Vorige week stonden er in de sportbijlage van Voorne-Putten van het Algemeen Dagblad in een tijdsbestek van een paar dagen twee alarmerende artikelen over vv Hellevoetsluis. Als je de verslaggever mocht geloven was het een puinzooi aan de Rijksstraatweg. De kleedkamers waren in een dermate slechte staat dat bezoekende verenigingen niet meer konden douchen en misschien moest het bestuur wel besluiten om de vereniging maar helemaal op te heffen, zo lazen we.
Ruim voor aanvang van de thuiswedstrijd tegen Brielle zat scheidsrechter Aktar zaterdagmiddag in de bestuurskamer aan een flesje water. ‘Ben je lekker mee, scheids,’ zei ik tegen hem. ‘Hier kun je je niet douchen na afloop van de wedstrijd. Je zult een beetje van dat water moeten bewaren om je straks te kunnen wassen.’ Voorzitter Edwin Boogaard hapte meteen. ‘Dat valt mee hoor. Natuurlijk kun je je hier douchen straks.’
‘Waarom staat er dan zo’n artikel in de krant’, vroeg ik hem. Eerst deed Boogaard het nog af met een grap: ‘Je hebt best kans dat Brielle hier straks al in wedstrijdtenue aankomt en na afloop meteen weg is. Dat scheelt ons weer water.‘ Natuurlijk meende hij dat niet, want Hellevoetsluis wil bekend blijven staan als een gastvrije vereniging. Toen de lach van zijn gezicht was verdwenen, werd de voorzitter serieus. ‘We hebben negen kleedkamers en daar is van alles mis mee, vooral met de eerste drie, die gebouwd zijn in de vijftiger jaren van de vorige eeuw. Die zijn van hout en als je er tegen aan leunt, heb je grote kans dat je er dwars doorheen valt. Tien jaar geleden hebben we de boel opgeknapt, maar omdat de gemeente ons jarenlang heeft voorgehouden dat wij op termijn zouden gaan verhuizen naar een nieuwe locatie hebben we daarna aan die kleedkamers niks meer gedaan. Nu is de toestand rampzalig te noemen. Dat hebben we met de stukken in de krant duidelijk proberen te maken. In januari 2008 is een afvaardiging van de gemeente op bezoek geweest en toen al werd geconstateerd dat de situatie schrijnend is. Sindsdien zijn we voortdurend met de gemeente in gesprek om de boel te renoveren, maar steeds wordt de zaak op de lange baan geschoven omdat het te duur is. We worden aan het lijntje gehouden.’
Vertaal dat eens naar het voetbalveld. Edwin Boogaard, sinds maart 2007 voorzitter van Hellevoetsluis, was jaren geleden een gevreesde voetballer van onder meer DRL, toen die club nog heel goed was. Gooide hij er toen na een paar mislukte doelpogingen ook het bijltje bij neer? Zei hij na een nederlaag tegen zijn toenmalige trainer dat ze het eerste van DRL maar uit de competitie moesten nemen? Nee, natuurlijk niet. Boogaard trainde een week keihard en schoot er de eerstvolgende wedstrijd weer een paar in. Ik begrijp de frustratie van Edwin. Wachten op een renovatie van kleedkamers die inderdaad gammel en krakkemikkig zijn, duurt lang. Maar beseft hij wel dat voorzitter Teun van de Berg van WitRoodWit elf jaar met de gemeente Brielle in de weer is geweest en dat ze bij SC Botlek zeven jaar in de slag waren met de gemeente Spijkenisse eer er een gemoderniseerd clubhuis stond? Edwin Boogard moet niet wanhopen en zeker geen indianenverhalen in de krant laten zetten. Hij moet constructief met de gemeente in gesprek blijven. Oplossingen blijven aandragen. En vooral raadsleden op de hoogte stellen van de toestand van de kleedkamers. Dat heeft hij al gedaan, maar dat stond niet in de krant. Alle raadsleden van de gemeente Hellevoetsluis zijn namelijk middels een noodbrief op de hoogte gesteld en dat heeft al tot reacties geleid. Tenminste één raadslid heeft gebeld voor een afspraak en er zullen er ongetwijfeld meer volgen. Zo zit de politiek toch in elkaar?
Op het veld gaat het vooralsnog voortvarend met Hellevoetsluis: twee gespeeld, zes punten. Trainer Edwin de Koning is dus niet voor één gat te vangen. Zijn spelers wachten af en slaan toe op de juiste momenten. Zo ook tegen Brielle. Zonder nou echt veel beter te zijn, trakteerde de thuisploeg de Briellenaren op een 2-0 nederlaag. Geduld is een schone zaak. Edwin Boogaard zou een voorbeeld moeten nemen aan de trainer van de hoofdmacht van Hellevoetsluis, maar dat weet hij zelf ook wel.
{loadposition ads}