Hij heeft een enigszins raadselachtige achternaam waarvan hem de betekenis ook niet helemaal duidelijk is. Toch is het niet de naam die Delano á Cohen tot een bijzondere voetballer maakt; dat zijn z’n daden op het veld. De nummer 10 van Nieuwenhoorn is namelijk gezegend met een linkerbeen waarmee hij heel veel kan. Helemaal linksbenig is hij trouwens niet, want ook met rechts kan hij aardig uit de voeten. Maar met links trapt hij corners die gevaarlijk indraaien, met links knalt hij van afstand op doel en met datzelfde linkerbeen verzendt hij passes over grote afstand die Melvin Zaalman en Djerreld Muntslag, de speersnelle buitenspelers van Nieuwenhoorn in hun loop ontvangen.
Delano á Cohen is een voetballer waar je ogen automatisch naar toe getrokken worden. In zijn lichaamshouding en motoriek lijkt hij wel een beetje op Michael Ballack, de Duitser die onder meer voor Bayern München en Chelsea speelde en eveneens een linkspoot was. Ook een nummer 10. Dezelfde kaarsrechte loop, dezelfde pose als hij eens een keer stil staat. Zelfs zijn gezicht vertoont een beetje gelijkenis. Maar Ballack was naast een begenadigd voetballer ook een etter op het veld, iemand die een tegenstander het bloed onder de nagels vandaan kon halen. Een zuiger á la Marc van Bommel. Iemand die niet incasseren kon en kermend over het veld rolde als hij een klein schopje had gekregen. Zo’n voetballer is Delano niet. Delano is de vriendelijkheid zelve. Als hij voor aanvang van de thuiswedstrijd tegen De Zouaven tussen een erehaag van pupillen loopt, neemt hij een knulletje bij de hand. Het ventje heeft met zijn maatjes zojuist een wedstrijdje gespeeld op het hoofdveld en allemaal gaan ze, net zoals bij de Champions League met de spelers van Nieuwenhoorn en De Zouaven het veld op. Delano kijkt naar het rugnummer van het voetballertje, ziet dat het een 7 is en vraagt of hij gescoord heeft. Da’s lief. En als hij na een kwartier tegenstander Maarten Vijselaar per ongeluk onderuitschopt, blijft hij meteen staan om hem overeind te helpen. Delano á Cohen is geen schaver, geen schopper. Hij is een artistieke voetballer, iemand waar aanvallen beginnen.
Aan die rol komt hij in de thuiswedstrijd tegen De Zouaven trouwens niet toe. Door zijn trainer Wim Schaap is hij vlak voor de achterhoede geposteerd. Daar zat een logische gedachte achter, want De Zouaven is een ploeg die compact speelt, het speelveld klein houdt en loert op de counter. Als Delano een beetje van het strijdgewoel vandaan zou blijven en vlak voor zijn achterhoede in balbezit kon komen, dan zou hij van daaruit met een verre bal Muntslag of Zaalman aan het werk kunnen zetten. Maar ook de trainer van De Zouaven had zijn huiswerk goed gedaan. In de kop van Noord-Holland wisten ze klaarblijkelijk ook dat het gevaar van Nieuwenhoorn vaak ingeleid wordt door de gracieuze middenvelder met die mooie achternaam. Wat Delano ook deed, hoe vaak hij ook ruimte zocht om aan de bal te komen, een meter vrijheid vond hij niet. Steeds had hij Vijselaar in zijn onmiddellijke nabijheid en ook middenvelder Bart Groot was nooit ver bij hem vandaan. Zo werd Delano gedwongen kort te spelen en met die twee voetballers op zijn lip nam hij daar, vooral in de eerste helft iets te veel tijd voor. Een keer of vier, vijf leed hij balverlies en gevaarlijk kon hij niet worden. Zo ontstond een tamelijk doods en kansarm potje schaakvoetbal op een klein speelveld. Er waren zeer weinig kansen en de keepers Frank Mol en Mike van de Wijngaard hoefden slechts zelden in actie te komen. Pieter Koopman schoot namens de bezoekers op de binnenkant van de paal en van Djerreld Muntslag werd een doelpunt afgekeurd wegens buitenspel en dat was het wel. Een typische 0-0 wedstrijd dus.
In tegenstelling tot eerdere keren dat ik hem aan het werk zag, blonk Delano ditmaal niet uit. Toch scheelde het weinig of hij had alsnog voor de beslissing gezorgd. Een minuut of vijf voor tijd nam hij vanaf 25 meter een afgeslagen aanval meteen op de slof. De linkerslof natuurlijk. De bal ging als een raket richting rechterbovenhoek doch kon door doelman Mol met een katachtige duik nog net tot corner verwerkt worden. Het was het enige hoogtepunt van de wedstrijd. Zo zie je maar: wordt Delano á Cohen helemaal aan banden gelegd, wordt de angel uit zijn spel gehaald, flikt hij het bijna toch nog!
{loadposition ads}
{loadposition gads}