijkt verdwaasd om zich heen. Moet hij weer naar zijn werk? Naast hem hoort hij gestommel, zijn vrouw Inge draait zich om en stoot hem aan. ,,Opstaan, we gaan!” Herman is verbaasd. ,,Waar naar toe dan?” ,,Op wintersport man, ben je dement aan het worden of zo?” Het duizelt hem nog na. Op wintersport, ja, dat is waar. Dit en volgend weekeinde is er voor dit gezin geen voetbal maar een winter sport. Met tegenzin stapt hij zijn bed uit.
Even later zijn ook de drie kinderen wakker en paniekerig. ,,waar is mijn ipod?” ,,En waar is mijn ipad?” Herman ziet enorm tegen de duizend kilometers op. Gelukkig worden er geen lange files verwacht,maar bij de Duits/Oostenrijkse grens zal het toch wel weer druk worden. De buren zijn gisteren al vertrokken. Hun kinderen hadden op donderdag vanwege een studiedag vrij en pakten een spijbeldag op vrijdag. Dat de leerplichtambtenaar vervolgens bij Herman op de stoep stond om te vragen waar zijn buren waren, daar baalt hij nu enorm van. ,,Op wintersport,” had hij nog met zijn duffe kop gezegd. Dat wordt nog leuk na de vakantie.
Enkele uren later staan ze dan toch in de file, een enorm lange rij auto’s en volgens de radioberichten zeker twintig km lang. Herman kijkt op zijn mobieltje of er nog tussenstanden zijn van de jeugdwedstrijden van de kids. Zoonlief speelt bij de f’jes, en dochter in de D2. Herman is leider van dat team en baalt enorm dat hij zijn ploegje in de steek heeft moeten laten. Sterker nog, ook morgen zal hij met een baalgevoel rondlopen. Dan speelt veteranen 2, zonder hem. De doelman, de rots in de branding. De man die de wedstrijdformulieren invult. De man die na afloop wat te drinken haalt voor het team, de zak waardevolle spullen bij Annie achter der bar opzoekt en vervolgens de scheidsrechter zijn gage schenkt. Herman maakt zich nu al zorgen dat dit morgen allemaal fout zal aflopen. Immers, al vijftien jaar verzorgt hij deze taken.
Rond zeven uur arriveert het gezelschap in het Oostenrijkse dorp. De sfeer was onderweg gespannen. De kinderen vroegen om de tien km hoe lang de rit nog zou duren. ,,Eindelijk rust,” denkt Herman. Snel de ipad en laptop uitpakken. Naar de balie van het hotel om een inlogcode aan te vragen. Snel terug. Geen verbinding. Het rondborstige meisje met haar dirndl maakt indruk op hem, hij niet op haar, al lacht ze haar fraaie witte tanden en ‘ronde’ borsten bloot. Morgen komt er een monteur, helaas meneer.
Herman gaat steeds meer balen. In het hotel zou schoteltv zijn met Nederlandse zenders. Dat was een van de redenen waarom dit hotel was uitgekozen. Maar helaas, alleen de Duitstalige zenders. Dus geen teletekst, eurosport of welke andere sportzender dan ook. Nu al heeft deze voetbalgek spijt van deze reis.
De volgende ochtend regent het sms’jes met vragen en opmerkingen. Aan de vinnige ondertoon wordt hem duidelijk dat zij hem missen. Of jaloers zijn, want dat kan natuurlijk ook. De zon schijnt de miljoenen stralen zijn kamer binnen en Herman haalt diep adem. Wat een heerlijk frisse lucht. In de verte ziet hij de eerste afdalers van de besneeuwde toppen komen. Herman neemt een resoluut besluit wanneer hem per satelliet wordt gevraagd waar de vlaggen voor de grensrechter liggen. Met een ferme druk op de knop gaat de mobiel uit. ,,En die blijft tot maandag uit,”verzucht hij vrolijk.
De rest van de week geniet Herman met volle frisse tegen van alles wat Oostenrijk hem te bieden heeft. Het voetballen kan hem even voor een weekje worden gestolen. Maar niet heus. ,,Geloof je het zelf Herman?”
{loadposition ads}