Bij de Spijkenisser tweedeklasser SCO’63 loopt een voetballer rond met de naam Edinho Pattinama. Hij draagt de familienaam van zijn vader Ton die vroeger onder meer actief was bij Excelsior, FC Den Bosch, FC Utrecht en Heracles en momenteel trainer is van zijn zoon. Ton vernoemde zijn zoon naar een Braziliaans international die aanvoerder was op het WK 1986 in Mexico. Een ploegmaat van Edinho Pattinama is Dempsey Andrade Varela en die is op het eerste gezicht ook al gezegend met een voetbalvoornaam. Je denkt dan aan Clint Dempsey, de Amerikaan die jarenlang bij Fulham speelde, maar dit seizoen de clubkleuren van Tottenham Hotspur draagt. Toch denk ik niet dat Dempsey’s vader en moeder aan deze voetballer gedacht hebben toen ze een naam moesten verzinnen voor hun pasgeboren zoon. Dempsey is 25 jaar oud en Clint Dempsey slechts een paar jaartjes ouder. Dat kan dus niet. Nee, ik kan het helemaal mis hebben maar ik denk dat ik dichter bij de waarheid zit met een verwijzing naar Jack Dempsey, een bokser die als zwaargewicht tussen 1919 en 1926 wereldkampioen was. Het kan best zijn dat pappa een boksfan was.
Hoe dan ook, Dempsey Andrade Varela is niet gaan boksen maar gaan voetballen. Dit seizoen speelt hij bij SCO’63 en dat doet hij niet verkeerd. Zondag in de thuiswedstrijd tegen Poortugaal was hij een baken van rust in een vrij onrustig elftal. Er werd gehold en gevlogen door zijn ploegmakkers, veel lijn zat er allemaal niet in, maar Dempsey bewaarde wel de kalmte en kwam met doordachte oplossingen. Hij was door zijn trainer in de achterhoede geposteerd en hoewel hij veelvuldig onder druk gezet werd door de aanvallers van de bezoekers, was hij zeer vaak in staat het overzicht te behouden en voetballend onder die druk vandaan te komen. Dempsey was zondag op sportpark Oostbroek een van de weinige lichtpuntjes bij de thuisploeg. Zijn inspeelpasses waren vrij risicoloos, maar dat was geen probleem. Eerder een voordeel zelfs. Doordat hij bijna iedere keer de simpelste oplossing koos en dus vaak met zijn linkerbeen de middenvelder aanspeelde die het dichtst bij hem in de buurt stond, bleef de bal wel in de ploeg. Mooi was ook dat Dempsey altijd vooruit dacht. Balletjes breed of terug op de keeper heb ik van hem niet gezien.
Dempsey deed heel erg zijn best. Met zijn lange dreads deed hij me denken aan Evander Sno. Dezelfde haardracht dus, maar ook dezelfde lichaamsbouw en dezelfde loop, met de kont ietwat naar achteren. Dempsey lijkt me ook een aimabele jongen. Hij bleef altijd rustig, ook op de momenten dat het er fel aan toe ging. Mopperende en zich beklagende ploeggenoten maande hij tot rust en altijd was hij in de weer met zijn medeverdedigers. Hij was het die hen naar de juiste plek dirigeerde of mee naar voren nam. Toch kon ook Demspey niet voorkomen dat Poortugaal in de 57e minuut de achterhoede van de thuisploeg helemaal aan flarden speelde. Dick Tijdeman werd op links de diepte ingestuurd, speelde zich met een mooie beweging vrij en zette meteen voor. Daar dook invaller Paul Norbruis op de juiste plek op om doeltreffend uit te halen.
Het was prachtig uitgespeeld van Poortugaal. Het doelpunt vergoedde veel, maar SCO’63-PSV Poortugaal was al bij al een teleurstellend potje voetbal. Het zou uiteindelijk 1-2 worden en ook die andere doelpunten waren gelukkig van grote schoonheid: een schot in de kruising van de verder onzichtbare Edinho Pattinama en een rechtstreekse vrije trap die door Ferry Boshart langs de muur in de bovenhoek werd gemikt. En Dempsey? Die stond er na het laatste fluitsignaal van scheidsrechter Hesselmans bij als ware hij een bokser die verslagen in de touwen hing: doodop en hevig teleurgesteld. Alweer verloren! Meer zat er voor hem en zijn ploeggenoten niet in. Kop op, Dempsey. Zondag luidt de bel alweer voor een nieuwe ronde.
{loadposition ads}