‘Sneller spelen, Kraaij.’ Het werd na een dik half uur geroepen door Michel Melissant, die zijn geduld begon te verliezen. Voor de zoveelste keer in de thuiswedstrijd tegen AFC ’34 schoof Danny Kraijema, de laatste man van Nieuwenhoorn, de bal tergend langzaam naar de medespeler die het dichtst bij hem in de buurt stond. Op dat moment had Danny dat al een keer of dertig gedaan. Allemaal risicoloze balletjes: breed, breed, voorzichtig vooruit en nog eens breed. Balverlies leverde het niet op, maar elke verrassing werd daarmee uit het spel van Nieuwenhoorn gehaald en dat zorgde er dan weer voor dat de thuisploeg sukkelend in slaap viel.
Veel was het niet wat Nieuwenhoorn in die eerste helft liet zien. Een deken van totale apathie leek over de ploeg heen te liggen. Treffende voorbeelden hiervan waren er genoeg. Zoals die keer toen aanvoerder Melissant in een duel in de middencirkel afgetroefd werd en zittend op de grond met de armen omhoog vragen naar scheidsrechter Van Ek keek. Maar die liet het spel doorgaan, want de AFC-er had Melissant de bal op een correcte wijze ontfutseld. En wat te denken van Alper Kazbogan, die zijn arm ophief toen de bal richting achterlijn rolde? ‘Corner voor ons’ gaf Kazbogan met dat gebaar aan en hij bleef staan. Zijn tegenstander perste er nog een spurtje uit, achterhaalde de bal nog voor de lijn en trapte hem naar voren….
Lamlendig, futloos. Met deze woorden was het voetbal van Nieuwenhoorn in de eerste 45 minuten het best te omschrijven. Niet verrassend dus dat AFC ‘34 op een 2-0 voorsprong kwam. De tweede goal van de Alkmaarders onderstreepte nog eens dat Nieuwenhoorn een totale off-day had: doelman Mike van de Wijngaart dook finaal over een ongevaarlijk schotje van Jim Hulleman heen. Ondertussen bleef Danny Kraijema volharden in breedtepasses en af en toe een balletje naar een middenvelder, 15 meter voor hem. Oké, je moet proberen zo veel mogelijk het risico uit te sluiten, maar tegen het onderaan staande AFC ’34 mag je toch iets meer Schwung verwachten. Het was een wonder dat Nieuwenhoorn nog een paar kansjes creëerde, maar die werden natuurlijk om zeep geholpen. Ik wil niet zeggen dat Danny Kraijema de aanstichter van al dit onheil was, maar het risicoloze geschuif achterin haalde wel de angel uit het spel van Nieuwenhoorn.
Zodra het rustsignaal klonk verliet Danny het speelveld. De teleurstelling viel van zijn gezicht te lezen. ‘Wat overkomt ons allemaal’ zag je hem denken. Trainer Martin Klomp moet in de rust des duivels geweest zijn. Met 2-0 achter tegen de staartploeg. Meteen dirigeerde hij Melvin Zaalman het veld op. Zaalman, die eerder die week een training had gemist, had op de bank plaats moeten nemen. Terwijl zijn ploegmakkers in de warme kleedkamer werden toegesproken door Klomp, draafde Melvin moederziel alleen over het veld, juist toen een enorme sneeuwbui losbarstte. Je kreeg warempel medelijden met hem. Op dat moment dacht ik dat Nieuwenhoorn totaal kansloos was. Die Zaalman begint totaal verkleumd aan de tweede helft en Nieuwenhoorn zou de punten moeten laten aan de ploeg uit Alkmaar, zo wist ik zeker.
Het liep totaal anders. Het inbrengen van de opgewarmde Zaalman en van Charlo Hassell en Delano Cohen even later zorgde voor een ommekeer die ik niet meer verwacht had. Tussen de 60e en 62e minuut scoorde de thuisploeg twee keer. Maar nog was AFC ’34 niet verslagen. Na geklungel achterin bij een ingooi kopte Jim Hulleman zijn tweede doelpunt binnen. Pas toen kreeg Nieuwenhoorn echt de geest. Kraijema speelde de bal harder en scherper in, middenvelders Melissant en Cohen kwamen nu eerder in balbezit en voorin werd gejaagd op elke bal. De 3-3 viel al snel en vlak voor tijd de verlossende 4-3. In blessuretijd scoorde Zaalman nog eens. En Danny Kraijema? Die was als een kind zo blij met de uiteindelijke overwinning. In totaal was hij 75 keer aan de bal geweest. Op één na kwamen al zijn passes aan. Veertien keer ging hij een duel aan, waarvan hij twaalf keer als overwinnaar uit de strijd kwam, zonder ook maar één overtreding te maken. Puike cijfers dus. Kraijema is een zekerheidje achterin, maar ik zou hem toch vaker de bal eerder en vooral harder willen zien inspelen. Het zou het spel van Nieuwenhoorn erg ten goede komen.
{loadposition ads}