Hij had tijdens de warming up voorafgaande aan de wedstrijd tegen Simonshaven al een paar keer tegen een bal getrapt, maar zijn benen voelden niet helemaal lekker aan. Waren de ledematen stijfjes? Voelde hij een pijntje? Was het de kou? Sonny Booth, verdediger van koploper Vlotbrug riep elftalbegeleider Willem de Koning bij zich. Willem had kunnen volstaan met het inwrijven van Sonny’s spieren met de inhoud van de flacon sterke drank die hij in de binnenzak van zijn jack had verstopt, maar Sonny wilde het anders. Hij ging met zijn rug op het gras liggen, vouwde zijn benen dubbel en Willem, niet bepaald de lichtste man uit de technische staf van Vlotbrug, ging daar met zijn volle gewicht opliggen. Sonny kreunde, maar even later kraaide hij van plezier.
Sonny te zien lachen is weer eens iets anders. De vorige keren dat ik hem gezien heb, liep hij heel anders rond. In de uitwedstrijd tegen Zinkwegse Boys vorig seizoen had hij een hevige woordwisseling met zijn toenmalige trainer Özkan Dabak en in de thuiswedstrijd tegen Bernisse, ook vorig seizoen, had hij het aan de stok met bijna elke Heenvlieter die zich in en nabij de dug-out bevond. Bert van der Lijn, sinds het begin van deze voetbaljaargang de nieuwe trainer van Vlotbrug zei het voor de wedstrijd tegen Simonshaven al: ‘Eén van mijn doelen is mijn spelers er bewust van maken dat ze niet tegen onnodige kaarten oplopen. En zeker geen kaarten voor praten. Daar heeft Vlotbrug er de laatste jaren te veel van gepakt.’ Met dit doel is Bert al aardig gevorderd, want niet één speler van Vlotbrug stond voor de wedstrijd tegen Simonshaven op scherp. Ook qua resultaat gaat het voortvarend. Op een gelijkspel tegen Poortugaal na werd alles gewonnen. Dan kan ik wel begrijpen dat Sonny Booth rustiger is geworden en zelfs kan lachen.
Toen de wedstrijd tegen Simonshaven eenmaal begonnen was, bleef Sonny de rust zelve. Hij onderbrak menige aanval en speelde de bal meteen af naar de dichtst bij staande medespeler. Vijf keer probeerde hij met een ferme trap zijn maten in de voorhoede aan te spelen, maar geen van die passes kwam aan. Het deerde hem nauwelijks. Aan hem was niks te merken. De volgende keer stond hij weer paraat. Van de aanvallers van Simonshaven had hij overigens weinig te duchten. Die werkten weliswaar het snot voor hun ogen, maar weinig lukte. En dat kwam vooral door Sonny, die alert bleef en zijn medeverdedigers naar de juiste posities dirigeerde. Toen Evan Gomes vlak voor rust uit een vrije trap de 0-1 maakte, zat Vlotbrug op rozen. De periodetitel kon hen niet meer ontgaan, zo moet ook Sonny gedacht hebben. Maar het was buiten de waard gerekend. Een fel Simonshaven kwam halverwege de tweede helft op 1-1 door een vrije trap van Danny Kanselaar. Het betekende dat Vlotbrug alsnog vol aan de bak moest, want Zuiderpark, de directe concurrent voor de periodetitel stond inmiddels met 2-0 voor bij Real Parbo. Sonny werd naar de voorhoede gedirigeerd en joeg daar op elke bal. Die tactische zet van trainer Van der Lijn wierp zijn vruchten af, want diep in blessuretijd kopte Mitchell Zuijderwijk de 1-2 binnen.
Maar meneer Belder, de grensrechter van de thuisploeg dacht daar anders over. Hij stond met zijn vlag omhoog en op dat signaal annuleerde scheidsrechter Sven van Bodegom de treffer. Luttele seconden later floot de arbiter voor het einde van de wedstrijd. Dag periodetitel. Dag koppositie in de vierde klasse E. Hoe zou Sonny deze tegenvaller verwerken? Ik besloot hem te blijven volgen. Eerst leek het alsof hij meteen naar de kleedkamer zou verdwijnen, maar na een paar passen keerde hij om. Hij beende naar de scheidsrechter, maar besloot meteen daarna naar de clubgrensrechter van Simonhaven te gaan. Hij zei niks. Hij deed niks. Hij keek alleen heel erg boos. Sonny was trouwens niet de enige in de onmiddellijke nabijheid van de grensrechter. Binnen een mum van tijd werd het een hele volksoploop. Sonny deed nog steeds niks. Riep zelfs niets, ook niet toen hij door zijn trainer weggetrokken werd. Dat was grote klasse van Sonny, die ik, zoals gezegd, vroeger wel eens anders heb zien reageren. Bert van der Lijn heeft gelijk. Zijn spelers reageren anders. Beter. Sonny Booth is daar het levende bewijs van.
{loadposition ads}