Net als in de vorige ronde tegen hoofdklasser Scheveningen mocht OHVV-grensrechter Theo van der Giessen zaterdagmiddag in de bekerwedstrijd tegen Rijnsburgse Boys niet zijn gebruikelijke rol vervullen. Omdat ditmaal een ploeg uit de topklasse tegenstander was, had de KNVB wederom officiële grensrechters aangesteld. Daar was Theo niet zo blij mee. Speel je als derdeklasser eens een keertje tegen een topploeg, mag je niet meedoen. De bejaarde Van der Giessen had dat graag anders gezien, want de ontmoeting tegen Rijnsburgse Boys zou het hoogtepunt van zijn lange, lange carrière geweest zijn.
Voor de wedstrijd kwam hij voor de zekerheid nog even in de bestuurskamer kijken of beide scheidsrechterassistenten aanwezig waren. Dat waren ze. ‘Maar ik ga toch warm lopen’, zo meldde hij, ‘want als een van jullie geblesseerd raakt, dan kan er alsnog op mij beroep worden gedaan.’ Even later deed hij in vol ornaat zijn warming up. Dat warmlopen voor een wedstrijd is een serieuze aangelegenheid en dat doe je met volle overtuiging, vindt Theo. Hij kan zich gruwelijk ergeren wanneer voetballers zich daar met een Jantje van Leiden afmaken en dan moet je zelf het goede voorbeeld geven. Toch? Vroeger, toen hij zelf nog bij OHVV in het eerste speelde, liep hij al voor de wedstrijd de pollen uit het gras en dat doet hij nu, als clubgrensrechter tijdens het warmlopen nog steeds. Zo ook zaterdag. Hij trok wat sprintjes, gooide zijn spieren los en al rap zweette hij als een otter. Maar van vlaggen kwam die middag niks. De KNVB-grensrechters werden niet geveld door een zweepslag of andersoortige lichamelijke ongemakken.
Dus stond Theo 90 minuten lang pal naast de dug-out van OHVV werkeloos toe te zien en werd ook nog even geïnterviewd door de verslaggever van Radio Rijnmond, die rechtstreeks verslag deed van de bekerwedstrijd. Hij had zaterdag zelfs foto’s bij zich uit de tijd dat hij zelf nog voetballer was. Prachtige zwart-wit foto’s uit lang vervlogen tijden. ‘Foto’s van voor de oorlog’, zo zei ik spottend tegen hem. Daar kon hij wel om lachen, want qua tijdsbestek zat dat aardig in de buurt. Theo is namelijk al sinds mensenheugenis actief bij OHVV. Hij was er voetballer dus en nu is hij grensrechter bij het eerste en fluit jeugdwedstrijdjes. Op zijn eigen manier. Nog niet zolang geleden speelden de pupillen van OHVV thuis tegen Nieuwenhoorn. Toen de officiële speeltijd al lang verstreken was en het 3-3 stond vroeg één van de meegereisde moeders van Nieuwenhoorn zich vol ongeduld af wanneer die scheidsrechter nou eens affloot. ‘Dat doet hij pas als het 4-3 staat’, zo kreeg ze als antwoord van een bezoeker, die wel eens vaker bij OHVV komt. Even later werd het daadwerkelijk 4-3 en meteen floot Theo af. Met een stalen gezicht liep hij van het veld af en niemand die het hem kwalijk nam. Het is Theo ten voeten uit. Alles wijkt voor OHVV en hij komt daar nog mee weg ook. Ik zeg niet dat hij als clubgrensrechter gemeen en oneerlijk is, maar in twijfelgevallen doet hij wat nagenoeg elke clubgrensrechter doet: in het voordeel van je eigen ploeg vlaggen.
Voor zijn inzet voor de club en vanwege activiteiten als vrijwilliger elders werd hij in april 2011 geëerd met een Koninklijke onderscheiding. Dat moet voor Theo een geweldige beloning geweest zijn voor al zijn inspanningen. Maar het zou me niet verbazen dat hij dat lintje meteen ingeleverd had als hij zaterdag tegen Rijnsburgse Boys met een vlag in de hand langs het veld had mogen rennen. Want wat is er mooier dan nadien op feestjes en partijen vertellen dat je ooit de spits van Rijnsburgse Boys drie keer voor buitenspel hebt afgevlagd. Niks toch?
{loadposition ads}