Het begon niet best met derdeklasser Hellevoetsluis, zaterdagmiddag. Met de geblesseerde spelers Bram van Aken en Dwight Preyll, de geschorste Joey Salij en Jefta Scholten op vakantie miste de ploeg tegen SC Botlek al vier spelers. Tijdens de warming up haakte Huseyin Yavuziygotoglu met pijnlijke hamstrings ook nog eens af. En tot overmaat van ramp schoot pupil van de week Remko Scholts, nadat hij zich vrij gedribbeld had, de bal naast het doel van Botlekkeeper Leroy van Oosten. Trainer Edwin de Koning moet wel eens met geruster gevoel aan een wedstrijd zijn begonnen.
Hij was nog wel lief voor de pupil, prees diens passeerbewegingen waarmee ondermeer John Lopes Cruz en Dave Leurs in de luren gelegd waren, aaide hem nog even over de bol en nam toen plaats op een minuscuul houten bankje naast de dug-out, naast Ton Lammers, tegenwoordig elftalleider van Hellevoetsluis, vroeger scheidsrechter in het betaald voetbal. En dat mag ik schrijven van Hellevoetsluisvoorzitter Edwin Boogaard, want volgens hem zegt Ton dat zelf ook tegen iedereen die hij tegenkomt. Maar we wijken af; terug naar Edwin de Koning dus.
Tien jaar was De Koning bij Rhoon werkzaam en bij Hellevoetsluis is hij aan zijn tweede seizoen bezig. Je mag hem onderhand een ervaren trainer noemen. Hij weet waar hij het over heeft. Maar als je tijdens een wedstrijd bij hem in de buurt staat, zoals ik afgelopen zaterdag, dan vraag je soms wel eens af of zijn eigen spelers hem wel altijd snappen. Ik bedoel: als je aanwijzingen zoals ‘sterker in je eigen bal worden’ of ‘probeer je bal na te coachen’ naar je spelers roept en je even later hoofdschuddend tegen de naast je zittende Lammers zegt dat je net zo goed vooraf geen wedstrijdbespreking had kunnen houden, zou je dat wel denken.
Edwin de Koning is een druk baasje langs de lijn. Niet dat hij zich misdraagt. Nee hoor, verre van dat. Hij gaat nooit over de schreef. Wel is zijn stem veel en vaak te horen. Dat weet hij zelf maar al te goed. ‘Vroeger was ik nog veel drukker. Toen ging ik nog veel vaker tekeer’, bekent hij na afloop. Lammers voegt er aan toe dat het vandaag eigenlijk best wel meeviel. Ik had 90 minuten schuin rechts achter Ton gestaan en links van hem zat De Koning, dus ik kon niet zien of de elftalleider van Hellevoetsluis tijdens de wedstrijd een oordop in zijn linkeroor had. Het zou zo maar kunnen. Meer voor de hand ligt trouwens dat Lammers na anderhalf jaar op de bank naast De Koning inmiddels gewend is aan diens volumineuze stem. Voetbal is voor Edwin een bloedserieuze aangelegenheid. Zijn hele ziel en zaligheid legt hij in het coachen van zijn spelers. ‘En dat is hard nodig’, vertelt hij desgevraagd, ‘want ik heb te weinig spelers die dat in het veld doen.’
Daarmee is zijn verzuchting na een half uur verklaard. ‘Ik hoef toch niet alles voor te kauwen?’, riep hij toen vertwijfeld naar zijn spelers. Kennelijk wel, want zo lekker liep het allemaal niet bij Hellevoetsluis de eerste 45 minuten. Botlek kon voor rust aardig partij geven en hoewel doelpunten uitbleven, hadden de bezoekers zelfs lange periodes het beste van het spel. Dat had De Koning al rap gezien. Vanaf het begin was dan ook diens luide stem te horen. Als neutrale toeschouwer is dat leuk om te zien en nog leuker om te horen. Vooral als Edwin zijn spelers meerdere keren toeroept rustig te blijven en hun energie in het spel te stoppen. En als Aron Verboon op één van de vele aanwijzingen van zijn trainer met een vragend gezicht naar de bank terugroept ‘ik dacht..’, wordt hij meteen onderbroken door De Koning. ‘Niet denken. Je taak uitvoeren’, galmt het over het veld. Op zulke momenten kan ik een lach niet onderdrukken.
Na de thee was het allemaal anders. Beter. Veel beter. Toen zat er wel lijn in het spel van de thuisploeg, toen wisten de Hellevoeters elkaar wel te vinden en toen was Edwin niet zo heel vaak meer te horen. Zijn ploeg scoorde drie keer en Botlek kon daar maar één treffer tegenover stellen. ‘Wat heb je in de rust gezegd’, vroeg ik na afloop aan Edwin. ‘Ik heb alle magneten van het bord gehaald en alleen maar gezegd dat ze geen halve ballen meer aan elkaar moesten geven. En dat ze meer moesten uitstralen dat ze wilden winnen.’ Zo simpel is het dus. De jongens van Hellevoetsluis snappen het echt wel. De Koning bedankte me dat ik er was, maar ik moet hém bedanken. Ik heb namelijk een kostelijke middag gehad. Bij deze dus, Edwin.
{loadposition ads}