Wat baalde hij zondag, Rudy Bänffer, de aanvoerder van OVV. Hij had zijn jeugdige ploeggenoten er nog zo op gewezen, luttele minuten voordat scheidsrechter Mijndert Voogt zou affluiten: ‘Doe geen domme dingen. Blijf geconcentreerd.’ Maar nee hoor, eerst werd een inworp zo maar in de voeten van een PFC-er gegooid en enkele ogenblikken later werd de bal niet naar veld 2 gepeerd, maar kozen de jonge OVV-ers voor een voetballende oplossing. De bal werd opnieuw verspeeld, meteen door PFC strak voorgegeven en als een duvel uit een doosje dook John Lugtenburg op bij de tweede paal om het leer voorbij keeper Rick Groenendijk te knallen. Elf (!) minuten in blessuretijd en 2-1 voor PFC. Hoewel Oner Sang A Jong daarna nog op de paal knalde, stond OVV met lege handen terwijl het minstens een punt had verdiend.
Hoofdschuddend verliet Bänffer het veld. ‘Hoe kan je zo stom zijn’ zag je hem denken. Het pleit voor de OVV-aanvoerder dat hij niet meteen zijn collega-verdedigers de huid vol schold, maar ik vermoed dat er in de kleedkamer nog wel een hartig woordje gevallen is. De hele wedstrijd ging het goed tot vrij goed met de OVV-ers en dat kon je grotendeels op het conto schrijven van Bänffer, die zelf altijd op de goede plek stond en voortdurend zijn manschappen naar de juiste zones dirigeerde. PFC, toch de koploper van de tweede klasse D, kon maar geen vuist maken. Sterker nog. In de tweede helft hadden de bezoekers lange periodes het beste van het spel en als er één ploeg moest winnen, dan was het OVV wel. Door doelpunten van Sergio Betulli en Mike Steenbeek was het tot diep in de tweede helft 1-1 en een puntje zouden de bezoekers wel aan de wedstrijd overhouden, zo dacht niet alleen ik. Het liep allemaal anders.
Scheidsrechter Voogt plakte nog een kwartier blessuretijd aan de officiële speeltijd vast, maar dat is bij deze arbiter eerder regel dan uitzondering. Niet voor niets werd in de bestuurskamer, al voor de wedstrijd quasi serieus aan hem gevraagd wel voor donker af te fluiten, zodat iedereen nog iets aan zijn zondagavond zou hebben. Voogt verblikte of verbloosde niet, maar ik verdenk hem er van dat hij even later in zijn kleedkamer zijn horloge een tiental minuten heeft teruggezet. Maar Rudy Bänffer kende zijn pappenheimers. Niet voor niks riep hij diep in blessuretijd tegen zijn ploegmakkers dat ze scherp en geconcentreerd moesten blijven. ‘Nog drie minuten’, voegde hij er aan toe. De teller stond toen al op 97.
De 34-jarige Bänffer is door zijn ervaring een zeer belangrijke schakel in het elftal van OVV, waar trainer Miguel Muñoz een verregaande verjonging heeft doorgevoerd. Met Frank Molendijk, Brandon Taylor, David Pieters, Melvin Winterberg en keeper Rick Groenendijk stonden er vijf jongens in de ploeg die nog niet zo heel lang alcohol mogen kopen. Die jonge gasten moeten nog gestuurd en gecoacht worden, maar dat is aan Bänffer wel besteed. Van het lopen moet hij minder moe geworden zijn dan van het zwaaien met zijn armen. Toch deed hij dit alles zeer kalm, zonder geschreeuw of getier. Een prima voorbeeld voor zijn jonge ploeggenoten dus. Zelf deed hij nauwelijks iets verkeerd. Zonder overtredingen ontfutselde hij PFC-aanvallers de ene bal na de andere. Een rots in de branding was hij, een rots waarop bijna elke aanval van PFC strandde. Tot die verdwaalde voorzet na klunzig uitverdedigen zeer diep in blessuretijd dus. Hij kon er net niet bij en tot overmaat van ramp dook achter hem plots John Lugtenburg op….
Voetbal is niet altijd eerlijk. Bij PFC zullen ze er zondag maling aan hebben gehad, maar ik had medelijden met Rudy Bänffer. Zo goed spelen en dan nog niks overhouden. Het is om gek van te worden. Zondag komt Poortugaal langs in Oostvoorne. Een ervaring rijker en een wijze les verder zal het dan anders gaan. Dan wordt bij een voordelige stand de bal weg gerost. Zeker weten. Een ezel stoot zich toch ook geen twee keer aan dezelfde steen? Rudy Bänffer zal het zijn ploeggenoten voor alle zekerheid nog wel een paar keer uitleggen deze week op de training, vermoed ik.
{loadposition ads}