Hans kan het nog steeds niet bevatten. Sinds jaar en dag fluit hij de Champions Leagueduels. Niet op het allerhoogste UEFA-niveau maar gewoon in Rotterdam, bij een nette voetbalvereniging met een wachtlijst. Elke woensdag- en zaterdagmiddag worden er topduels gespeeld tussen clubs als Chelsea, Bayern München en hoe raar het ook klinkt, Feyenoord. Hans zit aan de bar en staart voor zich uit. ,,Koffie Hansie?”, vraagt Nel vanaf de andere kant van de bar. Hans staart nog steeds voor zich uit en antwoordt niet. Nel loopt nu op hem af en houdt het porseleinen kopje met daarop geprint ‘Hansie Hansie’ voor zijn neus. Hans kijkt verschrikt op nu hij zijn kopje van dichtbij ziet. ,,Wat is er?”
,,Of ie koffie moet, een lekker bakkie leut. Man, wat is er met jou aan de hand zeg?” Nel kijkt bezorgd naar Hans, de man die dus elke woensdagmiddag, zaterdag en zondag op de club rondloopt en zeker tien duels leidt. Deze Hans, die als een vader of opa rondloopt en anderen stimuleert van afstand te schieten als ze niet durven, die tijdens het duel sommige spelers persoonlijk vermanend toespreekt zonder dat iedereen meeluistert. Die ouders toespreekt wanneer ze telkens weer het veld binnen lopen en hun kroost van opdrachten voorzien. Deze man zit er als een dood vogeltje bij. Alsof hij naar beneden is gestort in Earthflight. Alsof … ,,Zeg Hans, je bent toch niet ernstig ziek hè?”
Nee, dat zeker niet, althans niet dat hij weet. ,,Nel, je raadt nooit wat me vandaag is overkomen?” Zonder een antwoord af te wachten spreekt Hans de ene verbazingwekkende zin na de andere uit.
,,Ik leid dat duel tussen die pepernoten van ons en dat gaat weer hartstikke leuk. Maar opeens komt er een moeder het veld in stappen. Die gaat me toch tekeer, niet normaal. Ze riep constant naar haar zoontje dat hij beter zijn best moest doen. Dat hij voor elke bal die hij zou raken een euro zou krijgen en dat hij eens een keer flink van zich moest afbijten. Ik zei daar een paar keer iets van en zag andere ouders ook al vreemd kijken naar deze dame, want zo zag ze er toch uit van een afstandje. Het hielp blijkbaar niets want na de rust zie ik haar weer staan. Tussen het doel en de middenstip, gewoon midden in het veld en maar roepen dat Jean-Paultje hem eens flink moest raken. Ik heb toen het spel stil gelegd en prompt kwamen alle ouders naar me toe Waarom ik dat nou deed, terwijl die jongetjes toch zo lekker aan het voetballen waren. En of ik wel goed bij mijn positieven was want ik moest gewoon die moeder weg sturen en het spel door laten gaan. Ik raakte toen even de kluts kwijt Nel. En dat is me nog nooit overkomen. Het gezeur over respect kwam me op dat moment even de keel uit. Tussen al die mensen beende ik mijn weg naar de zijlijn en zocht die dame op. De rest kwam achter me aan en keek wat ik ging doen. Bibberend van de spanning vroeg ik die moeder waarom ze zich toch zo met haar zoon bemoeide.” Nel luistert aandachtig en inmiddels staan ook enkele bestuurders om Hans heen. Deze jeugdbestuurders hebben al van ouders gehoord dat er iets vreemds heeft plaatsgevonden op hun complex. Hans die een wedstrijd van de pupillen staakt. Allemaal kijkend ze de clubman pur sang vragend aan. De arbiter blijft zeker een minuut stil. Hij aarzelt. Zal hij het wel op tafel of beter gezegd de bar gooien. Dan besluit hij, in het belang van de jeugdafdeling en alle andere pupillen het er uit te gooien. ,,Ik ging dus het gesprek met die moeder aan en kreeg dus van alles en nog wat naar mijn hoofd geslingerd. Nadat ik haar vroeg wat de reden van dit gedrag was, kreeg ik als antwoord: ,,Maar meneer, ik mag me er mee bemoeien. Ik ben van beroep psycholoog en mijn zoon heeft daar baat bij. Hij heeft faalangst en ik train hem.” De mensen om Hans heen zijn net zo verbouwereerd als het lijdend voorwerp in kwestie.
Dit waargebeurde verhaal vond onlangs plaats op een voetbalveld in deze regio.
{loadposition ads}