‘Het zal tijd worden. We zitten al tien jaar met hem opgescheept, maar gelukkig komt daar binnenkort een einde aan.’ Penningmeester Paul Ideler van SCO’63 zei het met een stalen gezicht en kreeg de lachers op zijn hand, maar je zag de bezorgde frons op zijn gezicht. Arie Berkman treedt aanstaande maandag op de jaarlijkse algemene ledenvergadering af als voorzitter van de Spijkenisser zondagtweedeklasser en hoewel er in de persoon van Henk Muis al een opvolger bereid is gevonden en maandag ongetwijfeld door de leden verkozen zal worden, zal het vertrek van Arie bij SCO’63 een leegte achterlaten, die ook bij mij voelbaar zal zijn.
Arie Berkman is namelijk een geweldige vent, waarbij het altijd goed toeven was. Natuurlijk was de insteek van onze gesprekken altijd het voetbal van SCO’63 en de wederwaardigheden van zijn club, maar je kon met hem ook heel goed over andere dingen praten. Over mijn zoon die gebasketbald heeft bijvoorbeeld en net als Arie veelvoudig in het buitenland bivakkeert. Over zijn twee zoons, die thuis voor stapels was zorgen en altijd honger hebben, maar alleen de handen uit de mouwen steken als pa het vraagt.
Het is tien jaar geleden dat Arie, als vader van Stephan en Raymond, twee voetballertjes van de C-tjes, door toenmalig bestuurslid John Ouwehand gevraagd werd voorzitter te worden. Arie moest daar toch wel over nadenken. Hij had helemaal niks met voetbal. Ja, zijn zoontjes speelden bij SCO’63 maar zelf had hij heel zijn leven gebasketbald. Op hoog niveau, als guard in de eredivisie voor Rotterdam. Na zijn actieve loopbaan was hij daar nog even bestuurslid, maar in 2002 deed hij dat al lang niet meer. Zijn werk liet dat niet toe. Arie reist namelijk voor zijn werkgever de hele wereld over en doet dat nog altijd. Zo is hij eens voor een bijeenkomst van slechts drie kwartier helemaal naar Zuid-Korea gevlogen… Na lang wikken en wegen besloot Arie toch toe te happen. ‘Voor drie jaar. Maximaal voor zes, maar zeker niet langer’, zei hij tegen John Ouwehand. Het zijn er tien geworden, maar nu is het welletjes. ‘Eigenlijk heb ik het een jaar te lang gedaan’, vindt Arie nu. ‘Je hebt bij een voetbalclub altijd te maken met vrijwilligers en als die een stapje terug doen, kun je steeds weer bij nul beginnen’, geeft hij als belangrijkste reden aan. ‘Dat is geen negatieve kwalificatie van het reilen en zeilen bij SCO, maar een feit. Dat is namelijk overal zo’, verduidelijkt hij.
Arie zegt van zichzelf dat hij een projectman is en in die hoedanigheid heeft hij bij SCO’63 aardig wat successen geboekt. Er is in zijn regeerperiode een prachtig kunstgrasveld gekomen, SCO’63 heeft zelfs een jaartje in de eerste klasse gevoetbald en momenteel wordt er door clubvrijwilligers, waaronder trainer Ton Pattinama en verzorger John van Peelen de laatste hand gelegd aan een prachtig nieuw onderkomen voor bestuur en commissies. Voor de portocabins heeft Arie gezorgd. Dat hij in de periode dat hij voorzitter was zijn vrouw Tilly na een slepende ziekte verloor en hij er in het huishouden helemaal alleen voor kwam te staan, heeft zeker bijgedragen aan zijn standpunt dat hij de voorzittershamer een jaartje te lang heeft gehanteerd. Nu kan hij wassen, strijken en koken, maar hij vertelt met een grijnslach dat zijn zoons iets vaker een helpend handje zouden kunnen toesteken. ‘Maar die zeggen ’s avonds tegen zessen ‘Pa, we hebben honger’ en laten mij vervolgens een menu samenstellen’, lacht hij. ‘En dan zijn die kip tandoori en piri piri van Albert Heijn een uitkomst, hoor’.
Helemaal verloren voor SCO’63 zal Arie overigens niet zijn. Hij blijft lid van de sponsorcommissie en zal zeker nog wel eens aanschuiven bij overleg met de gemeente Spijkenisse als er weer iets verhapstukt moet worden. Maar zijn vrije tijd gaat hij anders invullen, dat weet hij al zeker. Desgevraagd vertelde hij dat hij genoeg hobby’s heeft om zijn zinnen te verzetten. Zo gaat hij binnenkort met zijn nieuwe vriendin naar Amerika en zal daar Los Angeles en een trits Nationale Parken bezoeken. ‘Mocht na thuiskomst de verveling toeslaan dan heb je in ieder geval tijd genoeg om je zoons kookles te geven’, zo luidde mijn advies. Arie kon er smakelijk om lachen, maar je zag hem denken…. Stephan en Raymond weten alvast wat ze te wachten staat.
{loadposition ads}